Kamervraag 2014Z05235

Het bericht ‘322 keer euthanasie via Levenseindekliniek’

Ingediend 21 maart 2014
Beantwoord 14 april 2014 (na 24 dagen)
Indiener Khadija Arib (PvdA)
Beantwoord door Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z05235.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1725.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht «322 keer euthanasie via Levenseindekliniek»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat is uw oordeel over dit aantal? Wat zeggen deze aantallen over de noodzaak van het bestaan van de Levenseindekliniek?

    Dit bericht, tezamen met de achterliggende cijfers van de Levenseindekliniek, schetst een beeld waaruit blijkt dat de kliniek in een behoefte voorziet, met name voor een specifieke groep patiënten met complexe euthanasieverzoeken.
    Zo blijkt uit het totaal aantal aanmeldingen bij de Levenseindekliniek (ruim 1.500 in twee jaar) dat er een groep patiënten is bij wie de arts een verzoek om euthanasie niet heeft ingewilligd en die vervolgens naar de Levenseindekliniek is gegaan.
    Een deel van de bij de kliniek ingediende verzoeken voldoet aan de wettelijke eisen. In twee jaar tijd is 205 maal euthanasie en hulp bij zelfdoding verleend en er zijn tot nu toe 133 meldingen door de Regionale toetsingscommissies euthanasie beoordeeld, alle als zorgvuldig. Veel van de verzoeken betreffen complexere euthanasieverzoeken, zoals een stapeling van ouderdomsklachten, dementie of somatische aandoeningen die geen oncologische oorzaak hebben. In 117 gevallen is het verzoek alsnog gehonoreerd door de behandelend arts, wat de ondersteunende functie aangeeft van de Levenseindekliniek. Al deze informatie schetst het beeld dat de kliniek een plaats vervult binnen het huidige systeem, dat de kliniek ondersteunend kan zijn voor artsen en dat daar kennis over complexe euthanasieverzoeken samenkomt. De Levenseindekliniek heeft op haar congres aangegeven in 2014 deze kennis graag te willen inzetten voor het verstrekken van informatie aan behandelend artsen en SCEN-artsen, het bieden van nascholing en het bieden van een mogelijkheid om als mentor of buddy samen met een behandelend arts op te trekken. Deze initiatieven lijken me nuttig.

  • Vraag 3
    Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen?2

    Uiteraard.

  • Vraag 4
    Refereerde u in antwoord op vraag 5 aan de rol van de huisarts toen u beloofde «de vinger aan de pols te houden bij de komende ontwikkelingen»? Zo nee, waar refereerde u dan aan? Zo ja, bent u van mening dat huisartsen hun taak bij een levenseindeverzoek beter uitvoeren? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, waarom niet?

    Ik refereerde hierbij niet aan de rol van de huisarts, maar aan de financiële positie van de Levenseindekliniek. Op dit moment blijkt dat vrijwel alle verzekeraars afspraken hebben gemaakt met de Levenseindekliniek.

  • Vraag 5
    Bent u in gesprek gegaan met de beroepsgroep over de verdere kennisvermeerdering, de verbetering van de communicatie bij artsen over de zorg in de laatste levensfase, zoals u in antwoord op vraag 7 heeft aangekondigd? Zo ja, wat heeft dit gesprek opgeleverd? Zo nee, wanneer gaat u in gesprek met de beroepsgroep om te praten over de kwaliteit van de begeleiding, de kennis bij de artsen en de communicatie binnen behandelrelatie te verbeteren?

    Zoals ik in mijn antwoord heb aangegeven, is in gesprekken met de beroepsgroep het belang benadrukt van kennisvermeerdering over zorg in de laatste levensfase. Momenteel draagt de KNMG bij aan verbetering van de communicatie over de laatste levensfase, onder meer door middel van het project «Passende zorg in de laatste levensfase». Mede dankzij subsidie van VWS wordt in april gestart met het project «Helder communiceren over euthanasie». Dit is een samenwerking tussen de KNMG, LHV, NHG, Verenso en OMS. Huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en medisch specialisten zetten zich daarmee in 2014 extra in voor een heldere communicatie met patiënt en naasten over euthanasie. Daarnaast gaan medewerkers van VWS nog voor de zomer met ouderenorganisaties, patiëntenorganisaties en beroepsgroepen in gesprek over het voeren van gesprekken over het levenseinde.

  • Vraag 6
    Kent u het bericht: Toetsingscommissies: Levenseindekliniek handelt zorgvuldig bij psychiatrisch patiënten?3

    Ja.

  • Vraag 7
    Hoe vaak heeft de Levenseindekliniek een euthanasiebegeleiding verzorgd van een patiënt met ernstige psychiatrische aandoeningen?

    De Levenseindekliniek heeft in 2013 twaalf maal euthanasie of hulp bij zelfdoding verleend aan patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z05235
Volledige titel: Het bericht ‘322 keer euthanasie via Levenseindekliniek’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1725
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Arib over het bericht ‘322 keer euthanasie via Levenseindekliniek’