Kamervraag 2012Z03810

Afschot van zogende wilde zwijnen

Ingediend 1 maart 2012
Beantwoord 6 april 2012 (na 36 dagen)
Indiener Anja Hazekamp (PvdD)
Beantwoord door Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA)
Onderwerpen natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z03810.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2123.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Afschotperiode zwijnen wordt verlengd»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat de periode waarin zwijnen mogen worden geschoten verlengd wordt tot 15 maart? Zo nee, tot welke datum mogen dan zwijnen geschoten worden?

    Ja.

  • Vraag 3
    Is het waar dat al op 1 februari 2012 de eerste jonge wilde zwijnen gesignaleerd zijn door personeel van Staatsbosbeheer op de Noord-Veluwe? Zo nee, wanneer is dan volgens uw informatie de draag- en zoogtijd van wilde zwijnen?

    Ja.

  • Vraag 4
    Is het waar dat met het toestaan van afschot gedurende de draag- en zoogtijd de kans bestaat dat jonge dieren die afhankelijk zijn van de zorg van hun moeder achterblijven en een schrijnende hongerdood sterven? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid en hoe zou u het onverzorgd achterlaten van deze biggen die daardoor ten dode opgeschreven zijn dan benoemen?

    Het doden van zwijnen is noodzakelijk voor onder meer de veiligheid van verkeersdeelnemers op de Noord-Veluwe. De provincie is bevoegd om hier besluiten over te nemen. Een betamelijke jager zal geen zeugen afschieten waarbij de overlevingskansen van de biggen nog afhankelijk zijn van de zorg van de zeug. Tevens verwijs ik naar eerdere beantwoording op Kamervragen over afschot van drachtige zwijnen (Tweede Kamer, 2007–2008, Aanhangsel van de Handelingen 2448).

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het bejagen van drachtige en zogende zwijnen leidt tot onaanvaardbaar dierenleed? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit te voorkomen en op welke termijn? Zo nee, kunt u uiteenzetten waarom het niet voorkomen dat hulpeloze biggen door afschot van de moeder verhongeren met de dood als gevolg geen onaanvaardbaar dierenleed is?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat het ethisch onverantwoord is om een wettelijk beschermd dier na een strenge vorstperiode en in de draag- en zoogtijd te bejagen, met het risico dat dieren die afhankelijk zijn van de zorg van hun moeder onverzorgd achterblijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het bejagen van drachtige en zogende dieren, waarbij het risico bestaat dat biggen onverzorgd achterblijven en de hongerdood sterven, in strijd is met de wettelijke zorgplichtbepalingen uit artikel 2, lid 1 van de Flora- en faunawet en artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer en op welke wijze wilt u maatregelen treffen om de zorgplicht in casu te handhaven?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat het bejagen van drachtige en zogende dieren, waarbij het risico bestaat dat biggen onverzorgd achterblijven en de hongerdood sterven, in strijd is met artikelen 47 en 73 van de Flora- en faunawet, waarin is bepaald dat onnodig lijden van dieren door jacht, beheer en schadebestrijding moet worden voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer en op welke wijze wilt u maatregelen treffen om de zorgplicht in casu te handhaven?

    Of sprake is van een overtreding is van de Flora- en faunawet dient van geval tot geval beoordeeld te worden. Daar wil ik hier geen algemene uitspraken over doen. Zie verder mijn voorgaande beantwoording.

  • Vraag 9
    Bent u bereid tot het instellen van een landelijk verbod op het schieten van zwijnen in draag- en zoogtijd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer en op welke wijze?

    Nee, ik zie daar geen reden toe.

  • Vraag 10
    Deelt u de mening dat de gehanteerde aantallen met betrekking tot de gewenste standen, niet of nauwelijks gerelateerd zijn aan de natuurlijke draagkracht van het leefgebied? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u daaraan?

    Nee, ook overwegingen als schade, overlast en veiligheid worden meegewogen om tot een bepaalde voorjaarsstand te komen. Die afweging behoort tot de verantwoordelijkheid van de Gedeputeerde Staten van provincie Gelderland.

  • Vraag 11
    Kunt u bevestigen dat er niet of nauwelijks geïnvesteerd wordt in preventie, zoals het aanleggen van rasters, om schade en overlast door wilde zwijnen te voorkomen? Zo ja, bent u bereid om het schieten van wilde zwijnen te verbieden wanneer er geen preventieve maatregelen getroffen zijn? Zo nee, kunt u nauwkeurig aangeven welke maatregelen getroffen zijn om schade door zwijnen te voorkomen?

    Via het Faunafonds investeert mijn ministerie in beheer en onderhoud van leefgebiedrasters. De provincie, terreinbeheerders en gemeenten doen dat vanuit hun verantwoordelijkheden met betrekking tot de wegen in hun beheer en verkeersveiligheid.
    Ondanks al deze maatregelen veroorzaken de wilde zwijnen nog steeds veel schade en overlast. Daarnaast voert de provincie meer maatwerkbeheer. Hetgeen betekent dat in de bekende probleemgebieden de focus is gericht op het behalen van de doelaantallen. Het betreft dan ook deze gebieden waar de afschotperiode is verlengd tot 15 maart 2012.
    Overigens is het de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de Gedeputeerde Staten om hier eigenstandige beslissingen over te nemen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z03810
Volledige titel: Afschot van zogende wilde zwijnen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-2123
Volledige titel: Antwoord vragen Hazekamp over afschot van zogende wilde zwijnen