Kamervraag 2014Z09074

De berichten waaruit blijkt dat een consulent van Stichting De Einder adviezen over zelfdoding geeft

Ingediend 20 mei 2014
Beantwoord 2 juli 2014 (na 43 dagen)
Indieners Mona Keijzer (CDA), Kees van der Staaij (SGP)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen ethiek zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z09074.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2402.html
  • Vraag 1
    Kent u de berichten waaruit blijkt dat een van de consulenten van Stichting De Einder een jonge vrouw, zonder grondig onderzoek en professionele hulpverlening, concrete adviezen heeft gegeven over de methoden waarmee zij een eind aan haar leven kan maken en een adres heeft verschaft voor het verkrijgen van middelen om zichzelf van het leven te beroven?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat vindt u van deze handelwijze? Deelt u de mening dat een dergelijke handelwijze een ongewenste ontwikkeling is?

    Het Openbaar Ministerie (OM) stelt een onderzoek in naar aanleiding van voornoemde berichtgeving. Over lopende onderzoeken van het OM kan ik in het belang van het onderzoek geen mededelingen doen. Overigens kan zonder onderzoek reeds worden vastgesteld dat van overtreding van artikel 294 van het Wetboek van Strafrecht in ieder geval geen sprake is, omdat in ieder geval aan een van de delictsbestanddelen niet is voldaan: er is geen zelfdoding gevolgd.

  • Vraag 3
    Hoe verhoudt het zo gemakkelijk toegang hebben tot advisering over zelfdoding zich tot het algemene uitgangspunt van het beleid van suïcidepreventie?

    Het beleid van suïcidepreventie is erop gericht om mensen die suïcidaal zijn eerder te signaleren en gericht hulp aan te bieden. Dat sluit niet uit dat mensen zelf op zoek gaan naar informatie of advies over zelfdoding.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat het feit dat een middel voor zelfdoding zo eenvoudig beschikbaar is onmogelijk positief kan bijdragen aan het terugdringen van het aantal gevallen van zelfdoding?

    Er zijn zeer veel (genees)middelen beschikbaar op de nationale en internationale markt die -afhankelijk van gebruik en dosering – een dodelijke werking kunnen hebben. Het is ondoenlijk om de beschikbaarheid van al deze middelen te beperken. Daarom is mijn inzet er in de eerste plaats op gericht om mensen die suïcidaal gedrag vertonen eerder te signaleren en gerichte zorg aan te bieden. Zie ook het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het bieden van adviezen, zoals dit in het concrete geval van de consulent van Stichting De Einder blijkt te gebeuren, veel verder gaat dan het bieden van algemene informatie en in lijn met uitspraken van de Hoge Raad, waarin wordt gesteld: «Wel strafbaar is in beginsel degene die in het concrete geval middelen verschaft of toedient en duidelijke, op navolging en uitvoering gerichte instructies geeft aan degene die tot zelfdoding heeft besloten.», strafbaar is?2 Deelt u de mening dat het hier erom gaat of de verdachte het door zijn handelen voor de ander mogelijk of gemakkelijker heeft gemaakt om zichzelf te doden en dat hier in dit geval sprake van is, ook al heeft de zelfdoding niet daadwerkelijk plaatsgevonden?3

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat het bieden van zulke informatie gekwalificeerd dient te worden als behulpzaam zijn bij zelfdoding en het verschaffen van (toegang tot) middelen voor die zelfdoding, zoals verboden in artikel 294 van het Wetboek van Strafrecht, danwel het opzettelijk uitlokken van een strafbaar feit?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 7
    Bent u bereid het Openbaar Ministerie te vragen in hoeverre er in deze casus sprake is van behulpzaamheid bij zelfdoding of een ander strafbaar feit?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 8
    Bent u tevens bereid te onderzoeken welke civielrechtelijke- of strafrechtelijke maatregelen mogelijk zijn tegen de stichting voor wie deze consulent werkt? Bent u bereid te onderzoeken of het mogelijk is deze stichting vanwege strijd met de openbare orde of de goede zeden of vanwege het voorkomen van strafbare feiten te verbieden, danwel in ieder geval onmogelijk te maken nog langer adviezen te geven die behulpzaam zijn bij zelfdoding?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 9
    Welke mogelijkheden zijn er nationaal of internationaal om de betrokken Chinese organisatie aan te pakken wegens het te koop aan bieden of verhandelen van middelen met dodelijke werking?

    Op grond van artikel 61 van de Geneesmiddelenwet is het verboden geneesmiddelen te koop aan te bieden of ter hand te stellen door anderen dan apothekers, huisartsen met vergunning of daartoe bij ministeriële regeling aangewezen personen of instanties. Overtreding van dit artikel kan door de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) worden bestraft met een bestuurlijke boete (artikel 101 Geneesmiddelenwet). Op grond van artikel 1 van de Wet op de economische delicten kan tevens een strafrechtelijk onderzoek worden ingesteld door het OM. Wanneer sprake is van middelen die zijn opgenomen in (de lijsten van) de Opiumwet, kan mogelijk ook sprake zijn van overtreding van deze wet. Of er in dit concrete geval voldoende aanleiding is tot bestuurlijk dan wel strafrechtelijk optreden jegens de aanbieder van het middel staat ter beoordeling van de IGZ en het Functioneel Parket van het OM.

  • Vraag 10
    Bent u bereid, indien na onderzoek blijkt dat er geen (straf)rechtelijke mogelijkheden zijn om tegen deze organisatie op te treden, te bevorderen dat artikel 294 van het Wetboek van strafrecht en/of andere strafbepalingen zodanig worden aangepast dat hier ook tegen opgetreden kan worden?

    Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 9 zijn er diverse (straf)rechtelijke mogelijkheden om tegen dergelijke organisaties op te treden.

  • Mededeling - 11 juni 2014

    Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat de schriftelijke vragen van de leden Van der Staaij en Keijzer (SGP en CDA) over de berichten waaruit blijkt dat een consulent van Stichting De Einder adviezen over zelfdoding geeft (ingezonden 20 mei 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z09074
Volledige titel: De berichten waaruit blijkt dat een consulent van Stichting De Einder adviezen over zelfdoding geeft
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-2402
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van der Staaij en Keijzer over de berichten waaruit blijkt dat een consulent van Stichting De Einder adviezen over zelfdoding geeft