Kamervraag 2013Z08352

Het bericht 'Als pleegouder moet je veel in je mars hebben'

Ingediend 23 april 2013
Beantwoord 5 juni 2013 (na 43 dagen)
Indiener Vera Bergkamp (D66)
Beantwoord door Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z08352.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2509.html
1. Een Vandaag, 18 april 2013
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Als pleegouder moet je veel in je mars hebben»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat pleegouders na korte tijd al weer stoppen met pleegzorg, terwijl het aantal pleegkinderen in 10 jaar tijd is verdubbeld, van 10.000 naar 20.000 per jaar? Kunt u aangeven hoeveel ouders voortijdig stoppen, wat hier de oorzaak van is, hoe groot het tekort is en wat u van plan bent hieraan te doen?

    Ik beschik niet over cijfers over het aantal pleegouders dat voortijdig stopt met pleegzorg. Alleen het totaal aantal pleegouders dat op jaarbasis stopt is bekend. In 2011 zijn in totaal 3.088 pleegouders gestopt2. Hiervan zijn 1.598 netwerkpleegouders (dit zijn familie, vrienden of bekenden van het pleegkind die de zorg over het pleegkind dragen) en 1.490 bestandspleegouders (pleegouders, die niet in het netwerk van het kind hoeven te zitten en die zich als zodanig hebben aangemeld). In de praktijk blijkt dat netwerkpleegouders met name voor de pleegzorg kiezen omdat zij bereid zijn de zorg te dragen voor een kind dat zij kennen. Echter wanneer die plaatsing eindigt blijven zij niet beschikbaar als pleegouder voor een onbekend kind.
    Op 31 december 2011 waren 1.909 pleegouders beschikbaar3 voor een plaatsing van een pleegkind. In de praktijk blijkt echter dat het aanbod niet goed aansluit op de vraag. Het tekort aan pleegouders is daarmee niet kwantitatief, maar kwalitatief van aard. Zo is er bijvoorbeeld voor kinderen van 10 jaar en ouder een groot tekort aan pleegouders. Bij een groter pleegouderbestand is er meer kans op een goede match tussen pleegkind en pleeggezin.
    Om meer pleegouders te werven en de diversiteit van het pleegouderbestand te vergroten is in 2011 ingezet op een landelijke campagne. De campagneactiviteiten gericht op de werving van pleegouders wordt nu vooral regionaal ingestoken om daarmee beter in te spelen op de regionale behoefte.

  • Vraag 3
    Herkent u zich in de situatie dat er problemen zijn tussen de gezinsvoogd en pleegouders, zoals in de uitzending wordt gesteld? Zo ja, wat bent u van plan hieraan te doen?

    In het kader van de aanbevelingen van commissie Samson4 is op 25 april 2013 door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Veiligheid en Justitie, in samenwerking met Jeugdzorg Nederland, een themadag georganiseerd met het werkveld, waarbij onder andere de relatie tussen de gezinsvoogd en de pleegouders aan de orde is geweest. Jeugdzorg Nederland zal een landelijk kader over dit thema opstellen. Hierin zal onder andere de samenwerking en communicatie met de pleegouders worden opgenomen. In de brief inzake geweld in afhankelijkheidsrelaties, die u binnenkort van mij ontvangt, wordt hier nader op ingegaan.

  • Vraag 4
    Klopt het dat door een tekort aan pleegouders een effectieve screening op pedagogische capaciteiten door Jeugdzorg ontbreekt? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?

    De pleegzorgaanbieder is verantwoordelijk voor plaatsing van het pleegkind bij geschikte pleegouders. Voordat iemand als pleegouder geaccepteerd wordt dient de aspirant-pleegouder een voorbereidings- en screeningstraject af te leggen. Dit is een intensief traject dat zes tot negen maanden duurt waarin ook de pedagogische kwaliteiten van de aspirant-pleegouder aan de orde komen. Alleen als de aspirant-pleegouder dit traject succesvol doorloopt, komt hij/zij in aanmerking voor het pleegouderschap.
    Sinds 1 januari 2012 werken pleegzorgaanbieders volgens het kwaliteitskader «Voorbereiding en screening van aspirant-pleegouders». In het Kwaliteitskader zijn afspraken opgenomen over hoe pleegouders voorbereid en gescreend moeten worden. Door deze afspraken wordt het voorbereidings- en screeningstraject uniform en transparant. Het kwaliteitskader Voorbereiding en Screening wordt momenteel geëvalueerd en aangepast aan nieuwe eisen.

  • Vraag 5
    Klopt het dat ouders contact hebben opgenomen met Jeugdcontact, maar dat niets met de signalen over problemen met kinderen is gedaan? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?

    Ik beschik niet over informatie over contacten van ouders met Jeugdcontact.

  • Vraag 6
    Klopt het dat Bureau Jeugdzorg niet luistert naar pleegouders die ervaring hebben met het opvangen en begeleiden van kinderen en kennis hebben van pedagogiek en hechtingsproblematiek? Zo ja, wat bent u van plan hieraan te doen?

    Dat is mij niet bekend.
    Het is van belang dat pleegouders, naast de hulpverlenende instanties, als een volwaardige schakel in de hulpverlening worden gezien. Per 1 juli 2013 is met de inwerkingtreding van de Wet verbetering positie pleegouders daarom geregeld dat de positie van de pleegouder in de hulpverlening wordt verbeterd. Zo zal een voogdijplan, gezinsvoogdijplan of een jeugdreclasseringsplan dat opgesteld wordt door Bureau Jeugdzorg eerst afgestemd moeten worden met de pleegouders voordat het vastgesteld kan worden. Ook krijgen pleegouders instemmingsrecht bij het hulpverleningsplan, voor zover het hun rol in het plan betreft. Op dit moment hebben pleegouders een blokkaderecht als een kind langer dan een jaar in hun pleeggezin is opgenomen en er geen sprake in van een kinderbeschermingsmaatregel. Dit betekent dat de vervangende toestemming van de kinderechter nodig is voor wijziging in het verblijf van een minderjarige indien pleegouders deze toestemming weigeren. In het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregel (kamerstukken 32 015) wordt in artikel 1:265i BW dit recht verbreed naar die kinderen die onder toezicht zijn gesteld en in dat kader uit huis zijn geplaatst.

  • Mededeling - 15 mei 2013

    De vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over het bericht «Als pleegouder moet je veel in je mars hebben» (2013Z08352) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat er afstemming noodzakelijk is met andere departementen. Hierdoor hebben we meer tijd nodig voor de beantwoording van de Kamervragen. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z08352
Volledige titel: Het bericht 'Als pleegouder moet je veel in je mars hebben'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-2509
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Bergkamp over het bericht ‘Als pleegouder moet je veel in je mars hebben’