Kamervraag 2013Z16548

De verwachte opslibbing van een ontpolderde Hedwigepolder

Ingediend 4 september 2013
Beantwoord 18 september 2013 (na 14 dagen)
Indiener Elbert Dijkgraaf (SGP)
Beantwoord door Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16548.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-18.html
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van de in het concept-Rijksinpassingsplan voor de Hedwigepolder opgenomen constateringen dat de Hedwigepolder na ontpoldering snel zal opslibben en dat op termijn hoge schorren zullen ontstaan?

    Ja.

  • Vraag 2
    Is de veronderstelling juist dat door de snelle opslibbing op afzienbare termijn hoge schorren de plaats in zullen nemen van het gewenste laag dynamische intergetijdengebied?

    De realisatie van estuariene natuur in de Hedwigepolder geeft de rivier meer ruimte. Het project is gericht op het realiseren van estuariene natuur, waarbij de habitattypen «estuaria» (1130), «zilte pionierbegroeiingen (zeekraal)» (1310A) en «schorren en zilte graslanden (buitendijks)» (1330A) duurzaam met elkaar in evenwicht voorkomen. Hiermee wordt naar verwachting een uitbreiding van het areaal van die drie estuariene habitattypen gerealiseerd. Dit levert een toename op in omvang en kwaliteit van deze habitattypen, conform de uitbreidingsdoelstelling voor het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinge.

  • Vraag 3
    Welke consequenties heeft het opslibben voor het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen?

    Consequentie van het opslibben is dat de gewenste habitattypen zullen ontstaan, waarvoor een uitbreidingsdoelstelling geldt in het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinge.

  • Vraag 4
    Betekent snelle opslibbing dat op afzienbare termijn opnieuw ingegrepen zal moeten worden om het gewenste laag dynamische intergetijdengebied te behouden of dat op andere locaties nieuw laag dynamisch intergetijdengebied gerealiseerd moet worden?

    De inrichting van het gebied is zo duurzaam mogelijk opgezet. Via monitoring in het gebied wordt periodiek gecontroleerd of opslibbing zich zal voordoen. Op grond van de monitoringsresultaten wordt bepaald of bijkomende maatregelen in het gebied noodzakelijk zijn.

  • Vraag 5
    Hoe waardeert u de negatieve consequenties van snelle opslibbing voor het behoud van het gewenste laag dynamische intergetijdengebied, in het licht van de stevige financiële opgave van en de maatschappelijke weerstand tegen de ontpoldering van de Hedwigepolder?

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 6
    Kunt u inzicht geven in de wijze waarop Vlaanderen nu bij gaat dragen aan de financiering van de grondverwerving ten behoeve van de ontpoldering en de andere noodzakelijke investeringen, inclusief de bijbehorende kostenverhogingen als gevolg van de opgelopen vertraging?

    De financiële verplichtingen van het Vlaams Gewest zijn vastgelegd in het Verdrag betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 (Trb. 99 (2005), nr. 1).

  • Vraag 7
    Bent u bereid deze vragen voor het algemeen overleg «Natura 2000 inclusief Westerschelde» op 19 september a.s. te beantwoorden?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z16548
Volledige titel: De verwachte opslibbing van een ontpolderde Hedwigepolder
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-18
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid Dijkgraaf over de snelle opslibbing in de Hedwigepolder, de consequenties hiervan en de kostenverdeling met het Vlaams Gewest