Kamervraag 2014Z02026

“Minimaal 100 studiehuizen Gülen-beweging in Nederland”

Ingediend 5 februari 2014
Beantwoord 19 maart 2014 (na 42 dagen)
Indiener Malik Azmani (VVD)
Beantwoord door Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen cultuur en recreatie onderwijs en wetenschap organisatie en beleid religie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z02026.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1508.html
1. EenVandaag, 30 januari 2014
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het item «Minimaal 100 studiehuizen Gülen-beweging in Nederland» in de uitzending van EenVandaag?1 Wat vindt u van de zorgelijke beelden?

    Ja, ik ben bekend met de uitzending van EenVandaag.

  • Vraag 2
    Bent u bekend met het bestaan van deze studiehuizen? Zo ja, wat vindt u van deze studiehuizen?

    Ja, ik ben bekend met het bestaan van dergelijke vormen van huisvesting. Het staat ouders vrij om hun kinderen onder te brengen in internaten of logies. Deze instellingen dienen zich evenwel in alle opzichten aan de wet te houden. In het geval de studenten 18 jaar of ouder zijn, zijn zij vrij om samen een huis te betrekken. In het wetsvoorstel «Wet op de jeugdverblijven» worden verblijven als internaatvoorziening aangemerkt die privaat gefinancierd zijn, en waar ten minste vier minderjarigen elk gedurende een half jaar meer dan de helft van de tijd buiten familieverband overnachten, of naar verwachting zullen overnachten. Hiervan lijkt geen sprake te zijn in de huizen waarnaar in de uitzending van EenVandaag wordt verwezen.

  • Vraag 3
    Bestaan er wettelijke eisen waar dergelijke studiehuizen aan moeten voldoen? Zo ja, voldoen deze studiehuizen daaraan? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Hoe kan het dat deze studiehuizen bijvoorbeeld niet onder het toezicht van de onderwijsinspectie vallen?

    Het onderwijstoezicht door de Inspectie van het Onderwijs is vastgelegd in de Wet op het
    Onderwijstoezicht. Deze wet regelt het toezicht op, bij of krachtens een onderwijswet geregeld onderwijs op instellingen in de zin van een Onderwijswet. Private initiatieven zoals deze studiehuizen vallen daar niet onder. Een aanbod dat vanuit dergelijke private initiatieven wordt verzorgd, kan evenmin gelden als onderwijs in de zin van de Leerplichtwet.

  • Vraag 5
    Is het inderdaad zo dat jongeren in deze studiehuizen gevoed worden met het gedachtengoed van Fethullah Gülen? Wat vindt u daarvan?

    Het is mij niet bekend of de studenten gevoed worden door het gedachtegoed van Fethullah Gülen. In Nederland is iedereen vrij om te geloven.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat deze studiehuizen segregatie in de hand werken? Zo ja, welke middelen staan u ter beschikking om dat tegen te gaan?

    Ik vind het in het algemeen niet wenselijk dat jongeren afgezonderd van
    de Nederlandse samenleving opgroeien of op enige wijze worden weg gehouden van de bredere samenleving waarin zij zich later moeten kunnen handhaven. Uit het onderzoek «De Fethullah Gülenbeweging in Nederland» opgesteld in 2010 op verzoek van de toenmalige minister Van der Laan, blijkt dat vroegere studenten en aanhangers van de Gülenbeweging de Nederlandse taal goed beheersen en zich goed kunnen redden op de arbeidsmarkt. Om een plek te vinden in Nederland is het van belang dat jongeren in aanraking komen met mensen met andere denkbeelden of een andere levensstijl. Ik vind het belangrijk dat jongeren daartoe gestimuleerd worden door de ouders of – als zij verblijven in studiehuizen – door de aanbieders van deze vorm van huisvesting. Een verkenning van de gemeente Amsterdam waarover het college van burgemeester en wethouders in juli 2013 aan de gemeenteraad heeft gerapporteerd, leert dat de bewoners van de studiehuizen in Amsterdam in alle gevallen op dat moment opleidingen volgden aan reguliere Nederlandse instellingen.

  • Vraag 7
    Ziet u ook parallellen met het fenomeen «moskee-internaat»?

    Indien jongeren onder de 18 jaar verblijven in deze huizen, zijn er zeker overeenkomsten. Zie ook het antwoord op vraag 2 en 3.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z02026
Volledige titel: Vragen van het lid Azmani (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over «Minimaal 100 studiehuizen Gülen-beweging in Nederland» (ingezonden 5 februari 2014).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1508
Volledige titel: Vragen van het lid Azmani (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over «Minimaal 100 studiehuizen Gülen-beweging in Nederland» (ingezonden 5 februari 2014).