Kamervraag 2015Z05019

Vestigingsplaatsen voor een kerncentrale

Ingediend 20 maart 2015
Beantwoord 30 april 2015 (na 41 dagen)
Indieners Tjeerd van Dekken (PvdA), Albert de Vries (PvdA), Henk Nijboer (PvdA)
Beantwoord door Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen energie natuur en milieu stoffen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z05019.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2137.html
  • Vraag 1
    Deelt u de opvatting dat het aardbevingsrisico in de provincie Groningen de Eemshaven ongeschikt maakt als vestigingsplaats voor een kerncentrale?

    De opvatting dat het aardbevingsrisico in de provincie Groningen de Eemshaven ongeschikt maakt als vestigingsplaats voor een kerncentrale vind ik te voorbarig. Het Structuurschema Elektriciteitsvoorziening zorgt ervoor dat in Nederland locaties beschikbaar blijven waar kerncentrales gebouwd kunnen worden. Dit betreft de locaties Borssele, Eemshaven en Maasvlakte I. Het feit dat deze zogenaamde waarborgingslocaties zijn opgenomen in het SEV III wil uitdrukkelijk niet zeggen dat er in het SEV III uitspraken gedaan worden over de daadwerkelijke bouw van kerncentrales of over nut en noodzaak van kernenergie. Bij de totstandkoming van SEV III is het aardbevingsrisico meegewogen als een van de criteria. De locatie Eemshaven scoorde op dit punt in het onderzoek destijds iets minder gunstig dan de andere twee locaties. Overigens scoorden de andere twee locaties op andere criteria relatief minder gunstig.
    Bij de eventuele bouw van een nieuwe kerncentrale moet rekening gehouden worden met externe risico’s, waaronder aardbevingen. Dit betekent dat een specifiek onderzoek naar het aardbevingsrisico moet worden uitgevoerd. Een kerncentrale moet vervolgens zo ontworpen zijn dat deze bestand is tegen aardbevingen.

  • Vraag 2
    Bent u bereid de Eemshaven bij de eerstvolgende evaluatie te schrappen uit het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III)?

    Dit zal worden bezien bij de tweede evaluatie van het SEV III, in 2016. Op grond van de eerste evaluatie van SEV III is de Kamer geïnformeerd dat er vooralsnog geen noodzaak was om het SEV III te wijzigen (Kamerstuk 31 410, nr. 19). De Kamer is toegezegd dat het SEV III gedurende de looptijd tot 2020 drie maal geëvalueerd zal worden. In 2012–2013 heeft de eerste evaluatie plaatsgevonden, de tweede evaluatie zal in de loop van 2016 plaatsvinden. Hierbij zullen de ontwikkelingen met betrekking tot de aardbevingen en de bevingsrisico’s in de regio Groningen in relatie tot het waarborgingsbeleid van SEV III opnieuw bestudeerd worden. Op dit moment wordt in het kader van de aardbevingen in Groningen onderzoek gedaan naar de veiligheidsrisico’s voor industriële installaties en gebouwen van de Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta. Deze uitkomsten zullen in de besluitvorming in juli over de maximale gaswinning in 2015 worden betrokken. Ook vormen deze onderzoeken input voor de volgende evaluatie van SEV III waarbij opnieuw naar de geschiktheid van de waarborglocaties wordt gekeken. In de kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over aardbevingsrisico’s in Groningen (aangeboden op 2 april 2015) is een onderzoeksprogramma aangekondigd. Ook de resultaten hieruit zullen bij de beoordeling van de waarborgingslocatie Eemshaven worden betrokken.

  • Mededeling - 13 april 2015

    De leden Nijboer, Van Dekken en Albert de Vries (allen PvdA) hebben schriftelijke vragen gesteld over vestigingsplaatsen voor een kerncentrale (kenmerk 2015Z05019). Helaas kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik verwacht uw Kamer op korte termijn, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, nader te kunnen informeren.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z05019
Volledige titel: Vestigingsplaatsen voor een kerncentrale
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-2137
Volledige titel: Antwoord op vragen van leden Nijboer, Van Dekken en Albert de Vries over vestigingsplaatsen voor een kerncentrale