Kamervraag 2015Z05287

De onrust en onvrede onder de agenten die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid op het spoor, de snelwegen en het water

Ingediend 25 maart 2015
Beantwoord 9 april 2015 (na 15 dagen)
Indiener Nine Kooiman (SP)
Beantwoord door Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z05287.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1882.html
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht dat er onrust en onvrede heerst onder de 1.300 agenten die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid op het spoor, de snelwegen en het water?1

    In het inrichtingsplan van de nationale politie worden de afzonderlijke diensten Waterpolitie, Verkeerspolitie, Spoorwegpolitie en de afdeling luchtvaartpolitie van het voormalige KLPD samengevoegd in de Dienst Infrastructuur van de Landelijke Eenheid. Dit is het gevolg van keuzes die bij de inrichting van de Nationale Politie zijn gemaakt. De landelijke eenheid is niet zo maar een opvolger van het oude KLPD maar is een eenheid die aanvullend werkt op de regionale eenheden. De samenvoeging is hier het gevolg van en dat brengt noodzakelijkerwijs veranderingen in de werkwijze met zich mee. Een transitie van deze aard en omvang brengt, dat is nauwelijks te vermijden, onrust en zorgen met zich mee. De leidinggevenden gaan hier zorgvuldig mee om en zijn hierover in gesprek met hun medewerkers en met de Ondernemingsraad. Ik heb daar alle vertrouwen in.

  • Vraag 2
    Is het wat u betreft verstandig een verkeersagent in te zetten bij de waterpolitie wanneer hij last heeft van zeeziekte? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Nee, een politiemedewerker wordt vanzelfsprekend alleen voor taken ingezet die hij of zij kan uitvoeren. Bij de inrichting van de dienst infra is nadrukkelijk oog voor de specialismes die bewaard moeten blijven en het transitieproces dat nodig is voor medewerkers die wat breder ingezet gaan worden.

  • Vraag 3
    Is het wat u betreft verstandig de politie te water in te zetten in een auto op de snelweg terwijl deze agent geen rijopleiding heeft gehad van zes weken? Hoe reageert u in dit verband op de uitspraak van de voorzitter van de Ondernemingsraad van de Landelijke Eenheid van de nationale politie dat er door het meerijden sprake is van opvulling maar dat van het echte werk niets terecht komt?

    De politiemedewerker wordt pas volledig zelfstandig op een taak ingezet als hij daartoe voldoende is toegerust. Inzet van collega’s uit de andere domeinen gaat stap voor stap. Tot die tijd kan de politiemedewerker onder begeleiding van een zelfstandig werkende collega zijn werk uitvoeren. Het begeleid optreden past in mijn beleid van het bevorderen van het vakmanschap in en op het werk. Voor de zorg die de voorzitter van de betreffende ondernemingsraad heeft geuit, is voldoende aandacht, maar het spreekt voor zich dat dit onderwerp op de agenda staat van komende overleggen tussen de ondernemingsraad en de leiding van de landelijke eenheid.

  • Vraag 4
    Hoe effectief acht u het om politiepersoneel dat is opgeleid als spoorwegagent op het water of op de snelweg in te zetten? Wat is in dit verband uw reactie op de volgende uitspraak: «Mijn kennis, mijn netwerk valt weg omdat ik niet meer op het station kom. Dat gaat ten koste van mijn werk»?

    Er liggen verschillende overwegingen ten grondslag aan de keuze om medewerkers bij de dienst Infrastructuur op meer taakvelden in te zetten. Twee belangrijke daarvan zijn dat deze taakveldoverstijgende werkwijze beter aansluit bij het feit dat criminaliteit ook steeds meer grensoverschrijdend plaatsvindt en dat hierdoor de beschikbare capaciteit met meer flexibiliteit kan worden ingezet bij incidenten of ten behoeve van geprioriteerde onderwerpen. De nieuwe werkwijze zal de effectiviteit en efficiëntie hierdoor juist ten goede komen en ik acht het dan ook niet wenselijk om naar de oude werkwijze terug te keren. Het vergaren, onderhouden en borgen van kennis, kunde en netwerken is binnen de nieuwe werkwijze wel een aandachtspunt. Om dit goed en systematisch te doen zal onder andere een kennis- en expertisecentrum worden ingericht.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening van veel agenten bij de Dienst Infrastructuur van de Landelijke Eenheid dat het geïntegreerd werken nu zo ver is doorgeschoten dat het ten koste gaat van het dagelijks functioneren van politiemensen? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Nee, gezien mijn antwoord op vragen 1 t/m 4 deel ik deze mening niet.

  • Vraag 6
    Bent u gezien het voorgaande van plan politiemensen werkzaam bij de Dienst Infrastructuur van de Landelijke Eenheid weer in te zetten op hun eigen specialisme? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Hoe reageert u op het verhaal van een agente die niet in actie kon komen bij een mishandeling van een buschauffeur op het station omdat de noodhulp is overgegaan naar de regionale eenheden?

    Het klopt dat in het Inrichtingsplan Nationale Politie de noodhulp belegd is bij de basisteams van de regionale eenheden. Dit is een inrichtingskeuze, maar dat neemt niet weg dat eenheden van de landelijke eenheid, maar bijvoorbeeld ook eenheden van aanpalende regionale eenheden, zo nodig door de medewerkers van de meldkamer kunnen worden ingezet. Zij beschikken daartoe over de benodigde voorzieningen.

  • Vraag 8
    Wat vindt u van de keuze om de Landelijke Eenheid geheel los te koppelen van de meldkamer waardoor zij geen 112-meldingen meer binnen krijgt? Bent u van plan 112-meldingen ook weer binnen te laten komen bij de Landelijke Eenheid? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 7.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z05287
Volledige titel: De onrust en onvrede onder de agenten die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid op het spoor, de snelwegen en het water
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-1882
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Kooiman over de onrust en onvrede onder de agenten die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid op het spoor, de snelwegen en het water