Kamervraag 2013Z20296

De Oranjeschool in Zalk

Ingediend 23 oktober 2013
Beantwoord 18 november 2013 (na 26 dagen)
Indieners Eddy van Hijum (CDA), Michel Rog (CDA)
Beantwoord door Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z20296.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-540.html
1. De Stentor, 18 oktober 2013
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de berichten «Nieuwbouw kan school Zalk redden» en «Regeltjes bedreigen school in Zalk»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat de school in Zalk in haar voortbestaan wordt bedreigd, doordat de gemeente Kampen heeft verzuimd een knip in de opheffingsnorm te maken tussen haar stedelijke en haar landelijke gebieden, een knip waar de regel wel in voorziet? Is het waar dat de school hierdoor vier leerlingen tekort komt om boven de opheffingsnorm te blijven, terwijl de school als deze knip wel was gemaakt ruim boven de norm zou zitten met haar leerlingen? Is het voor de gemeente Kampen toegestaan deze knip met terugwerkende kracht alsnog te maken? Zo nee, waarom niet?

    De opheffingsnorm van de gemeente Kampen bedraagt 94. Het huidige schooljaar is het tweede schooljaar dat de Oranjeschool onder die opheffingsnorm zit. Op grond van de Wet op het primair onderwijs mag een basisschool maximaal 3 jaar onder de opheffingsnorm zitten voordat de bekostiging wordt beëindigd. Dat betekent dat als de school ook volgend schooljaar minder dan 94 leerlingen heeft, de school m.i.v. het schooljaar 2015–2016 geen bekostiging meer ontvangt.
    Of de Oranjeschool ook in zijn voortbestaan zou zijn bedreigd als de gemeente Kampen het besluit zou hebben genomen het grondgebied te splitsen kan ik niet beoordelen. Als er binnen een gemeente aanzienlijke verschillen bestaan in bebouwingskarakter en bevolkingsdichtheid kan de gemeente besluiten, mits alle betrokken schoolbesturen daarmee instemmen, het grondgebied in twee delen te splitsen. Of en hoe dat gebeurt is aan de gemeente, daar ga ik niet over.
    De gemeente Kampen heeft niet verzuimd een besluit te nemen, maar heeft
    na de gemeentelijke herindeling in 2001 besloten het grondgebied niet te splitsen. De reden hiervoor was dat bij splitsing de opheffingsnorm van het stedelijke deel voor twee basisscholen zodanig hoog zou komen te liggen dat deze zouden moeten sluiten. Volgens de informatie van de gemeente heeft de school hierna, toen deze onder de opheffingsnorm dreigde te komen, geen verzoek bij de gemeente ingediend tot splitsing van het grondgebied. Er is pas sprake van verzuim als een gemeente niet tijdig beslist op een dergelijk verzoek.
    De normen voor stichting en opheffing van basisscholen worden om de 5 jaar opnieuw vastgesteld. De huidige normen zijn in werking getreden m.i.v. 1 januari 2013. Dat betekent dat, mocht de gemeente besluiten het grondgebied te splitsen, de nieuwe opheffingsnormen pas in gaan op 1 augustus 2018. De Wet op het primair onderwijs biedt niet de mogelijkheid om met terugwerkende kracht een splitsing toe te staan.

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven of de school in Zalk open kan blijven als er op korte termijn plannen ontstaan om een klein aantal gezinswoningen te bouwen, aangezien de school slechts vier extra leerlingen nodig heeft om boven de norm te blijven?

    Alleen als de nieuwbouw op de teldatum 1 oktober 2014 al leidt tot voldoende extra leerlingen zal de bouw van gezinswoningen soelaas kunnen bieden. Een prognose van een toename van het leerlingaantal kan de hierboven genoemde wettelijke bepaling dat een school maximaal 3 jaar onder de opheffingsnorm mag zitten niet opzij zetten.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat de vrees van de gemeente Kampen dat, door deze knip wel te maken te veel stedelijke scholen kunnen voortbestaan terwijl ze onder norm vallen, ongegrond is, omdat het mogelijk is een aparte hogere norm voor de stad te hebben en een lagere norm voor de landelijke gebieden? Deelt u de mening dat de manier van toepassen van de regel door de gemeente Kampen de school in Zalk onevenredig zwaar treft? Bent u bereid het gesprek hierover aan te gaan met de gemeente Kampen? Zo nee waarom niet?

    Zoals ik hierboven aangaf heeft de gemeente in 2001 besloten het grondgebied niet te splitsen. Het is aan de gemeente om hier een eigen afweging in te maken.

  • Vraag 5
    Kunt u aangeven of er meer gebieden in het land zijn waar scholen in hun voortbestaan worden bedreigd, omdat de gemeente heeft verzuimd deze knip te maken?

    Het is vaker voorgekomen dat een school moet sluiten na een besluit van de gemeente het grondgebied al dan niet te splitsen.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat de 5 km-regel ongunstig uitvalt voor de school, omdat er weliswaar hemelsbreed op 5 km afstand een school van de zelfde richting staat, maar omdat de IJssel hier tussen ligt de daadwerkelijke reisroute minstens 10 kilometer is? Bent u bereid te bezien of voor de school in Zalk een uitzondering gemaakt kan worden vanwege deze regel die de school onevenredig treft?

    De Wet op het primair onderwijs bepaalt dat de bekostiging niet wordt beëindigd wanneer een school minimaal 50 leerlingen heeft en de enige school is van een richting binnen een straal van 5 km. Deze uitzonderingsbepaling is in de wet opgenomen om rekening te kunnen houden met de regionale functie die scholen vaak vervullen en het feit dat het voedingsgebied van een school vaak groter is dan de gemeente waarin de school is gevestigd. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om van die bepaling af te wijken.
    In dit geval bevinden zich binnen een straal van 5 km van de school 5 andere protestants-christelijke basisscholen, waarvan 3 ruim boven de opheffingsnorm. De in deze vraag bedoelde school is dus niet de enige school in de buurt van dezelfde richting.

  • Vraag 7
    Bent u bereid in het algemeen te kijken naar de 5 km-regel die geen rekening houdt met natuurlijke barrières die de daadwerkelijke afstand van de ene naar de andere locatie vergroten? Zo nee waarom niet?

    De wetgever heeft voor lief genomen dat de hier bedoelde bepaling al naar gelang de natuurlijke barrières verschillend uit kan pakken. Ik zie dan ook geen reden om de wet aan te passen.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat de school in Zalk financieel gezond is, een goede onderwijskwaliteit biedt en voldoet in de behoefte van de ouders? Bent u bereid te kijken of u uw discretionaire bevoegdheid kunt inzetten voor het openhouden van de school? Zo nee waarom niet?

    Volgens de Inspectie van het onderwijs staat de school er financieel goed voor en is het onderwijs van voldoende kwaliteit. Deze aspecten bieden mij echter geen wettelijke grond om de regels omtrent opheffing opzij te zetten. De Wet op het primair onderwijs biedt mij de mogelijkheid mijn discretionaire bevoegdheid in te zetten wanneer het gaat om een school die door middel van de gemiddelde schoolgrootte in stand wordt gehouden (dat wil zeggen dat binnen een bestuur of een bestuurlijke samenwerking een te laag leerlingaantal op de ene school wordt gecompenseerd met een hoger leerlingenaantal op een andere school) en enig jaar onder de 23 leerlingen zakt. Als er dan voldoende uitzicht is op een toename van het leerlingenaantal kan ik besluiten de school tijdelijk in stand te houden. De Oranjeschool wordt echter niet door middel van de gemiddelde schoolgrootte in stand gehouden. Mijn discretionaire bevoegdheid kan ik in dit geval daarom niet toepassen.
    Om te voorkomen dat de school verdwijnt zou het schoolbestuur samenwerking kunnen zoeken met een ander schoolbestuur. Dat kan door middel van een besturenfusie of aan de hand van een samenwerkingsovereenkomst gesloten door twee of meer zelfstandige besturen. Als wordt voldaan aan de norm van de gemiddelde schoolgrootte kan de school als zelfstandige school blijven voortbestaan. Ook kan het schoolbestuur ervoor kiezen de school te fuseren met een andere school, waarna de school als nevenvestiging of dislocatie kan blijven voortbestaan. Op die manier blijft de school als locatie bestaan en wordt voorkomen dat de leerlingen naar een ander schoolgebouw moeten afreizen. Kortom, de Wet op het primair onderwijs biedt mogelijkheden om ondanks een te laag leerlingaantal als school of als vestiging te blijven voortbestaan. Het is aan het schoolbestuur deze mogelijkheden tijdig te verkennen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z20296
Volledige titel: De Oranjeschool in Zalk
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-540
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Rog en Van Hijum over de Oranjeschool in Zalk