Kamervraag 2013Z03764

Leges

Ingediend 27 februari 2013
Beantwoord 28 maart 2013 (na 29 dagen)
Indiener Gerard Schouw (D66)
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen migratie en integratie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z03764.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1809.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich de brief van 4 juli 2012 van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel over het oordeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie (EU) dat de leges, die Nederland heft op aanvragen over de status van langdurig ingezeten derdelanders en op aanvragen van langdurig ingezeten derdelanders die vanuit een andere lidstaat naar Nederland komen, overdreven en onevenredig hoog zijn?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u inmiddels al uitsluitsel geven over de gevolgen van de uitspraak voor de overige leges voor verblijfsvergunningen, zoals aanvragen voor een verblijfsvergunning op medische gronden? Kunt u dit juridisch onderbouwen?

    Bij brief van 28 november 2012 aan de voorzitter van de Eerste Kamer heb ik aangegeven welke leges omlaag worden bijgesteld naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) van 9 oktober 2012, en daarmee ook naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie van de EU van 26 april 2012 (EK 2012–2013, 31 549, nr. K). Een kopie van deze brief is ook aan uw Kamer gezonden. De uitspraak van de AbRS ziet alleen op de hoogte van de leges voor zover die een belemmering vormt voor de uitoefening van de rechten zoals voorzien in de Richtlijn inzake het recht op gezinshereniging (Richtlijn 2003/86/EG). Bij de aanpassing van de hoogte van de leges is echter ook rekening gehouden met het feit dat de lijn van deze uitspraak inhoudt dat de hoogte van de leges geen belemmering mag vormen voor de toepassing van de rechten in het kader van andere EU-richtlijnen. Daarom heb ik de hoogte van de leges voor studie en wetenschappelijk onderzoek verlaagd. De uitspraken zien niet op de hoogte van leges voor verblijfsvergunningen die op nationale gronden worden afgegeven, zoals de verblijfsvergunning op medische gronden. Ik zie derhalve geen aanleiding om deze leges naar beneden bij te stellen.

  • Vraag 3
    Bent u voornemens vast te houden aan het standpunt van het vorige kabinet dat de leges zoveel mogelijk kostendekkend moeten zijn? Waarom wel of waarom niet, en welke gevolgen verbindt u hieraan? Kunt hierbij toelichten welke kosten er precies worden meegenomen bij het bepalen van de hoogte van de leges?

    Het kabinet houdt vast aan het standpunt dat de leges zoveel mogelijk kostendekkend moeten zijn. Het uitgangspunt is dat de betrokken aanvragers zelf het meeste profijt hebben van de diensten van de overheid en voor deze diensten de kosten dragen. Uiteraard wordt hierbij rekening gehouden met de relevante Europeesrechtelijke kaders en jurisprudentie. Dit betekent dat de leges minder kostendekkend kunnen zijn dan voorzien.
    Over de opbouw van de kostprijzen bij de IND waarop de legestarieven worden gebaseerd, verwijs ik naar de brief van de toenmalige minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 31 januari 2012 aan uw Kamer (TK 2011–2012, 30 573, nr. 94.

  • Vraag 4
    Kunt u toelichten waarom de leges voor het vervangen van een vreemdelingendocument (250 euro) vele male hoger zijn dan voor het vervangen van een Nederlands identiteitsdocument of de vervanging van een EU-document?

    Het is redelijk om hogere leges te vragen voor de vervanging van een vreemdelingendocument dan voor de vervanging van een identiteitsdocument. Aan de vervanging van een vreemdelingendocument zijn hogere kosten verbonden doordat de IND hiervoor extra taken moet verrichten. Zo moet bijvoorbeeld opnieuw getoetst worden of de desbetreffende vreemdeling aan de voorwaarden voor verblijf voldoet. Voor een nadere toelichting op de redenen waarom hogere leges gevraagd worden voor de vervanging van een vreemdelingendocument, verwijs ik naar de antwoorden van 27 januari 2011 van de toenmalige minister voor Immigratie en Asiel op vragen van het toenmalige lid van de Tweede Kamer, de heer Spekman (TK 2010–2011, Aanhangselnummer 1219).

  • Mededeling - 19 maart 2013

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Schouw (D66) van uw Kamer aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over leges (ingezonden 27 februari 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z03764
Volledige titel: Leges
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-1809
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid Schouw over leges