Kamervraag 2013Z11301

De brand bij chemiebedrijf ELD in Oosterhout

Ingediend 5 juni 2013
Beantwoord 11 juli 2013 (na 36 dagen)
Indieners Henk van Gerven (SP), Nine Kooiman (SP)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen economie industrie natuur en milieu openbare orde en veiligheid rampen stoffen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z11301.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2805.html
  • Vraag 1
    Kunt u in een tijdslijn aangeven wat er op 3 juni jl. bij het chemiebedrijf ELD in Oosterhout is gebeurd en hoe en op welk moment hier door de veiligheidsdiensten en hulpdiensten is opgetreden?1

    De brand bij chemiebedrijf ELD in Oosterhout vond plaats op dinsdag 4 juni 2013.
    De tijdslijn van de belangrijkste gebeurtenissen vanaf de melding is als volgt:
    21.15 u Melding van een explosie en brand in loods 3 van ELD te Oosterhout.
    21.17 u Alarmering 2 tankautospuiten, 1 redvoertuig, Officier van Dienst (OVD) -Brandweer, Adviseur Gevaarlijke Stoffen Brandweer en Milieudienst. De inzet van de brandweer was gericht op het voorkomen van uitbreiding en het bestrijden van de brand. Er heeft ook inzet van schuim plaatsgevonden.
    21.20 u Opschaling naar zeer grote brand, alarmering OVD-Geneeskundig, OVD-Politie en OVD-Bevolkingszorg en informeren burgemeester.
    21.25 u Alarmering drie waarschuwings- en verkenningseenheden. Op basis van de waarnemingen van deze eenheden is vastgesteld dat er geen sprake was van ontoelaatbare en/of onaanvaardbare concentratie van gevaarlijke stoffen in de lucht. Dit is ook mede reden dat de verantwoordelijke officieren van de brandweer het niet noodzakelijk achtten om de sirenes te laten afgaan.
    21.29 u Opschaling naar GRIP 1.
    21.39 u Alarmering Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen.
    21.40 u Opschaling naar GRIP 2.
    23.30 u Brand meester.
    Voor de communicatietijdslijn wordt verwezen naar het antwoord op vraag 6.
    N.B.: Bij de beantwoording van deze en navolgende vragen is ondermeer gebruik gemaakt van de Bestuurlijke verantwoording aan het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio MWB, Tilburg/Breda, 18 juni 2013.

  • Vraag 2
    Op welk momenten werd opgeschaald naar Grip 1 en Grip 2 en om welke reden?

    21.29 u Opschaling naar GRIP 1 met als reden de behoefte aan eenhoofdige leiding ter plaatse.
    21.40 u Opschaling naar GRIP 2 met als reden een rookwolk die zich uitstrekt boven meerdere woonwijken, zodat effecten zouden kunnen ontstaan in een gebied buiten de brandlocatie.

  • Vraag 3
    Wanneer werd het bedrijf voor het laatst bezocht door de inspectie en wat waren toen de bevindingen?

    Op 27 november 2012 werd het bedrijf bezocht door de samenwerkende toezichthouders Regionale Milieudienst Midden West Brabant, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Veiligheidsregio Midden en West Brabant (jaarlijkse inspectie in het kader van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999).
    Er werden toen 4 overtredingen geconstateerd op het gebied van de arbeidsveiligheid – tekortkomingen bij de identificatie van gevaren en het beoordelen van risico’s en de borging van oefeningen van de bedrijfshulpverleners. Eén overtreding betrof het niet geborgd zijn van het melden van ongewone voorvallen. Laatstgenoemde overtreding is opgeheven. De overige overtredingen moesten opgeheven zijn op 1 juni 2013. Hierop vindt de komende tijd controle plaats.

  • Vraag 4
    Voldeed het bedrijf op het moment van uitbreken van de brand aan alle voorschriften? Was ook de actuele lijst met aanwezige stoffen ter plaatse? Welke stoffen waren dat?

    Behalve de hierboven vermelde Brzo-inspectie heeft er in 2012 op verschillende momenten zowel aangekondigd als onaangekondigd toezicht plaatsgevonden, onder leiding van het bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Op geconstateerde overtredingen vond handhaving plaats.
    Op dit moment loopt het onderzoek nog, waardoor het nog onduidelijk is of het bedrijf op het moment van uitbreken van de brand aan alle voorschriften voldeed.
    Er was een actuele stoffenlijst aanwezig die tijdens de brand is overhandigd aan de brandweer en vervolgens ook aan de politie. Bij het bedrijf stonden gevaarlijke stoffen van verschillende gevaarcategorieën en stoffen die niet als gevaarlijk zijn ingedeeld. Wat de gevaarlijke stoffen betreft ging het om brandbare vloeistoffen, giftige stoffen, corrosieve stoffen en milieugevaarlijke stoffen. Deze gevaarlijke stoffen lagen volgens de stoffenlijst niet in de betreffende loods die is afgebrand.

  • Vraag 5
    Was er een rampenbestrijdingsplan opgesteld en is conform dat plan gehandeld?

    Er was een rampbestrijdingsplan opgesteld.
    Voor zover van toepassing zijn de rampbestrijdingsprocessen door de hulpverlenende diensten opgestart en uitgevoerd conform het crisisplan van de Veiligheidsregio Midden West Brabant en het rampbestrijdingsplan ELD.

  • Vraag 6
    Hoe en via welke kanalen verliep de communicatie richting omwonenden en kunt u dit in een tijdlijn uitzetten? Verliep dit volgens plan? Is het luchtalarm nu wel of niet afgegaan?

    Communicatie bij dit soort incidenten is een lokale verantwoordelijkheid. Bij deze brand is de communicatie richting bevolking verlopen via de perswoordvoering en de twitteraccounts van brandweer, politie en gemeente Oosterhout. De sirene (het WAS: Waarschuwing- en AlarmeringSysteem) is niet afgegaan. De verantwoordelijke officieren van de brandweer achtten dit op grond van de bedrijfsinformatie (geen gevaarlijke stoffen in de brandende loods) en de meetresultaten niet noodzakelijk.
    De lokale autoriteiten hebben aangegeven dat de alarmering van de regionale en lokale crisisorganisatie conform vastgestelde procedures is verlopen. Dit geldt eveneens voor de taakorganisatie crisiscommunicatie van de gemeente Oosterhout. De communicatie richting inwoners van het effectgebied had echter volgens de lokale autoriteiten met meer centrale regie en inhoudelijke duidelijkheid over de feitelijke situatie plaats moeten vinden.
    Ter toelichting hierbij de volgende informatie over de communicatie richting bevolking en media:

  • Vraag 7
    Op welk moment kregen de bewoners benedenwinds zoals in Breda, Zundert en omstreken te horen dat zij ramen en deuren moesten sluiten? Hoe verhoudt zich dat tot het tijdstip dat de rook met giftige stoffen over hen heen trok?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Waarom is ook nu weer bericht dat er geen gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen?

    De lokale autoriteiten hebben mij hierover de volgende informatie verschaft:
    De ervaring leert dat communiceren over brand en gevaarlijke stoffen lastig is. Rook is immers altijd schadelijk, maar de mate (de dichtheid van de rook) en duur van de blootstelling zijn hierbij bepalend. De brandweer en GGD Groningen hebben samen een praktische campagne gemaakt om uit te leggen wat je moet doen als er brand in de buurt is. Verder heeft de Minister van VWS in juni de handreiking «Communicatie over gevaarlijke stoffen» laten publiceren op www.rivm.nl, voor lokale bestuurders en hun communicatieadviseurs. Via mijn ministerie zullen de bovengenoemde publicaties eveneens actief onder de aandacht worden gebracht van bestuurders en hulpverleners.

  • Mededeling - 26 juni 2013

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Gerven en Kooiman (beiden SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de brand bij chemiebedrijf ELD in Oosterhout (ingezonden 5 juni 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z11301
Volledige titel: De brand bij chemiebedrijf ELD in Oosterhout
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-2805
Volledige titel: Antwoord vragen van de leden Van Gerven en Kooiman over de brand bij chemiebedrijf ELD in Oosterhou