Kamervraag 2013Z15933

De toepassing van een zelfbedachte behandelmethode

Ingediend 19 augustus 2013
Beantwoord 29 augustus 2013 (na 10 dagen)
Indiener Vera Bergkamp (D66)
Beantwoord door Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z15933.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-3067.html
1. Volkskrant, 17 augustus 2013, «Experiment met fatale afloop».
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel «Experiment met fatale afloop?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat de zorginstelling van zorgaanbieder Novo in Onnen experimenteerde met een zelfbedachte behandelmethode?

    Met betrekking tot het beantwoorden van deze vraag is het van belang onderscheid te maken tussen een methode en een werkwijze. Bij NOVO is een bestaande methode, die gebaseerd is op cognitieve gedragstherapeutische uitgangspunten, op eigen wijze vertaald in een werkwijze. Deze werkwijze en de uitvoering ervan was zeer beheersmatig.

  • Vraag 3
    Is het in Nederland toegestaan te experimenteren met een behandelmethode? Zo ja, onder welke voorwaarden, en met welk toezicht? Voldeed de zorginstelling van Novo in Onnen aan deze voorwaarden, en was het toezicht hierop adequaat? Zo nee, verbindt u hier consequenties aan? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

    Ja. De Kwaliteitswet is ook op experimentele behandelingen van toepassing. Dit betekent dat het bestuur van een zorginstelling verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de geleverde zorg. De IGZ ziet hier op toe.
    Er is voorts, anders dan bij medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen het geval is, geen aparte wettelijke regeling voor het ontwikkelen of introduceren van nieuwe behandelmethoden. Veel zorginstellingen hebben echter een ethische commissie die bij de inzet van nieuwe behandelmethoden of nieuwe werkwijzen de ethische grenzen toetst en bewaakt.

  • Vraag 4
    Wat zijn de regels wanneer een zorginstelling een locatie overneemt met een indicatie, zoals een BOPZ-indicatie, die de instelling zelf niet heeft? Heeft de zorginstelling van Novo in Onnen zich gehouden aan deze regels? Zo nee, verbindt u hieraan consequenties? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

    In de Wet Bopz staan twee begrippen centraal: de Bopz-indicatie en de Bopz-aanmerking; de Bopz-indicatie betreft de cliënt, de Bopz-aanmerking de zorglocatie. Alleen cliënten met een Bopz-indicatie die zijn opgenomen in een zogenoemde Bopz-aangemerkte locatie mogen, mits aan een aantal zorgvuldigheidseisen is voldaan, in hun vrijheid worden beperkt.
    De procedure rond het aanmerken van een locatie is als volgt. Een instelling die cliënten met een Bopz-indicatie wil opnemen dient een verzoek voor een Bopz-aanmerking bij VWS in. De wet Bopz schrijft namelijk voor dat de aanmerkingen per locatie moeten worden afgegeven.
    Vervolgens vraagt VWS advies aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De inspectie toetst of de desbetreffende locatie voldoende is toegerust om op een verantwoorde en veilige manier cliënten met een Bopz-indicatie op te nemen en te begeleiden. Zo toetst de inspectie of er een Bopz-arts aanwezig is, of kwantiteit en kwaliteit van het personeel is afgestemd op de op te nemen doelgroep en of het beleid rond het omgaan met vrijheidsbeperkingen in een visie schriftelijk is vastgelegd en of dat ook bekend is bij de medewerkers. Op basis van het advies van de inspectie wordt er door mij of de minister al dan niet een Bopz-aanmerking afgegeven.
    Een Bopz-aanmerking is dus niet alleen aan een locatie (adres) gebonden, maar ook aan de organsatie c.q. de beherende stichting. Als een organisatie een Bopz-locatie afstoot, dan vervalt daarmee dus ook de aanmerking. De organisatie die de locatie overneemt, dient dan ook, als deze tenminste Bopz-geïndiceerde cliënten wil opnemen, een verzoek voor een Bopz-aanmerking bij VWS in te dienen.
    In de onderhavige casus heeft «De Zijlen» haar bewoners uitgeplaatst naar andere locaties van de Zijlen en de locatie Onnen overgedragen aan NOVO. NOVO is daar met een nieuwe groep cliënten gestart. NOVO heeft voor de desbetreffende locatie geen Bopz-aanmerking aangevraagd. NOVO had ook geen cliënten met een Bopz-indicatie in zorg. De locatie in Onnen is inmiddels gesloten.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z15933
Volledige titel: De toepassing van een zelfbedachte behandelmethode
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-3067
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Bergkamp over de toepassing van een zelfbedachte behandelmethode