Kamervraag 2014Z03810

Terugroepactie sleurt vleesbedrijven mee

Ingediend 3 maart 2014
Beantwoord 19 maart 2014 (na 16 dagen)
Indiener Helma Lodders (VVD)
Beantwoord door Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen dieren landbouw voedselkwaliteit
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03810.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1458.html
1. Boerderij, 24 februari 2014
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Terugroepactie sleurt vleesbedrijven mee»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Herkent u zich in het beeld dat geschetst wordt dat de terugroepactie bij vleesverwerker Van Hattem Vlees tientallen andere middelgrote en kleinere vleesbedrijven in de ondergang dreigt mee te sleuren? Zo nee, waarom niet?

    Uit onderzoek van de NVWA is gebleken dat het bedrijf de herkomst van het uitgeleverde vlees over de periode 1 januari 2012 tot en met 23 januari 2014 niet kon aantonen. Bij partijen, waarvan de herkomst onbekend of onduidelijk is, kan niet worden gegarandeerd dat deze aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen en bijvoorbeeld de vereiste keuringen en monsternames hebben ondergaan. De NVWA was daarom op grond van Europese wetgeving genoodzaakt het vlees als niet geschikt voor humane consumptie aan te merken en het bedrijf te sommeren om dit uit voorzorg van de markt te laten halen.
    Bij de besluitvorming hierover staat de voedselveiligheid voorop. De consument moet erop kunnen vertrouwen dat producten betrouwbaar en veilig zijn. Levensmiddelbedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid en veiligheid van de grondstoffen en producten onder hun beheer. Zij zijn dus ook verantwoordelijk voor de gevolgen, als hieraan niet/onvoldoende wordt voldaan.
    Indien een ondernemer kan aantonen dat een partij volledig traceerbaar is en aan alle wettelijke voedselveiligheidsvoorschriften voldoet dan hoeft het vlees niet te worden teruggehaald of kan al teruggehaald vlees weer in de handel worden gebracht. De bewijslast hiervoor ligt bij de ondernemer.
    Op 11 maart jl. hadden acht bedrijven aangegeven de traceerbaarheid van hun producten te kunnen aantonen. Bij één bedrijf heeft de NVWA vastgesteld dat de traceerbaarheid inderdaad is aangetoond. Bij de overige bedrijven zijn de gegevens nog in onderzoek bij de NVWA.
    Op dit moment is nog niet met zekerheid te zeggen hoeveel van de bij de terugroepactie betrokken bedrijven de wettelijk vereiste veiligheid en traceerbaarheid van hun producten kunnen aantonen.

  • Vraag 3
    Klopt het dat door de actie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een sneeuwbaleffect dreigt waardoor een veelvoud van die 28 miljoen kilo vlees terug moet en tientallen andere bedrijven onterecht ook over de kop dreigen te gaan? Zo nee, waarom niet? Kunt u aangeven op welke wijze de NVWA in haar besluitvorming rekening heeft gehouden met deze gevolgen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Klopt het dat bij Van Hattem veel slachtingen in opdracht van derden plaatsvonden en dat de karkassen en karkasdelen direct na de slacht teruggaan naar de opdrachtgever om daar te worden uitgebeend? Zo ja, kunt u toelichten waarom het nodig is dat ook deze bedrijven moeten deelnemen aan de zogeheten recallactie?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Is het waar dat de vragen bij Van Hattem eerst gingen over 56 afgekeurde Shetland-ponys en dat zowel de NVWA als Rendac hier geen registratie van bijhoudt? Zo nee, gaat u in de toekomst maatregelen nemen om dit wel bij te houden? Deelt u de opvatting dat dit vreemd is aangezien Van Hattem is afgerekend op het bijhouden van de registratie? Zo nee, waarom niet?

    Nee. De noodzaak voor de recall is gegrond op meerdere afwijkingen in het systeem van tracking en tracing van dit bedrijf. De aanvoer van levende dieren en ter destructie afgevoerde dode dieren maakte hier onderdeel van uit.
    Na de aanvoer van dieren bepaalt het slachthuis welke dieren worden aangeboden voor de ante mortem keuring door de NVWA. Het kan voorkomen dat dieren, bijvoorbeeld pony’s, niet worden aangeboden voor deze keuring door bijvoorbeeld een onjuist of onvolledig paspoort. Deze dieren worden gedood en aangeboden voor destructie.
    Het bedrijf moet paardachtigen voor destructie individueel aanmelden bij Rendac. Op dit bedrijf werden paardachtigen met het overige destructiemateriaal (als bulk) afgevoerd. Zowel de NVWA als Rendac hebben geen verantwoordelijkheid voor het bijhouden van de registratie van deze dieren.

  • Vraag 6
    Deelt u de opvatting dat de NVWA in haar terugroepactie onvoldoende rekening heeft gehouden met de gevolgen voor de middelgrote en kleinere vleesbedrijven? Zo ja, wat kunt u hier op zowel korte als lange termijn aan doen?

    Ook middelgrote en kleinere vleesbedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid en veiligheid van de grondstoffen en geproduceerde producten en dienen te voldoen aan de wettelijke regels hieromtrent. Zij zijn dus ook verantwoordelijk voor de gevolgen, als hieraan niet of onvoldoende wordt voldaan. Zoals gezegd blijft bij de besluitvorming over de noodzaak van een terugroepactie de voedselveiligheid voorop staan. De consument moet kunnen vertrouwen op veilige en betrouwbare producten.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z03810
Volledige titel: Terugroepactie sleurt vleesbedrijven mee
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1458
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Lodders over terugroepactie sleurt vleesbedrijven mee