Ingediend | 16 februari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 15 maart 2011 (na 27 dagen) |
Indieners | Eddy van Hijum (CDA), Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Frans Weekers (staatssecretaris financiën) (VVD) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z03217.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1819.html |
Op 4 februari 2011 heeft meer dan 70% van de 114 000 ouders gereageerd. Hiervan hebben ongeveer 6 000 ouders voor één of meer kinderen een onjuiste verwijzing naar het LRK opgegeven. Hun toeslag zal niet worden gestopt, maar deze aanvragers zullen door de Belastingdienst/Toeslagen worden gevraagd nadere informatie te geven.
Van de overige ouders is geen reactie ontvangen. Dit heeft ertoe geleid dat begin februari circa 31 000 rappelbrieven zijn verstuurd aan ouders waarbij voor één of meer kinderen geen koppeling met het LRK gemaakt kon worden. Per 23 februari 2011 heeft 45% gereageerd.
De welkomsttekst strookte met de werkelijkheid, aangezien het in de eerste weken van dit jaar nog in een beperkt aantal gevallen voorkwam dat kinderopvangorganisaties en gastouders wel voor 1 januari 2011 een positieve beschikking hadden ontvangen, maar nog niet in het LRK waren geregistreerd. Inmiddels zijn ook deze gevallen ingevoerd (met ingang van de datum van de beschikking) en geeft het LRK een volledig beeld van de opvang die met ingang van 1 januari 2011 recht geeft op een kinderopvangtoeslag. De welkomsttekst was «hard» geprogrammeerd en kon derhalve niet onmiddellijk worden gewijzigd, maar is inmiddels in de laatste systeemwijziging aangepast.
Alleen als er geen match gemaakt kon worden tussen de opvanggegevens van één of meer kinderen in het toeslagensysteem en het LRK, is er een brief gestuurd aan toeslagaanvragers. In het geval van een aanvraag met meerdere kinderen waarbij één van de kinderen niet matcht, hebben toeslagaanvragers één brief ontvangen. In die brief staat niet nader gespecificeerd welk kind wel en welk kind niet kon worden gematcht. De oorzaak hiervan is gelegen in de inflexibiliteit van de huidige ICT-toeslagensystemen bij de Belastingdienst. Met de introductie van het Nieuwe Toeslagen Systeem wordt dit probleem opgelost.
Het klopt dat op de aanvraag- en wijzigingsmiddelen nog steeds slechts één adres per kind op kan worden gegeven. Net als voorgaande jaren moeten aanvragers bij een aanvraag of wijziging van de toeslag de adresgegevens doorgeven voor de opvanglocatie waar de meeste uren opvang worden genoten. Dit is ook terug te vinden op de internetsite www.toeslagen.nl.
Omdat het huidige systeem geen mogelijkheid biedt meerdere registratienummers op te geven, kunnen ouders niet voldoen aan de wettelijke vereiste dat zij de nummers doorgeven. De Belastingdienst/Toeslagen houdt hiermee rekening bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag. Vanaf toeslagjaar 2012 kunnen vraagouders meerdere registratienummers van opvanglocaties opgeven.
Er is een koppeling tussen beide systemen, deze vindt plaats nadat de aanvrager de gegevens heeft ingevuld. Indien er geen match optreedt tussen de ingevulde gegevens en de gegevens in het LRK wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Een «real-time» koppeling is met de huidige systemen niet te realiseren. Of dat met de introductie van het nieuwe toeslagensysteem in de toekomst wel mogelijk zal zijn moet onderzocht worden. Ik kan u toezeggen dit jaar een onderzoek te laten doen naar de mogelijkheid van een dergelijke koppeling.
Kinderopvangorganisaties die op 1 januari rechtmatig in exploitatie waren (dat wil zeggen: over de exploitatie waarvan de gemeente al eerder positief had beschikt) en die toch niet in het LRK waren opgenomen, worden door gemeenten alsnog met terugwerkende kracht in het LRK ingevoerd (met als startdatum registratie 1-1-2011), waardoor ouders die van deze opvang gebruik maken, recht hebben op kinderopvangtoeslag vanaf 1 januari 2011.
De gemeente is aanspreekbaar op een tijdige afhandeling van een aanvraag tot exploitatie door een kinderopvangorganisatie. Binnen een termijn van 10 weken dient de gemeente een beschikking te nemen op de aanvraag en vindt (bij positieve beschikking) registratie plaats. In uitzonderingsgevallen kan deze termijn – mits met redenen omkleed – worden verlengd.
In mijn antwoord op vraag 6 heb ik aangegeven dat kinderopvangorganisaties die rechtmatig in exploitatie waren op 1 januari 2011 en niet in het LRK stonden, alsnog in het LRK worden ingevoerd met als startdatum exploitatie 1 januari 2011. Het geschetste probleem doet zich hier dus niet voor: de toeslag wordt toegekend. Daarnaast zou het kunnen voorkomen dat gastouders wel tijdig (voor 1 oktober 2010) zijn aangemeld, maar toch in het LRK zijn opgenomen met een startdatum registratie na 1 januari 2011. In een analyse op het LRK blijkt dit in slechts enkele tientallen gevallen voor te komen. Deze gevallen zijn bij de betreffende gemeenten teruggelegd met het verzoek om na te gaan of in deze gevallen de behandeltermijn op goede gronden was verlengd en – waar noodzakelijk – de datum registratie te corrigeren.
De Belastingdienst/Toeslagen heeft te maken met een massale procesvoering. Bij het proces «automatisch continueren» aan het einde van het jaar (waarin de lopende bevoorschotting van toeslagen wordt voortgezet naar het nieuwe kalenderjaar) maakt de dienst gebruik van de meest recente gegevens. Meest recent zijn de gegevens die worden doorgeven vóórdat het proces «automatisch continueren» wordt opgestart. Wijzigingen die na dit opstartmoment worden doorgegeven kunnen niet in de voorschotbeschikking worden verwerkt. Wijzigingen die na het automatisch continueren worden doorgegeven en die ook van toepassing zijn op 2011 moeten voor 2011 apart worden doorgegeven. Toeslagaanvragers worden daarover geïnformeerd via toeslagen.nl en via informatie die met de voorschotbeschikking wordt meegestuurd.
Dergelijk regulier overleg is er. De Belastingdienst/Toeslagen overlegt meerdere malen per jaar met vertegenwoordigers uit de kinderopvangbranche. Hierbij zijn zowel vertegenwoordigers van vraagouders als vertegenwoordigers van kinderopvanginstellingen aanwezig. Tijdens deze overleggen wordt met de branche overlegd over het uitvoeringsbeleid van Toeslagen.