Kamervraag 2012Z06446

De evaluatie van het NICAM over de naleving van artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht

Ingediend 29 maart 2012
Beantwoord 4 juni 2012 (na 67 dagen)
Indiener Kees van der Staaij (SGP)
Beantwoord door Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen cultuur en recreatie media
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z06446.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2692.html
1. Buro 240a, Eindrapport (Februari 2012).
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de evaluatie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) over de naleving van artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Op welke manier spant u zich in om de verbeteringen die door de convenanten zijn gerealiseerd de komende jaren verder door te zetten? Bent u voornemens het reglement van Kijkwijzer algemeen verbindend te verklaren? Zo nee, waarom niet?

    De naleving van de leeftijdsgrenzen van films en games is in de periode 2009–2011 sterk toegenomen. Was de gemiddelde naleving tijdens de nulmeting in 2008 nog 14%, in september 2011 bleek deze gestegen naar 49%. Vooral de bibliotheken met een naleving van 81% (nulmeting 8%) en de bioscopen met ruim 76% (28%) hebben ruimschoots voldaan aan de convenantsafspraak die in 2009 gemaakt is met de toenmalige minister van Justitie. Deze behelsde dat eind 2011 een naleving van minimaal 70% gerealiseerd zou zijn voor beeldmateriaal dat in de hoogste categorie valt en dus schadelijk te achten is voor álle jongeren onder de leeftijd van 16 jaar. De resultaten die in de afgelopen drie jaar zijn bereikt, hebben mij doen besluiten de ingeslagen weg voort te zetten.
    Zoals in het convenant was afgesproken, heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de aansluiting bij het Nicam te vergroten van met name winkelketens en (online) verkopers die niet al via een brancheorganisatie bij het Nicam aangesloten zijn. Dit heeft ertoe geleid dat de speelgoedbranche GEBRA zich bij het Nicam heeft aangesloten. In overleg met OCW en het Buro240a is geconstateerd dat het algemeen verbindend verklaren van het reglement van Kijkwijzer geen toegevoegde waarde heeft; voor degenen die niet bij het Nicam aangesloten zijn, geldt immers (ook) artikel 240a Sr.

  • Vraag 3
    Wat is uw reactie op de constatering dat videotheken, warenhuizen en muziekwinkels in tegenstelling tot andere branches ver achterblijven bij de doelstellingen in het convenant? Welke specifieke inzet pleegt u om deze branches tot verbetering te bewegen?

    Hoewel een aantal branches niet de vereiste 70% naleving heeft bereikt, zijn toch vorderingen geboekt bij videotheken (nu 26%, was 18%), de warenhuizen (nu 38%, was 3%), de entertainmentwinkels (nu 27%, was 19%) en gameshops (nu 48%, was 10% en convenantpartner Game Mania zit op 60%). Ik trek hieruit de conclusie dat de inspanningen die de afgelopen drie jaar gepleegd zijn, gecontinueerd moeten worden om ook deze branches op het gewenste niveau van naleving te brengen. Het gaat dan onder meer om het blijven aanbieden van e-learning aan verkopend personeel, informatieverstrekking aan deze bedrijven over de Kijkwijzer (films) en PEGI (games) en controle op de naleving van artikel 240a Sr door de daartoe aangewezen buitengewone opsporingsambtenaren.

  • Vraag 4
    Welke gevolgen verbindt u aan de constatering dat naleving mogelijk sterker verbeterd had kunnen worden indien een publiekscampagne gericht op ouders de convenanten had ondersteund? Wordt dit thema opgenomen in de voorlichtingscampagne van de Rijksoverheid?

    De afgelopen drie jaar is de campagne «Heftige films en games: pas op de juiste leeftijd» door het ministerie van Veiligheid en Justitie gevoerd. Deze was mede gericht op ouders. Naar het oordeel van de brancheorganisaties verenigd in het Nicam had deze campagne ook massamediaal via Postbus-51, dus met spotjes op de televisie, gevoerd moeten worden. Dit is overwogen, maar het mogelijke aantal overheidscampagnes via dit medium is naar zijn aard echter beperkt. Bij de selectie kregen andere thema’s, zoals de campagne tegen huiselijk geweld, meer prioriteit.

  • Vraag 5
    Neemt u de aanbeveling van de bioscoopbranche over om de coulanceregeling voor jongeren onder 16 jaar te schrappen? Deelt u de mening dat het verstandig is de classificatie ten aanzien van alle leeftijden strikt te hanteren, zodat verwarring vermeden wordt?

    Met de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten is overeengekomen dat parental guidance voor films met de classificatie 16 jaar geheel wordt afgeschaft. Bij de naleving van de overige leeftijdsclassificaties doet zich het probleem voor dat voor jongeren onder de veertien jaar geen identificatieplicht geldt, wat de controle op de leeftijd bemoeilijkt. Daarom zijn hierover aparte afspraken gemaakt met de bioscoopbranche. In mijn brief die uw Kamer nog voor de zomer ontvangt over de resultaten van de naleving van artikel 240a Sr zal ik u hierover nader informeren.

  • Vraag 6
    Deelt u de in het rapport verwoorde urgentie om ook de naleving van de verkoop op internet voortvarend ter hand te nemen, zodat een verplaatsing van het probleem kan worden tegengegaan? Binnen welke termijn kan de Kamer hiervoor voorstellen verwachten?

    De afgelopen twee jaar zijn de mogelijkheden geïnventariseerd om te komen tot een betere naleving van de leeftijdsgrenzen bij de verkoop via internet. Omdat dezelfde problematiek ook bij andere leeftijdsgebonden goederen speelt, zoals bij de verkoop van alcohol en tabak, wordt bij het zoeken naar een noodzakelijk geachte oplossing nauw samengewerkt met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zoals toegezegd tijdens het AO alcoholbeleid van 9 februari 2012 zal uw Kamer uiterlijk juni 2012 hierover bij brief geïnformeerd worden.

  • Mededeling - 19 april 2012

    Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij (SGP) over de evaluatie van het NICAM over de naleving van artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht (ingezonden 29 maart 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z06446
Volledige titel: De evaluatie van het NICAM over de naleving van artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-2692
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid Van der Staaij over de evaluatie van het NICAM over de naleving van artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht