Kamervraag 2014Z01520

Problemen met de JSF

Ingediend 29 januari 2014
Beantwoord 19 februari 2014 (na 21 dagen)
Indiener Jasper van Dijk
Beantwoord door Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen defensie internationaal
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z01520.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1246.html
  • Vraag 1
    Wat is uw oordeel over het rapport van het Pentagon, waaruit blijkt dat er grote problemen zijn met het onderhoud, de software en de betrouwbaarheid van de Joint Strike Fighter (JSF)?1

    De ontwikkelings- en testfase die nu gaande is, is bedoeld om technische onvolkomenheden te vinden en te corrigeren. Er resteren de komende tijd nog grote uitdagingen, in het bijzonder de tijdige ontwikkeling, integratie en de oplevering van de software. Het jaarlijkse rapport van DOT&E maakt dat wederom duidelijk. Het rapport bevat veel gedetailleerde (technische) informatie over de voortgang van de ontwikkeling van de F-35, maar brengt geen grote, nieuwe problemen aan het licht. Het rapport meldt weliswaar knelpunten en achterblijvende resultaten, maar het gaat veelal om punten die ook in vorige jaren al waren onderkend en waarvoor het Joint Program Office (JPO) maatregelen heeft getroffen. Er zijn volgens het JPO op dit moment geen onoverkomelijke problemen en er is geen noodzaak de planning aan te passen, ook niet die van de operationele testfase. Uitgaande van de levering van Nederlandse toestellen vanaf 2019, wordt verwacht dat die toestellen direct met de Block 3 software kunnen worden uitgerust. De beoogde Nederlandse datum van 2021, voor een eerste operationele eenheid (IOC), ligt voldoende ver in de toekomst om de effecten van een mogelijke vertraging op te kunnen vangen. Defensie volgt de ontwikkelingen nauwlettend. In de komende jaarrapportage zal ik u opnieuw informeren over de stand van zaken van het F-35 programma. De uitkomsten van het onderzoek van de DOT&E hebben op dit moment geen gevolgen voor de twee Nederlandse testtoestellen, noch voor de opleiding van het Nederlandse personeel. Ik acht het van grote waarde dat een onafhankelijke autoriteit het testprogramma kritisch volgt. Dit houdt het JPO scherp en komt daarmee de kwaliteit van het F-35 toestel ten goede. Het is dan ook in het belang van alle partnerlanden. Op 7 februari jl. heb ik u mijn reactie op het rapport gezonden (Kamerstuk 26 488, nr. 339).

  • Vraag 2
    Is de JSF kwetsbaar voor «raketinslagen en onweer» en zitten er fouten in de software die reeds geleverd is? Hoe oordeelt u over de in het rapport genoemde problemen?

    Het betreft een eerder geconstateerde tekortkoming aan een systeem dat brandstofdampen in de brandstoftanks moet verdrijven. Dit systeem is inmiddels verbeterd en wordt dit jaar getest. Zoals eerder gemeld is de F-35 daarom nog niet gecertificeerd voor vluchten in de nabijheid van onweer (Kamerstuk 26 488, nr. 309).
    De F-35 is moeilijk te detecteren vanwege de stealtheigenschappen en beschikt over systemen voor elektronische oorlogsvoering die raketten kunnen misleiden. In het verleden heeft de DOT&E de aanbeveling gedaan componenten aan het toestel toe te voegen die de kwetsbaarheid voor een raketinslag verder kunnen reduceren. Voor het A-type van de F-35 is dat een afsluitklep in een systeem dat een brandbare vloeistof bevat. Het JPO heeft deze aanbeveling beoordeeld, maar neemt deze niet over omdat uit het onderzoek is gebleken dit slechts tot een marginale afname van de kwetsbaarheid zou leiden.
    De software is in ontwikkeling en nog niet foutloos. De software wordt getest om gebreken op te sporen en te verhelpen. Dit is een regulier proces en normaal in deze fase van een ontwikkelingsprogramma. De correctie van gebreken kost echter wel extra tijd en de DOT&E wijst er op dat de tijdige ontwikkeling, integratie en oplevering van software een grote uitdaging blijft. Ook het JPO onderkent dit en het JPO heeft reeds maatregelen genomen om verdere vertragingen te voorkomen.
    Zie verder het antwoord op vraag 1.

  • Vraag 3
    Wordt uw personeel, dat betrokken is bij de JSF, door de Amerikanen voldoende op de hoogte gehouden van de problemen? Zo nee, vindt u dat aanvaardbaar?

    Ja. Interne rapportages van het JPO over de voortgang van het programma en de status van de geconstateerde problemen en de oplossingen daarvan zijn toegankelijk voor Nederlands defensiepersoneel dat direct betrokken is bij het F-35 programma.

  • Vraag 4
    Is het waar dat de problemen een vertraging van 13 maanden veroorzaken in de planning?

    Bij de beproevingen van de Block 2B software moesten diverse testen opnieuw worden uitgevoerd nadat geconstateerde gebreken waren verholpen. Daardoor is een achterstand ontstaan. Op grond van historische gegevens over extra benodigde softwaretesten schat DOT&E dat zeven tot dertien maanden extra tijd nodig kan zijn. Het JPO heeft echter al maatregelen getroffen om te voorkomen dat de voorziene oplevering van de Block 2Bsoftware niet wordt gehaald. Het JPO stelt dat de Block 2B software in oktober 2014 wordt opgeleverd, zodat in 2015 het Amerikaanse Marine Corps een eerste operationele F-35 eenheid operationeel kan inzetten.

  • Vraag 5
    Wat voor gevolgen heeft deze vertraging voor uw eigen planning rond de aanschaf van de JSF?

    Uitgaande van de levering van Nederlandse toestellen vanaf 2019, wordt verwacht dat die toestellen direct met de Block 3 software kunnen worden uitgerust. Het jaar 2021, waarin een eerste Nederlandse eenheid operationeel moet worden (IOC), ligt voldoende ver in de toekomst om een mogelijke vertraging te kunnen opvangen. Defensie volgt de ontwikkelingen nauwlettend.

  • Vraag 6
    Geven de problemen en vertragingen aanleiding tot een heroverweging van uw planning rond de JSF? Zo nee, hoeveel moet er nog meer misgaan voordat u wel overgaat tot heroverweging?

    Mochten zich grote veranderingen voordoen in de aspecten product, tijd of geld, die zelfs de marges in het projectbudget overstijgen, dan zal er een heroverweging plaatsvinden binnen de afgebakende financiële kaders. Daarom is geen sprake van een heroverweging.
    Zie tevens het antwoord op vraag 5.

  • Vraag 7
    Hoe kunt u «niet erg geschrokken» zijn van een rapport dat u nog niet heeft gelezen? Is het niet professioneler om pas commentaar op een rapport te geven nadat u het heeft gelezen?2

    Het JPO heeft voorinzage in het rapport gehad en heeft Defensie daarover tijdig geïnformeerd. Op grond daarvan kon ik inschatten dat het rapport geen belangrijke nieuwe problemen zou bevatten.

  • Vraag 8
    Wanneer gaat u het rapport lezen, zodat u een onderbouwde reactie aan de Kamer kunt sturen?

    Op 7 februari jl. heb ik een reactie aan de Kamer gezonden (Kamerstuk 26 488, nr. 339).


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z01520
Volledige titel: Problemen met de JSF
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1246
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over problemen met de JSF