Kamervraag 2014Z22310

De zin en onzin van aangifte doen

Ingediend 4 december 2014
Beantwoord 16 januari 2015 (na 43 dagen)
Indiener Magda Berndsen (D66)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z22310.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1052.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de problemen rondom het doen van aangiften zoals aangegeven door De Monitor?1

    Met de betreffende uitzending van De Monitor ben ik bekend.

  • Vraag 2
    Hoe komt het dat de politie onvoldoende maatregelen neemt tegen fraude en misbruik van persoonsgegevens die via de eigen website zijn ingevuld? Komt dit door gebrek aan capaciteit, kennis of financiële middelen, door fouten in de organisatie, door teveel prioriteiten en taken, of om een andere reden? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

    De site van de politie is goed beveiligd met een zogeheten certificaat-beveiliging (https). Dit betekent dat als er gegevens worden ingevoerd via de site, deze via het certificaat worden versleuteld en dan via een beveiligde verbinding worden verstuurd. Hierdoor is het voor derden onmogelijk te weten welke gegevens verstuurd worden. De politie zet deze gegevens weer om via het certificaat waarna de gegevens achter de firewall en in de beschermde omgeving van de politie terechtkomen.
    Er is dus geen sprake van problemen met de veiligheid van de site. Wel zijn er verbeteringen mogelijk om de gebruikersvriendelijkheid van de online aangiftefaciliteit te verhogen. Onderdeel hiervan is de invoering van DigiD, waarmee de identificatie van de aangevers wordt verbeterd. Dit past in de doorontwikkeling van de elektronische aangifte in het kader van het Wetsvoorstel Digitale processtukken, dat ik op 25 november jl. aan uw Kamer heb gezonden. Deze verbeterslag is in het tweede kwartaal van 2015 gereed.
    Verder verwijs ik u naar mijn brief van 28 maart 2014 (Kamerstuk 29 628, nr. 447), waarin ik een overzicht heb gegeven van de maatregelen die ik samen met de politie neem om het aangifteproces nog verder te verbeteren. In februari 2015 zal ik uw Kamer nader informeren over de voortgang bij de uitvoering van deze maatregelen.

  • Vraag 3
    Op welke manier en op welke termijn worden de problemen opgelost? Wanneer en op welke wijze gaat u de Kamer rapporteren over de verbeteringen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Wat is sinds de eerste uitzending van De Monitor in maart 2014 tot de tweede uitzending over dit onderwerp in december 2014 verbeterd voor wat betreft het doen van aangifte? Welke problemen zijn nog niet aangepakt in deze negen maanden en waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Hoeveel aangiften worden er per maand en/of jaar gedaan? Hoeveel van deze aangiften worden gedaan via internet? In hoeveel gevallen moeten aangiften die via internet zijn gedaan opnieuw moeten worden opgenomen of aangevuld door politieagenten? Klopt het dat veel relevante informatie verloren gaat bij een aangifte gedaan via internet?

    De politie neemt jaarlijks ruim 1 miljoen aangiften op, waarvan rond de 400.000 via internet. Als een internetaangifte onvolledig is of als deze bij de politie tot vragen leidt, wordt er telefonisch of per email contact gezocht om de aangifte aan te vullen en deze alsnog zo compleet mogelijk te krijgen. Het beeld dat er hierbij relevante informatie verloren zou gaan herken ik niet.
    Ongeveer 7% van de ontvangen internetaangiftes kan niet in behandeling worden genomen omdat niet is voldaan aan de gestelde voorwaarden, bijvoorbeeld omdat voor de betreffende delictsoort (nog) geen digitale aangifte mogelijk is. In die gevallen wordt de aangever verzocht om langs een andere weg aangifte te doen.

  • Vraag 6
    Klopt het dat het politieapparaat het aantal aangiften niet helemaal aankan? Zo ja, wat is de reden hiervoor? Klopt het voorts dat er niet altijd voldoende capaciteit is om telefonisch aangifte op te nemen?

    Er is voldoende capaciteit voor het opnemen van aangiftes.
    Er is een 24/7 telefonische bereikbaarheid van de politie en de politie neemt elke aangifte van een strafbaar feit op. De telefonische aangifte is overigens maar één van de verschillende manieren waarop aangifte kan worden gedaan. Wie belt krijgt een passend advies over de wijze waarop het beste aangifte kan worden gedaan. Het kan voorkomen dat er tijdelijk sprake is van een piekbelasting. Als de aard van het feit dit toelaat kan dat betekenen dat er een afspraak wordt gemaakt om op een later moment op het politiebureau, op een andere locatie, of telefonisch aangifte te doen.

  • Vraag 7
    In hoeverre worden aangiften die via andere wegen zijn gedaan sneller afgehandeld dan aangiften gedaan via internet? Hoeveel opsporingsonderzoeken zijn gestart op basis van digitale aangiften en hoeveel op basis van aangiften die op een andere manier zijn opgenomen? Hoe verklaart u de verschillen in snelheid bij het afhandelen van aangiften en de verschillen in de bruikbaarheid van aangiften die op verschillende manier zijn gedaan? Hoe lost u dit op?

    Het grote voordeel van een internetaangifte is dat deze niet hoeft te worden ingepland en direct 24/7 gedaan kan worden. De afhandeltijd is bij een internetaangifte kort. Als een internetaangifte volledig is ingevuld, kan deze binnen 15 minuten worden beoordeeld en afgehandeld. Als er nog openstaande vragen zijn, wordt de totale afhandeltijd langer, maar deze ligt normaal gesproken binnen 5 werkdagen.
    Internetaangifte is op dit moment mogelijk voor een beperkt aantal delicten waarbij de dader niet bekend is, zoals (poging tot) diefstal (m.u.v. inbraken en diefstal met geweld), beschadiging en vernieling. Inherent aan deze categorie is dat de aangifte in veel gevallen geen aanknopingspunten biedt voor verdere opsporing. Alle aangiften (dus ook internetaangiften) worden door een politiemedewerker bekeken. Mocht na deze «check» blijken dat de internetaangifte wel aanknopingspunten biedt voor verdere behandeling, dan wordt deze uiteraard opgepakt.
    Het aantal opsporingsonderzoeken dat wordt gestart na een digitale aangifte is om de hiervoor genoemde reden naar verhouding beperkt. Dat wil niet zeggen dat internetaangifte geen zin heeft. Ook indien geen vervolgonderzoek wordt ingesteld, zijn aangiften een bron van informatie voor de politie waarmee zij criminaliteit nog beter kan aanpakken. Zo kan de politie gerichter acties ondernemen, zoals extra surveillances of het inzetten van opsporingsmiddelen. Daar gaat een preventieve werking van uit. Ook kunnen maatregelen op basis van de hierop gebaseerde analyses ertoe leiden dat de politie alsnog een gericht vervolgonderzoek kan starten.

  • Vraag 8
    Worden aangiften overal in Nederland op dezelfde manier opgepakt? Klopt het dat het vaak langer duurt om een aangifte te behandelen als deze in een andere eenheid wordt gedaan dan die waar het delict heeft plaatsgevonden? Zijn de systemen van de verschillende eenheden aan elkaar gekoppeld? Zo nee, op welke termijn gaat dit gebeuren?

    Met de komst van de nationale politie worden werkprocessen steeds meer geüniformeerd. Sinds 1 januari 2014 is er een vernieuwde aanwijzing voor de opsporing van kracht. De aanwijzing geeft duidelijke inhoudelijke kaders voor de afweging of naar aanleiding van een aangifte al dan niet wordt overgegaan tot opsporing en bepaalt waar de verantwoordelijkheid ligt voor het maken van die afwegingen en het nemen van beslissingen. Er is hierbij ruimte voor lokale prioriteiten en maatwerk. Hierdoor kan het voorkomen dat er verschillen zijn in de manier waarop vervolg wordt gegeven aan een aangifte. Internetaangiftes worden op basis van de pleeglocatie automatisch gerouteerd naar de tien verwerkende eenheden. Omdat een internetaangifte in veel gevallen geen aanknopingspunten biedt voor verdere opsporing (zie het antwoord op vraag 7), zal er ten aanzien van deze aangiftes weinig verschil zijn in de opvolging bij de eenheden.
    Burgers kunnen aangifte doen van een delict bij elke eenheid. Aangiften worden behandeld door de eenheid waar het delict heeft plaatsgevonden.
    Sinds de invoering van de nationale politie is al veel vooruitgang geboekt met de verbetering van de belangrijkste IV-systemen. Met de komst van bijvoorbeeld SUMMIT is geborgd dat alle rechercheurs door heel Nederland toegang hebben tot voor hun relevante opsporingsinformatie. Dit zal successievelijk ook voor andere systemen bereikt gaan worden. Dat geldt dus ook voor de hier relevante basisvoorziening Handhaving. Tot die tijd vergt de interne overdracht van een elders gedane aangifte nog enig handwerk waar de burger overigens geen last van heeft.

  • Vraag 9
    Hebben de door het kabinet ingevoerde aanpassingen rondom aangiften geleid tot een verhoging van het ophelderingspercentage? Hebben deze aanpassingen voorts geleid tot een verhoging van de bureaucratische lasten? In hoeverre is er sprake van een toename van de administratieve handelingen naar aanleiding van het online doen van aangifte?

    De politie werkt aan de verbetering van de kwaliteit van de intake en afhandeling van de aangifte. Deze inspanningen beogen samen met andere maatregelen (bijvoorbeeld maatregelen in het kader van het traject versterking prestaties van de strafrechtketen (VPS)) bij te dragen aan de verbetering van de kwaliteit in de opsporing. Dit zal mede ertoe moeten bijdragen dat het ophelderingspercentage verder wordt verhoogd.
    Politie en OM werken in het kader van VPS samen aan de verbetering van de kwaliteit van het proces van opsporing en vervolging van misdrijven. De maatregelen hebben onder meer betrekking op de inzet van een kwaliteitscontrole op de gemaakte producten, het inrichten van bureaus Ketensamenwerking, opleidingen en sturing en monitoring op kwaliteit en tijdigheid van inzending van het proces-verbaal. In de rapportages VPS informeer ik uw Kamer twee keer per jaar over de voortgang van de getroffen en de te nemen maatregelen. Voorts werkt de politie aan de vermindering van administratieve lasten, opdat ruimte ontstaat voor verdere verbetering van de kwaliteit. Dit geldt voor het aangifteproces in het algemeen en meer in het bijzonder voor het proces rondom de internetaangifte. Met de afhandeling van internetaangiften zijn beslist minder administratieve lasten gemoeid dan wanneer deze aangiften op het politiebureau zouden zijn gedaan.

  • Vraag 10
    Is de kwaliteit van de aangiften de afgelopen jaren verbeterd of verslechterd? Op basis waarvan kunt u dit concluderen en kunt u dit toelichten?

    De politie is volop bezig met het ten uitvoering brengen van de maatregelen voor het verbeteren van het aangifteproces met als doel het verhogen van de kwaliteit van de intake en het verhogen van de kwaliteit van de afhandeling van de aangifte. Dit moet de kwaliteit van de aangiften verbeteren. Aangezien de verbeterslag nog volop gaande is, acht ik het te vroeg om daar al een oordeel over te geven.

  • Vraag 11
    Is de aangiftebereidheid de afgelopen jaren omhoog of omlaag gegaan? Hoe verklaart u dit? Wat doet u om het vertrouwen van burgers en politieagenten rondom het doen van aangifte te verbeteren? Bent u bereid om de Kamer over de voortgang in de aangiftebereidheid regelmatig te rapporteren?

    De meldings- en aangiftebereidheid is de afgelopen jaren stabiel gebleven. De verbetering van het aangifteproces heeft tot doel de aangifte- en meldingsbereidheid te vergroten. Belangrijk onderdeel daarvan is de verbetering van dienstverlening aan burgers t.a.v. bijvoorbeeld de sterk verruimde mogelijkheden om aangiften te kunnen doen (multichannel aanpak) of de terugmelding na gedane aangifte bij een aantal geselecteerde delictsoorten.
    Daarnaast wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan gerichte maatregelen die nog verder moeten leiden tot een hogere aangifte- en meldingsbereidheid, bijvoorbeeld op het terrein discriminatie.
    Jaarlijks publiceren het WODC, het CBS en de Raad voor de rechtspraak gezamenlijk de uitgave «Criminaliteit en Rechtshandhaving» waarin zij de ontwikkelingen in en samenhangen tussen criminaliteit en rechtshandhaving in kaart brengen. Hierin is ook de aangiftebereidheid, uitgesplitst naar ondervonden delicten opgenomen.

  • Vraag 12
    Hoe garandeert u het snelle, homogene en adequate afhandelen van aangiftes bij de implementatie van de zogenaamde multichannelaanpak, zonder afbreuk te doen aan de privacy of het vertrouwen van burgers en zonder extra lasten voor de politie te veroorzaken?

    Zie mijn beantwoording van vragen 7, 8 en 9.

  • Mededeling - 6 januari 2015

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Berndsen-Jansen (D66) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de zin en onzin van aangifte doen (ingezonden 4 december 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z22310
Volledige titel: De zin en onzin van aangifte doen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-1052
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Berndsen-Jansen over de zin en onzin van aangifte doen