Kamervraag 2011Z03786

De verkoop van het Woningbedrijf Oirschot aan woningcorporatie Laurentius

Ingediend 23 februari 2011
Beantwoord 11 maart 2011 (na 16 dagen)
Indiener Paulus Jansen
Beantwoord door Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen huisvesting organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z03786.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1789.html
1. Eindhovens Dagblad, 15 februari 2011.
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de voorgenomen verkoop1 van het Woningbedrijf Oirschot (WBO) aan woningcorporatie Laurentius te Breda?

    Ja.

  • Vraag 2
    Acht u de belangen van de bewoners van de sociale huurwoningen in Oirschot voldoende meegewogen bij de verkoopprocedure?

    Op 28 juni 2010 heeft de gemeenteraad een besluit genomen dat onder een aantal voorwaarden het woningbedrijf aan een toegelaten instelling verkocht zou kunnen worden. Het belangrijkste argument daarbij was dat de lokale volkshuisvesting het meest is gebaat met verkoop. Met de overnemende partij maakt de gemeente dan jaarlijks prestatieafspraken, zodat de vastgestelde Woonvisie 2009–2013 gehaald kan worden. Bij die gelegenheid heeft de gemeenteraad besloten om een volkshuisvestingsfonds op te richten wanneer er een overwaarde uit de verkoop zou ontstaan.
    Uit het Raadsvoorstel van 1 maart 2011 blijkt dat uit zeven biedingen Laurentius als meest geschikte partij is geselecteerd. Laurentius is niet alleen akkoord gegaan met alle randvoorwaarden, maar heeft ook een hoger bod uitgebracht. Tevens blijkt dat de Huurdersraad van het woningbedrijf Oirschot het college van burgemeester en wethouders unaniem positief heeft geadviseerd over de verkoop van het woningbedrijf aan Laurentius. Uit de raadsstukken blijkt ten slotte, dat na overname door Laurentius er voor de bewoners een lokaal loket blijft voor een periode van tenminste tien jaar.
    Gelet op de inhoud van de raadsstukken komt het mij voor dat de gemeente ten aanzien van het voornemen om het woningbedrijf te verkopen een zorgvuldige procedure heeft gevolgd, waarbij het belang van de volkshuisvesting een zwaarwegende rol heeft gespeeld.

  • Vraag 3
    Vindt u het wenselijk, of zelfs maar acceptabel, als een gemeente bij de verkoop van haar woningbedrijf gaat voor maximale winst in plaats van het belang van haar huurders?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Bespeurt u enige volkshuisvestelijke ratio achter de verkoop van 894 woningen in Oirschot (onder de rook van Eindhoven) aan een woningcorporatie die verder uitsluitend woningen in West-Brabant beheert? Zo ja, waarop baseert u deze conclusie? Zo nee, wilt u uw invloed aanwenden om de gemeente Oirschot te bewegen niet voor het grote geld te gaan, maar voor de hoogste maatschappelijke meerwaarde?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Kunt u voor 1 maart een standpunt formuleren, opdat dit nog meegewogen kan worden door de gemeenteraad van Oirschot bij het besluit over de verkoop?

    Voor het nemen van een besluit op een voorstel van een college van burgemeester en wethouders kan de raad van een gemeente in zijn algemeenheid zelfstandig een beslissing nemen, zonder dat daarbij een voorafgaande opvatting van een bewindspersoon noodzakelijk is. Tegen deze achtergrond en gegeven de door de gemeente gevoerde procedure achtte ik het niet noodzakelijk om daarover voor 1 maart een standpunt in te nemen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z03786
Volledige titel: Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verkoop van het Woningbedrijf Oirschot aan woningcorporatie Laurentius (ingezonden 23 februari 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1789
Volledige titel: Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verkoop van het Woningbedrijf Oirschot aan woningcorporatie Laurentius (ingezonden 23 februari 2011).