Kamervraag 2012Z05842

Nazorg bij ruiming in de veehouderij om dierziekte

Ingediend 22 maart 2012
Beantwoord 26 april 2012 (na 35 dagen)
Indiener Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU)
Beantwoord door Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA)
Onderwerpen dieren landbouw
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z05842.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2336.html
  • Vraag 1
    Bestaat er volgens u behoefte aan nazorg voor gezinnen en eigenaren van veehouderijen, die een ruiming vanwege een dierziekte moeten meemaken? Zo ja, op welke terreinen en in welke vormen is volgens u behoefte aan nazorg?

    Ja, uit de evaluaties van verschillende dierziektecrises komt naar voren dat er bij de getroffen veehouder behoefte is aan nazorg. Welke vorm van nazorg nodig is, hangt af van de aard van het bedrijf en de omstandigheden van het gezin. Uit de Q-koorts evaluatie kwam bijvoorbeeld naar voren dat de onzekerheid over de economische en bedrijfsmatige gevolgen van de ruimingen een belangrijke bron van stress is. Ik heb u hierover geïnformeerd in mijn brief van 24 juni 2011 (TK 28 286, nr. 406).

  • Vraag 2
    Is het waar dat ten tijde van de Mond-en-klauwzeer (MKZ)-ruimingen in 2001 geen enkele vorm van nazorg beschikbaar was voor de getroffen gezinnen en andere bij het bedrijf betrokkenen? Zo nee, welke nazorg heeft er dan plaatsgevonden?

    Tijdens de MKZ-crisis was de psychosociale hulpverlening nog niet optimaal georganiseerd. Ik verwijs u hiervoor naar de brief van 15 maart 2002 over de MKZ-evaluatie (TK 27 622, nr. 95). Tijdens deze crisis waren met name brancheorganisaties, sociale omgeving en kerken actief in de ondersteuning van mensen. Destijds was de rol van de overheid hierbij niet zo vanzelfsprekend waardoor de hulpverlening van die kant langzamer op gang kwam. Ook was het voor de veehouder moeilijk om de verschillende mogelijkheden voor hulp in beeld te krijgen.

  • Vraag 3
    Is er nu nazorg beschikbaar voor veehouderijen die vanwege een dierziekte worden geruimd? Zo ja, in welke vorm? Welke lessen zijn daarbij getrokken uit de MKZ-crisis en de bestrijding van de Q-koorts?

    De Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) heeft op basis van de Wet publieke gezondheid een belangrijke taak in het organiseren van de psychosociale hulpverlening na rampen en crises. De procedures die de GGD volgt, zijn opgenomen in het GGD Rampen Opvang Plan (GROP). In het nazorgtraject wordt zo veel mogelijk aangesloten op het reguliere zorgaanbod dat bijvoorbeeld huisartsen, maatschappelijk werk en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) beschikbaar stellen.
    De evaluaties van de MKZ-crisis in 2001 en de bestrijding van de Q-koorts in 2011 hebben verbeterpunten opgeleverd (zie ook het antwoord op vraag 1). Deze zijn door de GGD meegenomen bij de invulling van het GROP.
    Voor veehouders die geconfronteerd worden met ruimingen heeft (Z)LTO eveneens een nazorgaanbod voor haar leden. De behoefte aan nazorg is individueel bepaald.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z05842
Volledige titel: Nazorg bij ruiming in de veehouderij om dierziekte
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-2336
Volledige titel: Antwoord vragen Wiegman-van Meppelen Scheppink over nazorg bij ruiming in de veehouderij om dierziekte