Kamervraag 2013Z11407

De wettelijke problemen rond de vervolging van internetoplichting

Ingediend 6 juni 2013
Beantwoord 27 juni 2013 (na 21 dagen)
Indiener Ard van der Steur (VVD)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z11407.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2712.html
1. Telegraaf 31 mei 2013
2. LJN BZ 9266
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Internetklant is vogelvrij, niets leveren na betaling blijkt niet strafbaar»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kent u de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, d.d. 29 april 2013?2

    Ja.

  • Vraag 3
    Zou strafrechtelijke vervolging van de betrokken «verkoper» wel mogelijk zijn geweest als hij zich bediend zou hebben van een valse naam of van namen bij de door hem gebruikte bankrekeningen?

    Ja.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat het wenselijk is dat civiele procedures van iedere individuele gedupeerde, in dit geval 20 personen, zoveel mogelijk worden voorkomen en dat het praktischer is dat de gedupeerden zich kunnen voegen in een strafzaak?

    Het is niet zonder meer wenselijk dat zakelijke conflicten vanuit het civielrecht overgaan naar het strafrecht. De vraag welk rechtsstelsel het meest is aangewezen voor de probleemoplossing in een concreet geval wordt in de eerste plaats bepaald door de aard van het geval, niet door het aantal betrokkenen. In gevallen zoals het onderhavige, waarbij een handelaar de gemaakte afspraken niet nakomt maar wel onder eigen naam handelde, is een civielrechtelijke aanpak praktisch goed mogelijk en ligt ook het meest voor de hand. Gedupeerden kunnen er daarbij om praktische of economische redenen voor kiezen om zich te organiseren en collectief de betreffende wederpartij civielrechtelijk aansprakelijk te stellen. Hoewel het praktischer kan lijken dat gedupeerden zich in dergelijke gevallen kunnen voegen in een strafzaak, heeft dit als nadeel dat hiermee de eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen bij het aangaan van transacties als deze op de achtergrond raakt.

  • Vraag 5
    Erkent u dat er blijkens de hierbovenbedoelde uitspraak wettelijke problemen zijn bij de vervolging van activiteiten die gericht zijn op het belazeren van kopers op internet terwijl de verkoper niet van plan is zich aan zijn verplichtingen te houden? Acht u dit soort activiteiten, die met de groei van internet verder zullen toenemen, ook strafrechtelijk vervolgbaar? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?

    Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vragen 3, 4 en 5 van het lid Recourt over oplichting bij Marktplaats (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 2711).

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat door een relatief eenvoudige wetswijziging deze problematiek kan worden opgelost? Bent u bereid een degelijke wetswijziging ook te realiseren?

    Zie antwoord vraag 5.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z11407
Volledige titel: De wettelijke problemen rond de vervolging van internetoplichting
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-2712
Volledige titel: Antwoord vragen Van der Steur over de wettelijke problemen rond de vervolging van internetoplichting