Kamervraag 2013Z09666

Het adviesrapport van de Kinderombudsman Van leerplicht naar leerrecht

Ingediend 17 mei 2013
Beantwoord 7 juni 2013 (na 21 dagen)
Indieners Tanja Jadnanansing (PvdA), Loes Ypma (PvdA)
Beantwoord door Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen basisonderwijs onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z09666.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2495.html
1. Van leerplicht naar leerrecht. Adviesrapport over waarborging van het recht op onderwijs naar aanleiding van het onderzoek naar thuiszitters van de Kinderombudsman, 16 mei 2013.
  • Vraag 1
    Deelt u de mening dat het niet acceptabel is dat in Nederland duizenden kinderen in de leerplichtige leeftijd niet naar school gaan?

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u de constatering van de Kinderombudsman dat, om maatwerk te leveren waaraan de thuiszittende kinderen behoefte hebben, flexibele oplossingen nodig zijn, waarvoor het huidige onderwijssysteem te zeer in beton is gegoten?1

    Ik deel de mening dat om maatwerk te leveren flexibele oplossingen nodig zijn. Naar mijn idee biedt het huidige onderwijssysteem hiervoor ook ruimte. Zo biedt de Leerplichtwet de leerplichtambtenaar de mogelijkheid om op grond van gewichtige omstandigheden (artikel 11, onder g.) een tijdelijke vrijstelling te verlenen van de verplichting tot geregeld schoolbezoek. Bovendien ontstaat er met de invoering van passend onderwijs meer ruimte om maatwerk te bieden in het onderwijsaanbod (zie verder het antwoord op vraag 3).

  • Vraag 3
    Deelt u de mening van de Kinderombudsman dat de invoering van het nieuwe stelsel voor passend onderwijs geen oplossing biedt voor het probleem van thuiszittende kinderen? Zo ja, betekent dit dan niet dat één van de hoofddoelstellingen gemist wordt? Zo nee, waarom niet?

    Nee. Ik ben van mening dat met de komst van passend onderwijs scholen en samenwerkingsverbanden beter in staat zullen zijn om dit maatwerk te leveren. Zij krijgen met passend onderwijs de ruimte en de bijbehorende middelen om nieuwe ondersteuningsarrangementen te ontwikkelen. Daarbij vormt niet meer de stoornis of beperking van de leerling het vertrekpunt, maar de ondersteuning die de leerling nodig heeft om het onderwijs te kunnen volgen. Dit vraagt een denkomslag van scholen waarbij ze nu, in de aanloop naar passend onderwijs, ondersteund worden, bijvoorbeeld met goede voorbeelden en handreikingen die via de website passendonderwijs.nl verspreid worden. Bovendien maakt de invoering van de zorgplicht een einde aan de huidige praktijk dat ouders soms moeten leuren met hun kind om een school te vinden. In passend onderwijs wordt de school waar de ouders het kind aanmelden verantwoordelijk voor het bieden van een zo passend mogelijk aanbod op de eigen school of, indien dat niet mogelijk is, voor het vinden van een passend aanbod op een andere school. Deze combinatie van zorgplicht en meer maatwerk maakt dat met passend onderwijs veel betere condities worden geschapen om thuis zitten te voorkomen en op te lossen.

  • Vraag 4
    Welke bijdrage levert de vrijstelling van de leerplicht aan het probleem van thuiszitters?Deelt u de mening dat een vrijstelling van de leerplicht niet moet leiden tot meer thuiszittende kinderen die extra ondersteuning nodig hebben?

    Dat ik thuisonderwijs niet zie als volwaardig alternatief van een regulier school laat onverlet dat ik begrijp dat er zwaarwegende redenen kunnen zijn dat de beste oplossing is dat een leerling tijdelijk niet op school onderwijs volgt. Daarvoor biedt de huidige wet- en regelgeving reeds mogelijkheden. De Leerplichtwet biedt immers ruimte aan de leerplichtambtenaar om op grond van gewichtige omstandigheden (artikel 11, onder g.) een tijdelijke vrijstelling te verlenen van de verplichting tot geregeld schoolbezoek. Van gewichtige omstandigheden is sprake in geval van een buiten de wil van de leerling of ouders gelegen omstandigheid, denk bijvoorbeeld aan een kind met een angststoornis. Het kind blijft in deze situaties wel ingeschreven op een school. Deze school blijft dus ook verantwoordelijk voor het onderwijs. In overleg met de school en ouders kan de leerplichtambtenaar onderzoeken of het kind tijdelijk thuis onderwijs kan volgen waarbij de inzet is volledige terugkeer naar school.

  • Vraag 5
    Welke mogelijkheden ziet u om de problematiek van thuiszittende kinderen aan te pakken? Hoe kijkt u aan tegen de jeugdregisseurs met doorzettingsmacht in Den Haag die het aantal thuiszitters binnen een jaar hebben gehalveerd?

    Voor het eerste onderdeel van deze vraag zie de antwoorden op vraag 2 en 3.
    De leerplichtambtenaar dient de regie te pakken en daar waar nodig partijen bij elkaar te brengen. Het aanstellen van een regisseur met doorzettingsmacht kan helpen als alle partijen zich daaraan confirmeren. Het zou kunnen dat betrokken partijen zich minder verantwoordelijkheid voelen om samen tot een oplossing te komen als een jeugdregisseur wordt ingevoerd. Een wettelijk geregelde doorzettingsmacht vind ik niet passen in een systeem waarin ruimte voor lokaal maatwerk wordt geboden. Bovendien is het de vraag of deze doorzettingsmacht ook richting ouders een functioneel instrument is. Ik vind het van belang dat gemeenten en samenwerkingsverbanden tot een gedeelde gezamenlijke aanpak komen. Ik wil daarbij niet voorschrijven hoe zij dat moeten doen. Er zijn al plekken waar dit goed georganiseerd is: de RMC-coördinator in Enschede, de jeugdregisseur in Den Haag en actietafels in andere regio’s. Ook zal ik goede voorbeelden onder de aandacht brengen op passendonderwijs.nl.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z09666
Volledige titel: Het adviesrapport van de Kinderombudsman Van leerplicht naar leerrecht
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-2495
Volledige titel: Antwoord vragen van de leden Ypma en Jadnanansing inzake het adviesrapport van de Kinderombudsman Van leerplicht naar leerrecht