Kamervraag 2014Z20036

Uitlevering van personen aan landen met de doodstraf

Ingediend 7 november 2014
Beantwoord 19 december 2014 (na 42 dagen)
Indieners Harry van Bommel (SP), Michiel van Nispen (SP)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen recht staatsrecht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z20036.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-896.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Mag uitlevering aan staat met doodstraf?»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat goedkeuring is gegeven aan de uitlevering van een van moord verdachte Amerikaan aan de Amerikaanse staat Texas, waar de doodstraf van kracht is en ook geregeld wordt uitgevoerd? Zo nee, wat is dan de situatie?

    De uitlevering aan de Verenigde Staten (VS) is toegestaan nadat de autoriteiten van de staat Texas hebben gegarandeerd dat het opleggen van de doodstraf in deze zaak niet aan de orde is. Deze toezegging is verstrekt door tussenkomst van het federale Departement van Justitie in Washington. In dit geval zal dan ook geen sprake kunnen zijn van een wijziging van strafeisen in de zin dat alsnog de doodstraf wordt geëist. De voorzieningenrechter te Den Haag heeft bij kort gedingvonnis van 21 november 2014 geoordeeld dat ik op goede gronden heb aangenomen dat strafrechtelijke vervolging in de VS, voor het delict in verband waarmee uitlevering is verzocht, niet zal leiden tot het opleggen van de doodstraf.

  • Vraag 3
    Klopt het dat de strafeisen in Texas in de praktijk kunnen veranderen waardoor alsnog de doodstraf geëist kan worden? Zijn u hier voorbeelden van bekend?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Is het in dit specifieke geval waar dat de ingeschakelde psychiater, die concludeerde dat uitlevering geen aanzienlijke gezondheidsschade voor de verdachte zal meebrengen, de verdachte niet zelf heeft onderzocht? Zo ja, welke gevolgen heeft dit (mogelijk) voor de oordeelsvorming?

    De verdachte is in persoon onderzocht door een psychiater van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie (NIFP). De voorzieningenrechter heeft in het onder antwoord 3 genoemde vonnis geoordeeld dat deze wijze van beoordeling zorgvuldig en rechtmatig was.

  • Vraag 5
    Wat is het beleid van het kabinet aangaande uitlevering van personen die verdacht worden van misdrijven waarvoor de doodstraf opgelegd kan worden? Onder welke voorwaarden wordt in dergelijke gevallen onvoldoende belemmering voor uitlevering gezien?

    In artikel 8 van de Uitleveringswet is bepaald dat uitlevering niet plaatsvindt indien de doodstraf is gesteld op het feit waarvoor de uitlevering is gevraagd, tenzij voldoende is gewaarborgd dat die straf niet ten uitvoer zal worden gelegd. Dit betekent dat in alle gevallen waarin de doodstraf dreigt, Nederland van het verzoekende land een ondubbelzinnige garantie verlangt dat deze straf niet zal worden opgelegd. Blijft een dergelijke toezegging uit, zal uitlevering worden geweigerd.
    Verder verwijs ik naar het antwoord op vraag 7.

  • Vraag 6
    Hoe verhoudt het uitleveren van personen aan landen waar de doodstraf mogelijk wordt opgelegd zich tot het Europees en het Nederlands recht? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Bent u bekend met de uitspraak van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) d.d. 4 september 2014, waarin het Hof oordeelde dat uitlevering van een Tunesiër in strijd was met artikel 3 EVRM omdat hem in de VS een levenslange gevangenisstraf boven het hoofd hing én de VS geen adequate herzieningsprocedure kent?2 Wat is uw reactie op deze uitspraak? Deelt u de mening dat in het licht van deze uitspraak het uitleveren van personen aan de VS,terwijl de doodstraf dreigt, ook strijdig is met onder andere artikel 3 EVRM?

    Ik ben bekend met deze uitspraak. In het onderhavige geval van uitlevering van een Amerikaan aan de VS is geen sprake van een levenslange gevangenisstraf. Er is wel sprake van een regime inzake vervroegde invrijheidstelling dat voldoet aan de eisen die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens daaraan stelt in het genoemde arrest, aangezien voorwaardelijke invrijheidstelling kan plaatsvinden op basis van objectieve, vooraf bepaalde criteria. Ik deel de mening derhalve niet dat deze uitlevering strijdig is met de verplichtingen die uit het EVRM voortvloeien.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat Nederland geen personen zou moeten uitleveren aan landen als zij mogelijk de doodstraf opgelegd zullen krijgen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Mededeling - 4 december 2014

    Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dat de schriftelijke vragen van het leden Van Bommel en Van Nispen (beiden SP) over uitlevering van personen aan landen met de doodstraf (ingezonden 7 november 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z20036
Volledige titel: Uitlevering van personen aan landen met de doodstraf
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-896
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Bommel en Van Nispen over uitlevering van personen aan landen met de doodstraf