Kamervraag 2011Z16515

Het opleggen van preventieve huisverboden aan plegers van huiselijk geweld

Ingediend 29 augustus 2011
Beantwoord 21 september 2011 (na 23 dagen)
Indiener Khadija Arib (PvdA)
Beantwoord door
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16515.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-30.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Huisverbod vaak te laat opgelegd»?1 Herinnert u zich de eerdere schriftelijke vragen over het preventief opleggen van huisverboden?2

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening van de directeur van de Federatie Opvang dat burgemeesters eerder huisverboden moeten opleggen? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

    Hoewel de Wet tijdelijk huisverbod voorziet in de mogelijkheid een huisverbod op te leggen aan degenen van wie een dreiging van huiselijk geweld uitgaat en er (nog) geen (aantoonbare) strafbare feiten zijn gepleegd, blijkt uit de procesevaluatie dat daarvan weinig gebruik wordt gemaakt. Een belangrijke oorzaak hiervoor is, aldus de evaluatie, de omstandigheid dat het huisverbodtraject vaak start bij de politie. Dan zijn situaties al vaak ernstig uit de hand gelopen.
    Ik deel de mening dat het huisverbod waar mogelijk eerder, preventiever ingezet moet worden. In de brieven die de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik op 14 februari 2011 en op 22 juni 2011 aan uw Kamer hebben gestuurd3 is aangegeven dat we met het in de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vastleggen van de rol van het steunpunt huiselijk geweld als meldpunt willen bevorderen dat situaties eerder worden gemeld, nog voordat zij uit de hand zijn gelopen.
    Op 20 juli jl heeft de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie, mede namens de Staatssecretaris van VWS, in een brief aan alle colleges van burgemeester en wethouders, (onder andere) aandacht gevraagd voor de preventieve inzet van het huisverbod. Deze brief is als bijlage bijgevoegd.
    Ook organiseer ik, samen met de Staatssecretaris van VWS en in samenwerking met de VNG, in december 2011 een bijeenkomst voor gemeenten waarin dit onderwerp aan de orde zal komen. Op basis van de uitkomst van deze bijeenkomst gaan we na of verdere acties nodig zijn.

  • Vraag 3
    Bent u bezig met een onderzoek naar wat er voor nodig is om het huisverbod ook uit voorzorg in te zetten? Zo ja, wanneer komt u met de uitkomst van dit onderzoek?

    Zoals ik in mijn brief van 22 juni jl. heb aangegeven, lijkt er een spanningsveld te bestaan tussen het preventief opleggen van huisverboden en de formulering van artikel 2, eerste lid van de Wet tijdelijk huisverbod. Dit spanningsveld wordt meegenomen in de effectevaluatie, die in 2014 aan uw Kamer zal worden toegezonden.

  • Vraag 4
    Wanneer kan de uitkomst van de Effectevaluatie Wet tijdelijk huisverbod van het WODC worden verwacht?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Hoe verhoudt uw antwoord op de eerdere gestelde schriftelijke vragen, waaruit blijkt dat preventieve huisverboden op grond van de bestaande wet al mogelijk zijn zich tot de woorden van de directeur van de Federatie Opvang: «Toch zouden we liever zien dat de huisverboden ook worden ingezet als er vermoedens zijn van dreigend geweld»?

    Zie antwoord vraag 2.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z16515
Volledige titel: Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het opleggen van preventieve huisverboden aan plegers van huiselijk geweld (ingezonden 29 augustus 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-30
Volledige titel: Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het opleggen van preventieve huisverboden aan plegers van huiselijk geweld (ingezonden 29 augustus 2011).