Kamervraag 2011Z01618

De invoer van bont en uitvoering van de motie over verplichte etikettering

Ingediend 28 januari 2011
Beantwoord 21 februari 2011 (na 24 dagen)
Indiener Henk van Gerven (SP)
Beantwoord door
Onderwerpen economie handel organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z01618.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1509.html
1. Radar, 24 januari 2011.
2. Motie 30 826 nr. 19.
  • Vraag 1
    Kan de regering, nu gebleken is dat maar liefst 93% van de mensen een label wenst om te weten of de bontkraag van de jas die ze kopen echt is of nep, uiteenzetten wat zij de afgelopen periode heeft ondernomen om te zorgen dat deze mensen snel helderheid krijgen?1

    In antwoord op de motie Gerkens over een etiketteringsplicht voor bont (kamerstukken 30 826, nr.19) is uw Kamer in een brief van 25 november 2009 (kamerstukken 30 826, nr. 27) toegezegd dat het kabinet aan deze motie invulling geeft door het draagvlak voor een etiketteringsplicht op Europees niveau te onderzoeken.
    Er is gebleken dat een meerderheid van het Europees Parlement voorstander is van dergelijke etikettering in het kader van de herziening van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende textielbenamingen en de desbetreffende etikettering van textielproducten. Het Europees Parlement heeft daartoe een amendement ingediend dat vraagt om het opnemen van een verplichting voor producenten om de aanwezigheid van dierlijke materialen in textielproducten op het etiket aan te geven. De letterlijke tekst van dit amendement luidt: «Om geïnformeerde keuzes te kunnen maken, moeten consumenten bij de aankoop van een textielproduct weten of dat product delen bevat die niet van textiel zijn, maar een dierlijke herkomst hebben. Het is daarom van wezenlijk belang dat de aanwezigheid van dierlijke materialen op het etiket wordt aangegeven.»
    Zoals door mijn voorganger ook al in debat met uw Kamer is aangegeven, steunt Nederland opname van deze verplichting en brengt deze positie in de relevante Brusselse overleggen en informele contacten naar voren.
    De betreffende verordening zal eind maart voor tweede lezing in het Europees Parlement voorliggen. Daarna zal ook de Raad zich opnieuw over de voorstellen buigen. Binnen de Raad maakt Nederland zich, zoals aangegeven, sterk voor het aanvaarden van het parlementaire amendement over etikettering. Tot op heden lijkt er in de Raad echter geen meerderheid voor opname van een etiketteringsverplichting te zijn. Nederland zal zijn positie actief blijven uitdragen en actief op zoek blijven gaan naar steun. Uiteindelijk neemt de Raad echter een meerderheidsbeslissing en zijn de mogelijkheden voor het opvoeren van druk op andere lidstaten voor Nederland dus beperkt. Uiteraard zal ik u van de ontwikkelingen in dit dossier op de hoogte houden.

  • Vraag 2
    Waarom is de aangenomen motie Gerkens (Kamerstuk 30 826, nr. 19) over etikettering van bont nog steeds niet uitgevoerd?2 Bent u bereid om de druk op te voeren in Brussel zodat die verplichte labeling van bont in jassen er nu komt?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Hoeveel bont komt jaarlijks Nederland binnen?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Kunt u garanderen dat hier geen illegaal bont bij zit van bijvoorbeeld ijsberen, zeehonden of katten?

    De gevraagde informatie is niet voorhanden: binnen de EU bestaat er vrij verkeer van goederen, daardoor is er geen zicht op handelsstromen vanuit EU-lidstaten. Bij de import van bont uit derde landen worden alleen producten van 100% bont geregistreerd. Zodra het bont als onderdeel verwerkt is in bijvoorbeeld kleding, is hiervan geen separate registratie.

  • Vraag 5
    Kunt u toelichten op welke wijze en hoe intensief hierop is gecontroleerd het afgelopen jaar en hoeveel overtredingen zijn geconstateerd?

    Bij de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA) bestaat het sterke vermoeden dat producten gemaakt van honden- en kattenbont niet op de Nederlandse markt worden verhandeld, gebaseerd op onderzoek dat in 20053, 20064 en meer recentelijk in 2009 en 2010 is uitgevoerd. De nVWA verricht inspecties inzake het verhandelen van (producten met) honden- en kattenbont in Nederland. Ten aanzien de import van honden- en kattenbont wordt een tweesporenbeleid gevoerd. Op verzoek van de nVWA neemt de douane in haar reguliere controles de inspectie op bontproducten mee. Indien er twijfel aan de herkomst van bontproducten bestaat, wordt de nVWA geïnformeerd door de douane. Door deze aanpak is het mogelijk om een relatief groot aantal partijen bij binnenkomst te screenen. In 2010 is er één melding geweest vanuit de douane. Deze partij bleek geen honden- en kattenbont te bevatten.
    In 2010 zijn door de nVWA inspecties verricht om vast te stellen of er producten verhandeld worden in Nederland waarin gebruik gemaakt is van honden- en kattenbont. Tijdens deze inspecties zijn 47 producten bemonsterd die (voor een deel) uit bontachtig materiaal bestonden. Deze monsters zijn door de nVWA onderzocht om vast te stellen of er in deze producten gebruik gemaakt is van honden- en kattenbont.
    Wanneer er een vermoeden bestaat dat in een product honden- of kattenbont is verwerkt, wordt dit door middel van onderzoek in 3 stappen geverifieerd.
    Door middel van microscopisch onderzoek is goed vast te stellen of het dierlijk bont of kunstbont betreft.
    Middels microscopisch onderzoek kan vervolgens vast worden gesteld of het dierlijke bont afkomstig is van konijn of wasbeerhond (veel gebruikte bontsoorten) of dat het bont een andere dierlijke herkomst heeft. Wanneer het bont een dierlijke herkomst heeft, maar geen konijn of wasbeerhond, wordt het monster aangeboden voor onderzoek middels de SIAM-methode. Dit geeft in alle (tot nu toe bekende) gevallen uitsluitsel over de dierlijke herkomst.
    Van de 47 in 2010 onderzochte monsters bevatten 16 monsters konijnenbont, 3 monsters bevatten wasbeerhondenbont, 2 monsters bevatten alleen veren en 26 monsters bestonden uit kunststofvezels. De nVWA doet geen specifiek onderzoek naar ijsberenbont en zeehondenbont, maar is deze bontsoorten bij inspecties naar honden- en kattenbont niet tegengekomen.

  • Vraag 6
    Hoe effectief is controle op bont naar het oordeel van de Voedsel en Warenautoriteit?

    Zie antwoord vraag 5.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z01618
Volledige titel: Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de staatssecretaris voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de invoer van bont en uitvoering van de motie over verplichte etikettering (ingezonden 28 januari 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1509
Volledige titel: Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de staatssecretaris voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de invoer van bont en uitvoering van de motie over verplichte etikettering (ingezonden 28 januari 2011).