Ingediend | 17 september 2013 |
---|---|
Beantwoord | 23 oktober 2013 (na 36 dagen) |
Indiener | Madeleine van Toorenburg (CDA) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z17548.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-291.html |
Ja, ik betreur het overlijden van de betrokkene ten zeerste.
Betrokkene heeft op 15 augustus 2013 in ’s-Hertogenbosch aangifte van bedreiging gedaan.
De aangifte van betrokkene is op 15 augustus 2013 opgenomen en op 16 augustus 2013 doorgezet naar het betreffende basisteam. Het basisteam heeft de aangifte op 16 augustus 2013 overgedragen aan de districtelijke opsporing en deze werd daar op 26 augustus 2013 inhoudelijk beoordeeld. Besloten werd dat de aangifte, in verband met daderindicatie, opgepakt diende te worden.
De politie in Den Bosch is in staat om dit soort aangiftes met de nodige prioriteit in behandeling te nemen. Aangezien de vraag naar politiecapaciteit groot is, moeten altijd keuzes worden gemaakt. Uiteraard kunnen niet alle zaken gelijktijdig opgepakt worden. Binnen de politie wordt continue gewerkt aan een verbetering van de werkprocessen waarmee de effectiviteit van het politiewerk kan verbeteren. De vorming van de nationale politie helpt om hierin snellere en betere stappen te zetten.
Zie antwoord vraag 4.
Aangiftes van bedreiging dienen met prioriteit en adequaat opgepakt te worden. Ik verwijs u naar de verbeteringen van de behandeling van de aangiften die politie en OM op dit moment doorvoeren, zoals ik uw Kamer in mijn brief van 9 juli 2013, kenmerk 29 628 nr. 404, heb aangegeven. Eerdere en betere casescreening maken hiervan onderdeel uit.
Ik omarm het besluit van de burgemeester van 's-Hertogenbosch, de heer Rombouts, om in dit soort zaken de wijkagent te laten interveniëren richting bedreiger. Wijkagenten vervullen een effectieve rol door bijvoorbeeld aan de bedreiger kenbaar te maken dat hij bij de politie bekend is.
De korpschef zal de interventiemogelijkheden bij bedreigingen verder verbreden.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Doodgestoken Zweedse deed aangifte van bedreiging» (ingezonden 17 september 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.