Kamervraag 2014Z18454

De vuurwerkopslag in Heerde

Ingediend 17 oktober 2014
Beantwoord 28 november 2014 (na 42 dagen)
Indieners Carla Dik-Faber (CU), Peter Oskam (CDA), Kees van der Staaij (SGP)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen natuur en milieu stoffen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z18454.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-702.html
  • Vraag 1
    Kunt u garanderen dat, naar aanleiding van uw antwoord op eerdere vragen1 dat er explosiegevaar bestaat met betrekking tot de vuurwerkopslag in Heerde, bij een explosie van deze opslag enkel schade optreedt aan de opslag zelf en niet aan (onder meer) het zorgcentrum en de supermarkt die zich binnen een straal van 100 meter bevinden?

    Het Vuurwerkbesluit stelt eisen aan de (buffer)bewaarplaatsen van consumentenvuurwerk. Deze moeten zodanig zijn geconstrueerd dat de effecten van een mogelijke drukopbouw als gevolg van een calamiteit in de (buffer)bewaarplaatsen via de deuropening worden afgelaten. Deze deur moet zelfsluitend zijn uitgevoerd en zal derhalve alleen open getild worden om een mogelijke overdruk in de bewaarplaatsen af te laten. Daarnaast zijn de (buffer)bewaarplaatsen voldoende brandwerend uitgevoerd om de leefomgeving te beschermen tegen branddoorslag en brandoverslag. Tot slot zijn alle (buffer)bewaarplaatsen voorzien van een automatische sprinklerinstallatie om een eventuele brand te doven. Hierdoor zullen de schadelijk effecten (hittestraling en uitworp vuurwerkartikelen) van een calamiteit in de (buffer)bewaarplaatsen beperkt blijven tot de bewaarplaatsen zelf en de directe nabijheid van de deuropening.
    Zoals ik in de beantwoording van eerdere vragen heb aangegeven, heeft de gemeente Heerde de vergunning verleend voor de opslag. De gemeente heeft na consultatie van de brandweer van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland geconstateerd dat aan de veiligheidsvoorschriften is voldaan. Ik vertrouw er derhalve op dat de gemeente, daarbij geadviseerd door de Veiligheidsregio, op de juiste wijze uitvoering heeft gegeven aan het Vuurwerkbesluit.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat, hoewel er formeel sprake is van «consumentenvuurwerk» in de opslag van Heerde, het gezien de hoeveelheid (500 kilo), de nabije aanwezigheid van het zorgcentrum, de supermarkt en het tankstation alsmede de gevoelens van onveiligheid van bewoners, geen geschikte plek is om vuurwerk op te slaan?

    Omdat effecten van een eventuele calamiteit binnen de (buffer)bewaarplaats en de omgeving van de deur blijven (zie antwoord op vraag 1), deel ik uw mening niet.

  • Vraag 3
    Kunt u aan alle 25 veiligheidsregio’s deze casus in Heerde doen toekomen met het verzoek om te inventariseren of bij de veiligheidsregio’s (1) meer plekken bekend zijn in het land waar de opslag van consumentenvuurwerk dicht is gelegen bij kwetsbare objecten en (2) dit risico’s kan opleveren voor omwonenden en omgeving bij explosiegevaar? Zou u de uitkomsten hiervan aan de Kamer willen doen toekomen?

    (Buffer)bewaarplaatsen van consumentenvuurwerk moeten aan de eisen van het Vuurwerkbesluit voldoen. Zoals ik in het antwoord op vraag 1 heb aangegeven, beperken de gevolgen van een eventuele calamiteit zich tot de bewaarplaats zelf. Dit levert daarom geen risico op voor omwonenden. Er is dan ook geen reden om de veiligheidsregio’s een dergelijke inventarisatie uit te laten voeren.

  • Vraag 4
    Baseert u uw stelling dat het effect van een eventuele calamiteit tot de betreffende vuurwerkopslag in Heerde beperkt zal zijn op de aanname dat de voorgeschreven sprinklers en de genoemde draadkorven dit effect zullen verhinderen?

    In mijn antwoord op vraag 1 heb ik uiteengezet welke eisen op grond van het Vuurwerkbesluit gelden. Die moeten voorkomen dat een eventuele calamiteit tot schade voor omwonenden leidt. Sprinklers en draadkorven maken daar deel van uit, maar het eisenpakket omvat meer.

  • Vraag 5
    Is het waar dat de genoemde draadkorven met name bestemd zijn voor vervoer en dat het betreffende vuurwerk in de opslag in Heerde buiten het bereik ligt van deze draadkorven?

    De verpakking van het vuurwerk in draadkorven is bedoeld om de effecten van een eventuele calamiteit te beperken zowel tijdens het transport als tijdens opslag.

  • Vraag 6
    Op welke wijze wordt middels de dakconstructie van de opslag rekening gehouden met het explosiegevaar binnen de vuurwerkopslag?

    De vuurwerkbewaarplaatsen moeten volgens het Vuurwerkbesluit zodanig geconstrueerd zijn dat een mogelijke drukopbouw in de bewaarplaats altijd via de deuropening wordt afgelaten. De dakconstructie en de gevels van de vuurwerkbewaarplaatsen dienen niet om de druk af te laten.

  • Vraag 7
    Wat is de aanpak van de veiligheidsregio’s met betrekking tot de aanpak van gevaarlijke stoffen-incidenten en verschilt deze aanpak per veiligheidsregio of is deze overal gelijk?

    De aanpak van incidenten met gevaarlijke stoffen door de veiligheidsregio’s is in grote lijnen als volgt.
    De meldkamer alarmeert de benodigde hulpverleningseenheden en -functionarissen op basis van de meldingsinformatie (incidentlocatie, wel/geen brand, transportongeval, risicobedrijf, wel/geen slachtoffers etc.) en haar informatiesystemen (object- en omgevingsinformatie waaronder de aanwezigheid van vuurwerkopslagplaatsen en procedures). Gealarmeerd worden: brandweervoertuigen, ambulances, politie-eenheden, leidinggevenden en specialistische functionarissen.
    De leidinggevenden van de hulpverlenende diensten bepalen, op grond van nadere (verkennings)gegevens, welke eenheden aanvullend worden gealarmeerd en welke processen worden gestart.
    Bij ongevallen met gevaarlijke stoffen worden maatregelen genomen om de bron te bestrijden en maatregelen om effecten in de omgeving te voorkomen of beperken. Deze maatregelen kunnen ondermeer betreffen: het waarschuwen en informeren van de bevolking met sirenes, NL Alert en/of (social) media, schuilen in woningen en gebouwen, ontruimen en evacueren en het stilleggen van het verkeer.
    De coördinatie van de incidentbestrijding vindt in iedere veiligheidsregio plaats volgens de Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure (GRIP), zoals beschreven in het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming (Kamerstuk 29 668, nr. 37).
    Veiligheidsregio’s kunnen een beroep doen op het Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijke Stoffen (LIOGS), dat in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie ondergebracht is bij DCMR Milieudienst Rijnmond. Het LIOGS adviseert veiligheidsregio’s in de acute fase van de incidentbestrijding (het eerste uur) over de gevaren van de bij het incident betrokken gevaarlijke stoffen en de te nemen maatregelen. Bovendien kunnen veiligheidsregio’s via het LIOGS gebruik maken van assistentiemogelijkheden van het bedrijfsleven.
    Naar aanleiding van de brand bij Chemie Pack is een landelijke kennisadviesstructuur opgezet, waarvoor de Inspectie Leefomgeving en Transport systeemverantwoordelijk is. Onderdeel van deze structuur is het Crisis Expert Team Milieu en Drinkwater, een 24 uur per dag 7 dagen per week bereikbaar operationeel netwerk van de kennisinstituten (o.a. het RIVM) op het gebied van milieu en drinkwater. Veiligheidsregio’s worden door het Crisis Expert Team Milieu en Drinkwater geadviseerd aansluitend op de advisering door het LIOGS.
    In alle veiligheidsregio’s is de aanpak van ongevallen met gevaarlijke stoffen gelijk. Die aanpak is gebaseerd op GRIP, wordt uitgevoerd volgens dezelfde processen en maakt gebruik van dezelfde expertise.

  • Vraag 8
    Kunt u aangeven waar de vernietiging van in beslaggenomen vuurwerk plaatsvindt en wat de jaarlijkse kosten hiervan zijn?

    In 2012 waren de totale kosten voor de vernietiging van het vuurwerk € 1,6 mln en in 2013 € 1,9 mln. De vernietigingen worden uitgevoerd bij EST Energetics GmbH in Duitsland. Domeinen Roerende Zaken van het Ministerie van Financiën houdt toezicht op de vernietiging. De ILT is in 2014 een nieuwe aanpak gestart waarbij importeurs via bestuursrechtelijke weg wordt opgedragen afgekeurd consumentenvuurwerk uit de handel te nemen. Hierdoor nemen de kosten waarschijnlijk af.

  • Vraag 9
    Is het waar dat in een aantal andere landen het bestrijden van een brand in een consumentenvuurwerkopslag met water (gezien de mogelijk reactie met magnesium houdend vuurwerk) verboden is? Hoe vindt deze bestrijding in Nederland plaats?

    Door diverse deskundigen (RIVM, TNO, IFV, en buitenlandse instanties) is in de afgelopen jaren naar de gevolgen van het blussen van een brand in een vuurwerkopslagplaats gekeken. Uit die onderzoeken blijkt dat het blussen van een beginnende brand in een vuurwerkopslagplaats prima met water kan. Daarom is en blijft in het Vuurwerkbesluit een automatisch werkende sprinklerinstallatie voorgeschreven.

  • Mededeling - 6 november 2014

    Op 17 oktober 2014 ontving ik Kamervragen van de leden Oskam (CDA), Dik-Faber (CU), en Van der Staaij (SGP) over de vuurwerkopslag in Heerde voor mijzelf en de Minister van Veiligheid en Justitie. Doordat gegevens voor de beantwoording van de vragen bij externe partijen aanwezig zijn en het oordeel van experts wordt gevraagd in sommige vragen, vraagt de beantwoording tot mijn spijt meer tijd. Ik streef er naar de vragen voor 28 november te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z18454
Volledige titel: De vuurwerkopslag in Heerde
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-702
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Oskam, Dik-Faber en Van der Staaij over de vuurwerkopslag in Heerde