Kamervraag 2013Z22726

Het feit dat scholen en gemeenten niet gezamenlijk kunnen investeren in nieuwe schoolgebouwen

Ingediend 21 november 2013
Beantwoord 11 december 2013 (na 20 dagen)
Indiener Loes Ypma (PvdA)
Beantwoord door Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen bouwen en verbouwen huisvesting onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z22726.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-748.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het probleem van gemeenten en schoolbesturen die een gezamenlijke ambitie hebben voor nieuwbouw van schoolgebouwen in het integraal huisvestingsprogramma, maar dat zij deze ambitie vanwege de overheveling van € 256 miljoen uit het gemeentefonds naar de lumpsum en vanwege het investeringsverbod binnen het primair onderwijs, niet meer kunnen waarmaken?1

    Ik ben bekend met de ambities van gemeenten op het gebied van scholenhuisvesting. Gemeenten zijn autonoom in hoe zij de middelen uit het Gemeentefonds besteden en hoe zij hun ambities waarmaken. Gemeenten kunnen, ook na de uitname van € 256 mln. uit het Gemeentefonds, hun integrale huisvestingsprogramma prioriteit geven.
    Artikel 148 van de Wet op het primair onderwijs bepaalt dat schoolbesturen het geld uit de lumpsum moeten besteden aan de taken waar die middelen voor bestemd zijn. Daarmee voorkomt het dat schoolbesturen kunnen investeren in nieuwbouw en uitbreiding, hetgeen immers een taak van gemeenten is. Deze bepaling is overigens niet nieuw.

  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u de bezwaren van schoolbesturen en gemeenten dat er onvoldoende middelen overblijven voor het realiseren van hun ambitie ten aanzien van nieuwe schoolgebouwen (bijvoorbeeld een verbeterd binnenklimaat of duurzaam bouwen) doordat het primair onderwijs niet mag investeren in taken die gemeenten toekomen?

    Gemeenten zijn autonoom in hoe zij de middelen uit het Gemeentefonds besteden en hoe zij hun ambities op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid waarmaken. Het is niet de bedoeling dat schoolbesturen geld uitgeven aan taken waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn, zoals nieuwbouw. Dit kan namelijk ten koste gaan van de taken waarvoor zij wel verantwoordelijk zijn.

  • Vraag 3
    Bent u van mening dat de middelen voor buitenonderhoud van scholen, indien scholen en gemeenten bereid zijn om daarin te investeren, ingezet moeten kunnen worden voor nieuwbouw? Zo niet, waarom zouden scholen en gemeenten daartoe niet mogen besluiten? Waarom wordt de besluitvorming en financiering van nieuwbouw niet overgelaten aan gemeenten en scholen (directe belanghebbenden)?

    De PO-Raad en de VNG zijn sinds kort in gesprek over welke investeringen in nieuwbouw resulteren in terugverdieneffecten voor schoolbesturen. Als gemeenten investeren in energiezuiniger schoolgebouwen met duurzamere materialen, drukt dit de uitgaven van schoolbesturen aan energie en onderhoud. Wanneer deze investeringen aantoonbaar de financiële positie van schoolbesturen ten goede komen en gemeenten investeren in kwalitatief hoogstaande nieuwbouw sta ik hier natuurlijk positief tegenover. Als de PO-Raad en de VNG over deze zaken tot afspraken kunnen komen, ben ik bereid de mogelijkheden te onderzoeken om schoolbesturen de ruimte te geven om middelen in te zetten. Hier zal wel een aantal condities aan verbonden moeten worden. Ten eerste moet het helder zijn dat schoolbesturen alleen investeren in zaken die boven de eisen van het Bouwbesluit uitgaan. Ten tweede moeten de investeringen van schoolbesturen beperkt zijn om te voorkomen dat zij financiële risico’s lopen. Tot slot moet helder zijn binnen welke termijn schoolbesturen hun investering terugverdienen.

  • Vraag 4
    Wat moet er volgens u gebeuren met de plannen van gemeenten die goed bezig zijn met onderwijshuisvesting en nieuwbouw voor primair onderwijs en die straks onvoldoende middelen overhouden om hun plannen helemaal af te ronden? Wat voor gevolgen voorziet u bij gemeenten en scholen die afspraken over nieuwbouw niet meer kunnen nakomen? Zouden hierbij, in goed overleg tussen gemeenten en scholen, de middelen uit de lumpsum voor buitenonderhoud van scholen moeten kunnen worden ingezet voor het realiseren van nieuwbouw?

    Zoals gezegd zijn gemeenten autonoom in hoe zij de middelen uit het Gemeentefonds besteden en of zij hun integrale huisvestingsprogramma prioriteit geven. In de wet is bepaald dat schoolbesturen geen middelen uit de lumpsum mogen inzetten voor taken waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn, zoals nieuwbouw. In het vorige antwoord heb ik omschreven onder welke condities ik de wenselijkheid van deze bepaling in overweging wil nemen.

  • Vraag 5
    Bent u van mening dat het investeringsverbod van het primair onderwijs versoepeld zou moeten worden, zodat gemeenten en scholen in goed overleg nieuwbouw kunnen realiseren en hun reeds ingezette plannen voor nieuwbouw kunnen afronden?

    In mijn antwoord op vraag 3 heb ik omschreven onder welke condities ik de wenselijkheid van het investeringsverbod in overweging wil nemen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z22726
Volledige titel: Het feit dat scholen en gemeenten niet gezamenlijk kunnen investeren in nieuwe schoolgebouwen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-748
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Ypma over het feit dat scholen en gemeenten niet gezamenlijk kunnen investeren in nieuwe schoolgebouwen