Kamervraag 2011Z13428

Belangenverstrengeling bij de TU Delft

Ingediend 21 juni 2011
Beantwoord 10 april 2012 (na 294 dagen)
Indiener Jasper van Dijk
Beantwoord door Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen hoger onderwijs onderwijs en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z13428.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2142.html
  • Vraag 1
    Wat is uw oordeel over het artikel «Foute familiezaken op de universiteit», waaruit blijkt dat een decaan van de Technische Universiteit Delft voor € 750 000 aan opdrachten aan zijn vrouw verleende?1

    Naar aanleiding van onder meer dit artikel heeft het College van Bestuur van TU Delft in overleg met de Inspectie van het Onderwijs een accountant een onafhankelijk feitenonderzoek laten uitvoeren. Dit feitenonderzoek heeft een aantal aandachtspunten in het inkoopproces binnen de universiteit blootgelegd. TU Delft heeft op deze punten inmiddels ook maatregelen genomen. Ik ben van mening dat de TU Delft deze casus afdoende heeft afgehandeld.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat de geconstateerde belangenverstrengeling buitengewoon slecht is voor het aanzien van de wetenschap?

    Ondanks het feit dat de werkzaamheden van de echtgenote van de betrokken decaan geen betrekking hadden op wetenschappelijke activiteiten ben ik van mening dat TU Delft zich in dergelijke gevallen maximaal moet inspannen om belangenverstrengeling te voorkomen en het aanzien van de wetenschap niet te schaden.

  • Vraag 3
    Vindt u de zaak een interne aangelegenheid van de TU Delft of deelt u de mening dat u ook een taak heeft in het waarborgen van de integriteit en onafhankelijkheid van het wetenschappelijk personeel?

    Het behoort tot de taakopdracht van het universiteitsbestuur van TU Delft om de bestuurlijke en wetenschappelijke integriteit te waarborgen. Inmiddels is het College van Bestuur van TU Delft binnen de universiteit gestart met een project, waarmee in 2012 de interne gedragsregels extra onder de aandacht worden gebracht. De Raad van Toezicht heeft mij toegezegd de komende tijd extra aandacht te besteden aan het op- en bijstellen, naleven en handhaven van de interne regelgeving.

  • Vraag 4
    Is er een sanctie opgelegd naar aanleiding van het gebeurde of blijft het bij de constatering dat het «onvoorzichtig en niet gewenst» is? Vindt u dit afdoende?

    In overleg met het College van Bestuur van TU Delft heeft betrokkene inmiddels zijn functie als decaan binnen de universiteit neergelegd. Ik vind dat afdoende.

  • Vraag 5
    Op welke manier gaat de TU Delft de gedragscode aanscherpen? Gaat u erop toezien dat dit op een adequate manier gebeurt?

    Zie het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 6
    In hoeverre kunnen dit soort zaken ook bij andere universiteiten voorkomen? Bent u bereid dit te onderzoeken?

    Om het risico van incidenten zo veel mogelijk te voorkomen is in de Wet hoger onderwijs en onderzoek geregeld hoe de governancestructuur van een instelling moet zijn ingericht. Ik heb vooralsnog geen aanleiding te veronderstellen dat onderzoek op dit punt bij andere instellingen noodzakelijk is.

  • Vraag 7
    Gaat u erop toezien dat ook andere universiteiten hun gedragscode aanscherpen? Zo nee, waarom niet?

    Zie het antwoord op vraag 6.

  • Vraag 8
    Hoe staat het met de transparantie rond de nevenfuncties van hoogleraren bij bedrijven, et cetera? Bent u bereid hiervan een overzicht te geven, zodat er volstrekte openheid bestaat over de bijbanen van het wetenschappelijk personeel?2

    De TU Delft heeft een overzicht verstrekt van nevenfuncties van alle Delftse hoogleraren en bestuurders. Het beleid van TU Delft is om deze nevenfuncties – zoals mijn ambtsvoorganger destijds voor alle universiteiten met de VSNU heeft afgesproken – te publiceren. Het College van Bestuur van TU Delft scherpt de procedures op dit moment aan, zodat de regeling nog beter wordt nageleefd.
    Ik zie op dit moment geen aanleiding voor een centraal totaaloverzicht van nevenfuncties van alle hoogleraren.

  • Mededeling - 18 november 2011

    Op 17 juni en 21 juni 2011 hebt u mij vragen gezonden van de leden Jadnanansing (PvdA) en Jasper van Dijk (SP) van uw Kamer, met resp. kenmerk 2011Z13152 en kenmerk 2011Z13428. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van het artikel «Decaan TU gaf opdrachten universiteit aan bedrijf vrouw» van 11 juni 2011 op de website www.nrc.nl. In het ordedebat van 9 november 2011 heeft Jasper van Dijk een update gevraagd over de beantwoording van zijn vragen. Op 8 juli 2011 heb ik uw Kamer verzocht om uitstel van beantwoording van deze vragen vanwege een onderzoek naar de juistheid van feiten vermeld in het door de vragenstellers aangehaalde NRC-artikel. TU Delft heeft een extern bureau opdracht gegeven een onafhankelijk feitenonderzoek bij TU Delft uit te voeren. Op 26 oktober 2011 heb ik van de leden Jadnanansing (PvdA), Jasper van Dijk (SP) en Lucas (VVD) vragen ontvangen naar aanleiding van het artikel «ondernemende universiteit in zwaar weer» in NRC van 22 oktober 2011. Deze vragen werden mij toegezonden met brief met kenmerk 2011Z21092. Op 2 november 2011 heb ik op de artikelen en op het feitenonderzoek van de Voorzitter van het College van Bestuur en van de Voorzitter van de Raad van Toezicht een toelichting ontvangen. Daarbij is ook de kwestie van de vermeende belangenverstrengeling van de echtgenote van de decaan, zoals aangehaald in de eerste alinea van deze brief aan de orde gekomen. Ik heb in het gesprek aangekondigd dat de Inspectie van het Onderwijs het besprokene zal valideren. Ik streef ernaar alle vragen, zo spoedig mogelijk en zoveel mogelijk in onderlinge samenhang te beantwoorden eerst nadat ik inzicht heb verkregen in de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z13428
Volledige titel: Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over belangenverstrengeling bij de TU Delft (ingezonden 21 juni 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-2142
Volledige titel: Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over belangenverstrengeling bij de TU Delft (ingezonden 21 juni 2011).