Kamervraag 2010Z11867

Het artikel 'Verlaag het tarief voor analoge kabeltelevisie'

Ingediend 25 augustus 2010
Beantwoord 13 september 2010 (na 19 dagen)
Indiener Bruno Braakhuis (GL)
Beantwoord door Maria van der Hoeven (minister economische zaken) (CDA)
Onderwerpen cultuur en recreatie media
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11867.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3323.html
1. http://www.trouw.nl/nieuws/economie/article3172863.ece/_rsquo_Verlaag_het_tarief_voor_analoge_kabeltelevisie_rsquo__.html
2. http://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/College+van+Beroep+voor+het+bedrijfsleven+vernietigt+omroepbesluiten+van+OPTA.htm
3. 31 augustus 2009, bijlage bij Kamerstuk 32 123-XIII nr. 47
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Verlaag het tarief voor analoge kabeltelevisie»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Was u ervan op de hoogte dat de OPTA in 2009 ruim 35 procent minder heeft uitgegeven aan haar kerntaak dan begroot en juist meer heeft uitgegeven aan andere zaken?

    OPTA heeft op basis van de Telecommunicatiewet en de Postwet meerdere kerntaken, in OPTA’s jaarverslag 20092 aangeduid als taakgebieden. Dit betreft onder andere concurrentiebevordering op communicatiemarkten, marktanalyses, eindgebruikersbelangen op communicatiemarkten, nummeruitgifte en post. Ik neem aan dat de vraag doelt op het taakgebied concurrentiebevordering op communicatiemarkten. In 2009 heeft OPTA minder uitgaven gerealiseerd dan begroot binnen dit taakgebied (€ 3 822 000 in plaats van de begrote € 5 913 000; 35,4% minder). OPTA heeft daarentegen in 2009 aanzienlijk meer uitgaven gerealiseerd binnen het taakgebied marktanalyses (€ 2 726 000 in plaats van de begrote € 1 168 000; 133,4% meer). Dit taakgebied is direct gerelateerd aan concurrentiebevordering. De marktanalyses die OPTA uitvoert, vormen namelijk de basis voor de besluiten die OPTA neemt en het toezicht dat OPTA houdt in het kader van concurrentiebevordering, conform de Europese richtlijnen voor de elektronische communicatiesector (zie ook het antwoord op de vragen 6 t/m 8).

  • Vraag 3
    Hoe beoordeelt u deze eenzijdige bezuiniging op haar kerntaak «concurrentiebevordering op de communicatiemarkten» in het licht van het recente geringe succes van de OPTA bij bijvoorbeeld het bevorderen van de concurrentie op de kabelmarkt, zoals ook blijkt uit de gerechtelijke uitspraak van 18 augustus 2010?2

    Ik wil in de eerste plaats benadrukken dat ik geen aanleiding heb om te twijfelen aan de doeltreffendheid van het functioneren van OPTA. Dit is door de onderzoekers van Berenschot, Kwink en TNO positief beoordeeld in het rapport Evaluatie OPTA 2009.4 Meer recent is dit onderstreept door de door Nederland behaalde eerste plaats in de door de European Competitive Telecommunications Association (ECTA) opgestelde ranglijst van de effectiviteit van telecomregelgeving en -toezicht in de verschillende Europese landen.5
    Zoals aangegeven in het antwoord bij vraag 2 heeft OPTA meerdere kerntaken. Een van deze kerntaken is concurrentiebevordering op communicatiemarkten en, direct hieraan gerelateerd, marktanalyses. Deze twee taakgebieden tezamen vormen 38,1% van de door OPTA in 2009 gerealiseerde uitgaven. Hierbij dient voorts te worden opgemerkt dat het merendeel van de activiteiten voor de nieuwe ronde marktanalysebesluiten reeds in 2008 heeft plaatsgevonden en deze uitgaven dus niet zichtbaar zijn in OPTA’s jaarverslag 2009. Eind 2008 heeft OPTA marktanalysebesluiten gepubliceerd voor een groot aantal markten waar zij toezicht op houdt. De omroepbesluiten zijn in januari 2009 aan de Europese Commissie voorgelegd en op 5 maart 2009 gepubliceerd.
    OPTA heeft een generieke taakstelling van 20% opgelegd gekregen, te realiseren in de periode 2008–2011. OPTA verwezenlijkt deze taakstelling op evenwichtige wijze, gespreid over alle taken. In 2009 heeft OPTA over de gehele lijn van taken een bezuiniging van 7,1% gerealiseerd, waaronder een vermindering van de inhuur van externe advisering binnen het taakgebied concurrentiebevordering op elektronische communicatiemarkten, die heeft geleid tot een besparing van € 200 000 binnen dit taakgebied. Er is dus geen sprake van een eenzijdige bezuiniging van 35,4% op het taakgebied concurrentiebevordering op communicatiemarkten. De lagere gerealiseerde uitgaven binnen dit taakgebied zijn voor het grootste deel direct terug te voeren op de hogere gerealiseerde uitgaven binnen het gerelateerde taakgebied marktanalyses (zie ook het antwoord op vraag 2). OPTA heeft de afgelopen jaren meer taken gekregen en voert deze met minder mensen en middelen uit. OPTA is dus doelmatiger gaan functioneren. Dit vertaalt zich in lagere toezichtskosten die de marktpartijen betalen voor het toezicht door OPTA. Tot slot merk ik op dat ik in het kader van de jaarlijkse goedkeuring van de begroting nauwlettend kijk naar OPTA’s prioriteiten en middeleninzet.

  • Vraag 4
    Is het in uw ogen verstandig van de OPTA om de bezuinigingsdoelstellingen zo eenzijdig te realiseren op de belangrijkste toezichtstaak van het toezichtorgaan?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Bent u bereid samen met de OPTA te kijken hoe de middelen wellicht ingezet kunnen worden op een manier die meer recht doet aan haar hoofdtaak, temeer daar in 2009 slechts 22 procent van de kosten aan deze hoofdtaak is toe te schrijven?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Deelt u het oordeel uit het rapport «Evaluatie OPTA» van Kwink, Berenschot en TNO3 dat de toetredingsbarrières op de kabel groot zijn en dat kabelaars een monopolie hebben op het eigen netwerk?

    OPTA is aangewezen als politiek onafhankelijke toezichthouder voor de elektronische communicatiemarkt. Op grond van de Telecommunicatiewet kan OPTA bepaalde verplichtingen opleggen aan een aanbieder van elektronische communicatienetwerken of -diensten. Uit een marktanalyse moet dan blijken dat die aanbieder aanmerkelijke marktmacht heeft. De verplichtingen die OPTA oplegt moeten passend zijn.
    De omroepmarkt is een van de markten waar OPTA toezicht op houdt. Ter uitvoering van die taak kan OPTA besluiten nemen om de concurrentie te bevorderen dan wel om misbruik van marktmacht te voorkomen op de omroepmarkt. Dergelijke besluiten zijn vatbaar voor beroep. Deze systematiek is naar mijn mening de juiste aanpak en wordt voorgeschreven door de Europese richtlijnen voor de elektronische communicatiesector. Als minister van Economische Zaken zet ik mij in voor goed werkende markten, met voldoende keuzevrijheid voor de consument. De afbakening van markten en de vraag of een marktpartij aanmerkelijke marktmacht heeft is een onderdeel van de marktanalyse die OPTA als onafhankelijke toezichthouder uitvoert. Het past mij niet om daar een oordeel over uit te spreken. Voorts verwijs ik naar mijn beantwoording van het verzoek van uw vaste commissie voor Economische Zaken inzake de vernietiging van de kabelbesluiten van OPTA door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, aan uw Kamer toegezonden op 3 september jl. (kenmerk ET/TM/10129368).

  • Vraag 7
    Hoe beoordeelt u de pogingen die de OPTA al geruime tijd onderneemt om de monopoliepositie van kabelaars op het eigen netwerk te doorbreken mede in het licht van de inmiddels vernietigde doorgifteverplichting van 2006 en het inmiddels eveneens vernietigde omroepbesluit?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Wat is volgens u de markt waarop kabelmaatschappijen actief zijn en waarop concurrentie zou moeten bestaan? Is dat de markt voor analoge televisie of zijn dat alle vormen van distributie van rechtsreeks bewegend beeld?

    Zie antwoord vraag 6.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z11867
Volledige titel: Vragen van het lid Braakhuis (GroenLinks) aan de minister van Economische Zaken over het artikel «Verlaag het tarief voor analoge kabeltelevisie» (ingezonden 25 augustus 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20092010-3323
Volledige titel: Vragen van het lid Braakhuis (GroenLinks) aan de minister van Economische Zaken over het artikel «Verlaag het tarief voor analoge kabeltelevisie» (ingezonden 25 augustus 2010).