Kamervraag 2011Z08824

Eerdere toezeggingen ten aanzien van Syrië

Ingediend 26 april 2011
Beantwoord 19 mei 2011 (na 23 dagen)
Indiener
Beantwoord door
Onderwerpen internationaal internationale samenwerking organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z08824.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2566.html
1. Buitenhof, 24 april 2011.
  • Vraag 1
    Herinnert u zich de vragen tijdens het mondelinge vragenuur van 19 april jl. over de escalatie van geweld in Syrië?

    Ja.

  • Vraag 2
    Hebt u zich op 19 april, zoals door u toegezegd, verstaan met de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie, en wat was haar reactie op de suggestie om de VN-Veiligheidsraad bijeen te roepen?

    Ja, ik heb zowel mondeling als schriftelijk de volgende maatregelen voorgesteld:
    Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Portugal hebben op 27 april jl. in de Veiligheidsraad voorgesteld een persverklaring aan te nemen over de ontwikkelingen in Syrië, maar de Veiligheidsraad-leden bereikten daarover geen overeenstemming.
    Ondertussen heeft de VN-Mensenrechtenraad het optreden van Syrië veroordeeld en opgeroepen tot een «fact-finding»-missie van het Hoge Commissariaat voor de Mensenrechten. De EU heeft inmiddels een wapenembargo en een verbod op de uitvoer van goederen bestemd voor interne repressie ingesteld. In haar verklaring van 29 april jl. kondigde de Hoge Vertegenwoordiger aan dat de EU het proces naar het Associatie-Akkoord opschort en het hulpprogramma tegen het licht zal houden. In haar verklaring van 9 mei kondigde de HV aan dat besloten was tot het instellen van een bevriezing van tegoeden en een reisverbod tegen 13 personen die verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor het gewelddadig optreden van de autoriteiten tegen demonstranten.

  • Vraag 3
    Waarom gaf u bij het programma Buitenhof aan dat het niet de teneur is om via een VN resolutie het regime in Syrië te veroordelen terwijl u in de beantwoording van de mondelinge vragen aangaf: «het bevorderen van stappen op het niveau van de Verenigde Naties zeker te zullen meenemen en op te brengen in de bewuste clubs»?1

    Zoals gesteld in antwoord op vraag 2 en 4 heeft Nederland nadrukkelijk gepleit voor agendering van de situatie in de VN-Veiligheidsraad. In de uitzending van «Buitenhof» heb ik gewezen op de politieke situatie in de Veiligheidsraad waarin vooralsnog geen overeenstemming bestaat over een krachtige veroordeling van het Syrische optreden.

  • Vraag 4
    Bent u bereid alsnog en ten spoedigste de Hoge Vertegenwoordiger te verzoeken om namens de Europese Unie de VN Veiligheidsraad te vragen bijeen te komen om de escalatie van geweld door het Syrische regime tegen eigen burgers te veroordelen?

    Zie antwoord vraag 2.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z08824
Volledige titel: Vragen van het lid Ormel (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over eerdere toezeggingen ten aanzien van Syrië (ingezonden 26 april 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-2566
Volledige titel: Vragen van het lid Ormel (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over eerdere toezeggingen ten aanzien van Syrië (ingezonden 26 april 2011).