Kamervraag 2011Z03501

Kwaliteit van inschrijvingen in de gemeentelijke basisadministratie

Ingediend 18 februari 2011
Beantwoord 1 april 2011 (na 42 dagen)
Indiener Ger Koopmans (CDA)
Beantwoord door Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen bestuur gemeenten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z03501.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2047.html
1. De Telegraaf, 17 februari 2011.
2. Brief burgemeester Van der Laan aan minister Donner, Kwaliteit inschrijvingen GBA, 3 januari 2011.
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van het bericht «Uitkeringstrekker duikt onder»1 en van de brief van burgemeester Van der Laan van Amsterdam omtrent de kwaliteit van inschrijvingen GBA?2

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar, dat bijvoorbeeld in Amsterdam bij vergelijking van de adresgegevens in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) met de door het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) beheerde polisadministratie blijkt, dat meer dan 30 000 personen onjuist in de GBA staan ingeschreven of helemaal niet staan ingeschreven, maar wel in Nederland verblijven en werken?

    Op basis van de mij beschikbare informatie herken ik de genoemde cijfers niet. Uit de verkenning die UWV heeft uitgevoerd bleek dat er 40 000 adresverschillen waren en dat 5000 van deze verschillen een nog niet verklaarbare reden hadden. Het hoeft daarbij niet, zoals gesuggereerd, om fraude of onjuiste inschrijving in de GBA te gaan, zelfs niet om uitkeringsgerechtigden.

  • Vraag 3
    Klopt het dat in alle gemeenten in Nederland vergelijkbare verschillen aan de orde kunnen zijn?

    Dat klopt.

  • Vraag 4
    Is het terecht, dat het UWV zich erop beroept dat de Wet structuur uitvoering werk en inkomen (SUWI) geen wettelijke basis biedt voor een nadere analyse van de geconstateerde verschillen? Zo ja, bent u bereid op dit punt wijziging van de Wet SUWI te bepleiten bij uw collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ?

    Voor de beantwoording van deze vragen verwijs ik u naar de beantwoording van vragen 2,3 en 4 van de leden Heijnen en Vermeij (nr. 2011Z03490). Op dit moment is er geen aanleiding om de Wet SUWI op dit punt te wijzigen.

  • Vraag 5
    Hoe verhoudt zich dit tot de terugmeldplicht voor afnemers op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Welke maatregelen neemt u om burgers te attenderen op hun plicht om goed ingeschreven te staan in de gemeentelijke basisadministratie?

    Burgers hebben een relatie of direct contact met de gemeente of andere afnemers van de GBA. Dat betekent dat communicatie richting burgers over hun rechten en plichten ten aanzien van hun inschrijving in de GBA in eerste instantie via de gemeente of die afnemer loopt. Mede om die reden komt dit onderwerp ook altijd aan bod tijdens voorlichting van het Agentschap BPR aan gemeenten en afnemers over de invoering van de GBA als basisregistratie. Het Agentschap BPR wijst gemeenten en afnemers er altijd op dat de GBA als basisregistratie niet alleen rechten en plichten meeneemt voor bestuursorganen, maar ook voor burgers. En dat het mede aan deze bestuursorganen is om burgers hier op te wijzen. Bestuursorganen worden hierin verder ondersteund doordat het Ministerie van BZK een brochure met de relevante informatie over de GBA als basisregistratie ter beschikking stelt. Gemeenten en afnemers van de GBA kunnen deze brochure gebruiken in hun voorlichting richting burgers. In het najaar van 2010 zijn er gericht een aantal afnemers benaderd. Zo heeft het UWV ermee ingestemd om een groot aantal van die brochures te verspreiden via haar kantoren. Dit initiatief wordt zeer gewaardeerd door afnemers van de GBA.

  • Vraag 7
    Welke maatregelen neemt u om calculerend handelen van burgers met hun inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie tegen te gaan?

    De ambtenaar burgerzaken van de gemeente zal zich ervan dienen te vergewissen dat de gegevens in de aangifte die een burger doet juist zijn alvorens hij deze gegevens in de GBA opneemt. Ingeval de ambtenaar twijfelt aan de juistheid kan hij de burger om nadere informatie vragen. Door de positionering van de GBA als basisregistratie en daarmee het verplichte gebruik en verplichte terugmelding wordt tevens opgetreden tegen calculerend handelen.

  • Vraag 8
    Welke maatregelen neemt u om wettelijke, technische en culturele belemmeringen voor het gebruik van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens door overheidsinstanties weg te nemen?

    De Staatssecretaris van BZK heeft in juni 2008 het actieplan Kwaliteit GBA gepresenteerd om de betrouwbaarheid van de GBA op het gewenste niveau te brengen. In de komende periode zal ik het actieplan evalueren. Onderdeel van deze evaluatie is dat in nauwe samenwerking met VNG, NVVB, gemeenten en afnemers wordt vastgesteld wat het actieplan aan resultaten heeft opgeleverd. Onderdeel van de evaluatie is ook de stand van de invoering van de GBA als basisregistratie en de betrouwbaarheid daarvan. Ik zal uw Kamer uiterlijk december 2011 over de uitkomsten van de evaluatie en eventuele vervolgstappen informeren.

  • Vraag 9
    Deelt u de mening, dat grote uitvoeringsorganisaties zoals UWV, Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), Sociale Verzekeringsbank (SVB), Rijksdienst Wegverkeer (RDW) en andere, mede verantwoordelijk zijn voor verbetering van de kwaliteit van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens? Zo ja, welke maatregelen neemt u om de medewerking van deze organisaties te waarborgen?

    Zoals ook aangegeven bij de beantwoording van vraag 5 van de leden Heijnen en Vermeij (nr. 2011Z03490) melden overheidsorganisaties terug. Op deze wijze dragen overheidsorganisaties bij aan de verbetering van de kwaliteit van de GBA.

  • Vraag 10
    Is het waar, dat overheidsorganisaties nog steeds hun eigen persoonsadministratie (incl. adressen) bijhouden? Zo ja, hoe verhoudt dat zich tot het principe van het stelsel van basisregistraties: enkelvoudig vastleggen en meervoudig gebruiken van gegevens door de overheid?

    Het uitgangspunt is dat een afnemer van de GBA zijn werkprocessen efficiënt inricht, daarbij gebruik maakt van gegevens uit de GBA en terugmeldt ingeval van gerede twijfel aan de juistheid van die gegevens. Vanuit de specifieke taakuitvoering van overheidsorganisaties is het mogelijk dat aanvullende of andere gegevens worden vastgelegd. Zo heeft het UWV bijvoorbeeld verblijfadressen of verpleegadressen nodig voor de uitvoering van bepaalde taken.

  • Mededeling - 18 maart 2011

    Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Koopmans (CDA), kenmerk 2011Z03501, en van de leden Heijnen en Vermeij (beide PvdA), kenmerk 2001Z03490, over de kwaliteit van inschrijvingen in de gemeentelijke basisadministratie en ingezonden op 18 februari 2011, deel ik u mede dat het niet mogelijk is de vragen binnen de gestelde termijn van drie weken te beantwoorden. De afstemming met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de antwoorden neemt meer tijd in beslag. U kunt de antwoorden tegemoet zien zodra de afstemming is afgerond, uiterlijk 31 maart 2011.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z03501
Volledige titel: Vragen van het lid Koopmans (CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over kwaliteit van inschrijvingen in de gemeentelijke basisadministratie (ingezonden 18 februari 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-2047
Volledige titel: Vragen van het lid Koopmans (CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over kwaliteit van inschrijvingen in de gemeentelijke basisadministratie (ingezonden 18 februari 2011).