Kamervraag 2011Z02916

Thuisonderwijs

Ingediend 14 februari 2011
Beantwoord 23 maart 2011 (na 37 dagen)
Indiener Jack Biskop (CDA)
Beantwoord door Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z02916.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1914.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Argos van zaterdag 5 februari 2011 over de melding dat 97 ouders van leerlingen van het Islamitisch College te Amsterdam, na sluiting van de school in augustus, hun kinderen thuisonderwijs willen gaan geven?

    Ja.

  • Vraag 2
    Kan dit voornemen van de ouders betekenen, dat ouders vanwege artikel 5b van de Leerplichtwet hun kinderen niet naar school sturen omdat er binnen redelijke afstand geen school van de gewenste levensbeschouwelijke richting is? Kunt u ingaan op wat verstaan moet worden onder een redelijke afstand en of elke vorm van islamitisch onderwijs aan het criterium gewenste levensbeschouwelijke richting voldoet?

    Ja. Onder een «redelijke afstand» wordt in de regel 20 km1 verstaan.
    Het betrokken artikellid betreft overwegende bedenkingen (dat wil zeggen godsdienstige of levensbeschouwelijke bezwaren) van de ouders tegen de richting van de scholen in de omgeving.

  • Vraag 3
    In hoeverre ziet u een spanning tussen de Leerplichtwet, die geen thuisonderwijs toestaat (althans dit niet regelt), en het genoemde artikel 5b van de Leerplichtwet en de Grondwet en artikel 23, lid 2, waarin wordt gesteld dat het geven van onderwijs vrij is, behoudens het toezicht van de overheid?

    Er is geen spanning tussen artikel 5, onder b, van de Leerplichtwet en artikel 23 Grondwet. Thuisonderwijs is geen manier om de leerplicht te vervullen, maar kan worden gegeven aan kinderen die zijn vrijgesteld van de leerplicht. Thuisonderwijs is niet in de leerplichtwet geregeld, wel de gronden voor vrijstelling van de leerplicht.

  • Vraag 4
    Wat vindt u van de uitzondering die voor levensbeschouwelijk onderwijs wordt gemaakt ten aanzien van het registreren van thuisonderwijs en bent u, indien noodzakelijk, bereid om maatregelen te nemen?

    Overwegende godsdienstige of levensbeschouwelijke bedenkingen zijn gronden voor een beroep op vrijstelling van de leerplicht evenals bijvoorbeeld het lichamelijk of geestelijk niet in staat zijn om tot een school te worden toegelaten. Ik heb serieuze twijfel in hoeverre deze uitzonderingsgrond in het belang van alle betrokkenen en de samenleving als geheel is.
    Ik ga mij dan ook beraden op de opportuniteit van deze vrijstellingsgrond en zal u dit najaar over de uitkomst informeren.

  • Vraag 5
    Op welke wijze voorziet u in toezicht op de kwaliteit van het onderwijs als ouders de mogelijkheid hebben kinderen te onttrekken aan de leerplicht en thuisonderwijs te geven? Wordt ook later nog gekeken hoe de kwaliteit van het thuisonderwijs voor het desbetreffende kind is?

    Voor de ouders van vrijgestelde kinderen geldt geen leerplicht. Er is geen toezicht op de dan aangeboden vormen van onderwijs. Uit onderzoeken is gebleken dat er tot nu toe geen sprake is van een zorgelijke situatie voor kinderen die zijn vrijgesteld op grond van richtingsbedenkingen.

  • Vraag 6
    Bent u bereid om, in navolging van uw voorgangster mevrouw Van der Hoeven, een regeling te treffen betreffende het thuisonderwijs, opdat een adequaat toezicht mogelijk wordt? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

    Mijn brief van 13 december 2010 (32 500 VIII nr. 123) bevat de beleidsreactie op het aanvullend onderzoek naar thuisonderwijs. Daarin staat dat het kabinet het niet noodzakelijk en disproportioneel acht om aan de geldende wettelijke bepalingen inzake vrijstelling van de leerplicht op grond van richtingsbedenkingen voorwaarden te verbinden op het gebied van de kwaliteit van thuisonderwijs en het toezicht erop. Daarbij is opgemerkt dat het opnemen van thuisonderwijs als ongewenst neveneffect kan hebben dat thuisonderwijs wordt gezien als een volwaardig alternatief voor regulier onderwijs. Dit zou een onwenselijke aanzuigende werking kunnen hebben.

  • Vraag 7
    Welke instrumenten heeft de gemeente, eventueel via de leerplichtambtenaar, om ongebreideld gebruik van artikel 5b van de Leerplichtwet tegen te gaan?

    Indien voldaan wordt aan het gestelde in artikel 5, aanhef en onder b, en in artikel 6 inzake de kennisgeving en artikel 8 inzake de verklaring is er van rechtswege sprake van vrijstelling. Bij twijfel of daaraan voldaan wordt kan de leerplichtambtenaar proces-verbaal opmaken. De rechter kan wegen of de overwegende bedenkingen tegen de richting, inderdaad de richting betreffen en niet het onderwijs of de leerplicht zelf dan wel pedagogisch-didactische overwegingen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z02916
Volledige titel: Vragen van het lid Biskop (CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over thuisonderwijs (ingezonden 14 februari 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1914
Volledige titel: Vragen van het lid Biskop (CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over thuisonderwijs (ingezonden 14 februari 2011).