Kamervraag 2012Z09404

Het hoge aantal recent aangespoelde dode zeehonden in de Grevelingen en dode en ernstig verminkte bruinvissen bij de stranden van Ouddorp

Ingediend 3 mei 2012
Beantwoord 6 september 2012 (na 126 dagen)
Indiener Anja Hazekamp (PvdD)
Beantwoord door Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA)
Onderwerpen natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z09404.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3392.html
1. Rijnmond.nl, 22 maart 2012 en Nos.nl, 12 april 2012.
  • Vraag 1
    Bent u op de hoogte van het hoge aantal recent aangespoelde dode zeehonden in de Grevelingen en dode en ernstig verminkte bruinvissen bij de stranden van Ouddorp?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat de huidige bescherming van zeehonden en bruinvissen onvoldoende is, gezien de grote aantallen die recentelijk zijn aangespoeld?

    Ik deel die mening niet. De Flora- en faunawet en de implementatie van de Habitatrichtlijn bieden voldoende bescherming voor deze zeezoogdiersoorten.
    Dat neemt niet weg dat er in de laatste tijd veel zeezoogdieren dood worden aangetroffen op de Nederlandse stranden. Hiervoor kunnen verschillende oorzaken zijn. Zeker is, dat het aantal zeehonden en bruinvissen de laatste jaren sterk is gestegen in de Nederlandse wateren. De toegenomen waarnemingen van dode dieren kunnen voor een deel daaraan worden toegeschreven.
    Ik heb vorig jaar het Bruinvisbeschermingsplan in ontvangst genomen. Hierin staan belangrijke aanbevelingen, die ik heb overgenomen.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat de doodsoorzaak van de zeehonden en de bruinvissen te maken kan hebben met de vele visnetten, die in Grevelingen en de Voordelta staan? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?

    Het valt niet uit te sluiten dat er in de Grevelingen en de Voordelta zeehonden of bruinvissen de verdrinkingsdood sterven in visnetten.
    Het is onbekend hoeveel bruinvissen worden bijgevangen. Om inzicht te krijgen in de omvang van de bijvangst, ben ik voornemens om bijvangstonderzoek te laten uitvoeren, mede ter uitvoering van de aanbeveling hierover in het Bruinvisbeschermingsplan. Ik wil eerst de resultaten van dit onderzoek afwachten, voordat ik conclusies trek.

  • Vraag 4
    Kunt u uiteenzetten waardoor de snijwonden en verminkingen bij de dieren zijn veroorzaakt? Zo ja, waaruit blijkt dat volgens u? Zo nee, bent u bereid om de verminkingen te laten onderzoeken?

    Dode, en ook de verminkte, bruinvissen worden onderzocht door de afdeling Pathologie van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Dit onderzoek zal in 2013 worden afgerond (zie mijn antwoord op vraag 7).

  • Vraag 5
    Zijn er aanwijzingen voor strafbare feiten rond de dood van de aangespoelde zeezoogdieren? Zo ja, welke strafbare feiten? Zo nee, is daar wel onderzoek naar gedaan?

    Er zijn dode dieren aangetroffen, maar wat in die specifieke gevallen de doodsoorzaak was, is nog niet bekend. Omdat de oorzaak van de verwondingen niet bekend is, zijn er geen aanwijzingen voor strafbare feiten.

  • Vraag 6
    Welke mogelijkheden ziet u om te achterhalen wie deze bruinvissen heeft verminkt en om maatregelen te treffen tegen het stuksnijden van bruinvissen die als bijvangst worden gevangen?

    Wat het eerste deel betreft dan de vraag verwijs ik u naar mijn antwoorden op vraag 4 en vraag 7.
    Het tweede deel van uw vraag betreft het stuksnijden van bijgevangen bruinvissen. Wanneer een bruinvis op zee wordt bijgevangen, wordt doorgaans het net bij inhalen om het kadaver heen losgesneden en gaat de bruinvis weer in zee. Naar de omvang van de bijvangst wil ik onderzoek doen (zie mijn antwoord op vraag 3).

  • Vraag 7
    Is het waar dat in Utrecht onderzoek wordt gedaan naar de doodsoorzaak van de bruinvissen? Zo ja, kunt u ons het onderzoeksresultaat doen toekomen wanneer dit gereed is?

    Volgend voorjaar (2013) wordt een 5-jarig pathologisch onderzoek door de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht afgerond, dat een zeer groot deel van de op de Nederlandse kust aangespoelde dode bruinvissen omvat. Ik zal u dit rapport bij verschijnen doen toekomen.

  • Vraag 8
    Is het waar dat het kenniscentrum van de Zeehondencrèche in Pieterburen onderzoek doet naar de doodsoorzaak van de aangespoelde zeehonden? Zo ja, kunt u ons de uitslag van het onderzoek van het genoemde kenniscentrum doen toekomen?

    Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Zeehondencrèche in Pieterburen.

  • Vraag 9
    Deelt u de mening dat onderzoek naar de doodsoorzaak van beschermde dieren een overheidstaak is? Zo ja, bent u bereid om zelf een specifiek onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de aangespoelde zeezoogdieren? Zo ja, wanneer kunnen we deze verwachten? Zo nee, bent u bereid om de kosten van het onderzoek naar de doodsoorzaak van de dieren door het kenniscentrum van de Zeehondencrèche te vergoeden?

    Mijn prioriteit ligt nu bij het onderzoek aan de dode bruinvissen omdat deze populatie in een (matig) ongunstige staat van instandhouding verkeert. Hiervoor is ruim een half miljoen euro uitgetrokken. Mogelijk dat uit het lopende onderzoek aanwijzingen komen die ook gebruikt kunnen worden voor de verklaring van de doodsoorzaken bij zeehonden. Ik wacht dat af. Ik waardeer overigens dat de Zeehondencrèche Pieterburen op eigen initiatief onderzoek doet.

  • Vraag 10
    Kunt u een voortgangsoverzicht geven van de implementatie van de genoemde maatregelen in het bruinvisbeschermingsplan?

    In 2012 is gestart met de implementatie van de prioritaire aanbevelingen uit het Bruinvisbeschermingsplan zoals ik die in mijn brief van 5 december 2011 heb aangegven (Kamerstukken 2011–2012, nr. 29675/138).
    Het onderzoek naar (de ontwikkeling van) de populatie en verspreiding, voedingspatroon en pathologie loopt.
    In maart 2012 is het Bruinvisbeschermingsplan gepresenteerd in de ASCOBANS Steering Group for the Conservation Plan for the Harbour Porpoise in the North Sea en verspreid onder de leden van deze stuurgroep om meer bekendheid te geven aan het Nederlandse plan.
    Eind 2012 kunt zal ik de Tweede Kamer per brief informeren over de voortgang van de implementatie van het Bruinvisbeschermingsplan.

  • Mededeling - 4 juni 2012

    Met betrekking tot de vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) over het hoge aantal recent aangespoelde dode zeehonden in de Grevelingen en dode en ernstig verminkte bruinvissen bij de stranden van Ouddorp (ingezonden 3 mei 2012), laat ik u het volgende weten. Voor de beantwoording van de vragen moet nadere informatie ingewonnen worden. Ik zal de antwoorden zo snel mogelijk toesturen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z09404
Volledige titel: Het hoge aantal recent aangespoelde dode zeehonden in de Grevelingen en dode en ernstig verminkte bruinvissen bij de stranden van Ouddorp
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-3392
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid Hazekamp over aangespoelde zeehonden en verminkte bruinvissen