Kamervraag 2014Z05623

Discriminatie van zwangere vrouwen op de arbeidsmarkt

Ingediend 27 maart 2014
Beantwoord 17 april 2014 (na 21 dagen)
Indiener Sadet Karabulut
Beantwoord door Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen organisatie en beleid werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z05623.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1764.html
  • Vraag 1
    Wat vindt u van de oproep van het College voor de Rechten van de Mens om iets te doen aan zwangerschapsdiscriminatie?1

    Allereerst wil ik benadrukken dat elk geval van discriminatie ongewenst en onacceptabel is. Discriminatie van zwangere vrouwen op de arbeidsmarkt heeft een negatieve invloed op de arbeidsparticipatie en carrièremogelijkheden van vrouwen. Ook heeft dit gevolgen voor de economische zelfstandigheid van vrouwen.
    Mensen die worden geconfronteerd met discriminatie moeten hier melding van maken. Op deze wijze kan een beter inzicht in de aard en omvang van discriminatie ontstaan en kan discriminatie worden aangepakt. Ik ben dan ook blij dat de vier vrouwen over wie een oordeel is uitgesproken door het College voor de Rechten van de Mens (het College) melding hebben gemaakt van mogelijke discriminatie. Het is van belang dat er over dit soort zaken uitspraken zijn. Door de aandacht die het College hieraan geeft wordt de aandacht gevestigd op het probleem van discriminatie op de arbeidsmarkt bij zwangerschap.
    Uit het onderzoek «Hoe is het bevallen?» (2012) van de Commissie Gelijke behandeling (thans College voor de Rechten van de Mens) blijkt dat 45% van de vrouwen die in de periode 2007 tot en met maart 2011 zwanger waren of moeder zijn geworden én tijdens de zwangerschap of het moederschap werkten of werk zochten, een situatie heeft meegemaakt die mogelijk op discriminatie wijst.
    Bij brief van 22 maart 2012 (Kamerstukken II, 2011/2012, 30 420, nr. 162) heeft de toenmalige Staatssecretaris van SZW, mede namens de toenmalige Minister van OCW, gereageerd op dit onderzoek. In het onderzoek wordt gesteld dat het probleem niet is dat er onvoldoende regelgeving is die discriminatie vanwege zwangerschap en moederschap verbiedt, maar dat werkgevers en werknemers onvoldoende op de hoogte zijn van hun rechten en plichten die uit de regelgeving voortvloeien. De aanbevelingen uit het onderzoek die aan de overheid zijn gericht, hebben dan ook betrekking op voorlichting. Om die reden is de informatie over zwangerschap/ouderschap en werk op de website www.rijksoverheid.nl gebundeld en derhalve beter vindbaar. Ook is een verwijzing toegevoegd naar de webpagina www.zwangerenwerk.nl van het College voor de Rechten van de Mens.
    Het kabinet heeft de Sociaal-Economische Raad (SER) om advies gevraagd over discriminatie op de arbeidsmarkt. Dit advies wordt in april verwacht. Ik heb, onder andere tijdens het Algemeen Overleg Integratie van 12 maart jl., aangegeven dat ik naar aanleiding van het SER advies met een actieplan met betrekking tot de aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt zal komen. In dit actieplan zal ik ook ingaan op eventuele maatregelen met betrekking tot het tegengaan van zwangerschapsdiscriminatie.

  • Vraag 2
    Wat is uw reactie op de constatering dat ruim 45 procent van de zwangere vrouwen negatieve ervaringen heeft met zwangerschap? Hoe gaat u ervoor zorgen dat werkgevers op de hoogte zijn van anti-discriminatie wetten en regels en deze ook naleven?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Welke andere maatregelen gaat u treffen om zwangerschapsdiscriminatie te bestrijden?

    Zie antwoord vraag 1.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z05623
Volledige titel: Discriminatie van zwangere vrouwen op de arbeidsmarkt
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1764
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Karabulut over discriminatie van zwangere vrouwen op de arbeidsmarkt