Kamerstuk 36740-XII-7

Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 2024 (Kamerstuk 36740-XII-1)

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 2024

Gepubliceerd: 12 juni 2025
Indiener(s): Peter de Groot (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36740-XII-7.html
ID: 36740-XII-7

Nr. 7 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 juni 2025

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het jaarverslag van 21 mei 2025 inzake het Jaarverslag van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 2024 (Kamerstuk 36 740 XII, nr. 1).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 juni 2025. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, P. de Groot

De griffier van de commissie, Schukkink

Vragen en antwoorden

1 Vraag:

Wat is de stand van zaken in de besluitvorming over de verdeling van de extra € 2,5 miljard van het kabinet-Schoof voor het ontsluiten van (nieuwe) woningbouwlocaties?

Antwoord:

In het Hoofdlijnenakkoord is € 2,5 miljard vrijgemaakt en toegevoegd aan het MF voor bereikbare woningen. De inzet is om 60% (circa € 1,5 miljard) hiervan toe te delen aan de grootschalige woningbouwlocaties en 40% (circa € 1 miljard) aan kleinere woningbouwlocaties in de rest van Nederland. De eerste stappen in de verdeling van de circa € 1,5 miljard voor grootschalige woningbouwlocaties zijn gezet. Het afweegkader voor grootschalige woningbouw uit 2022 is geactualiseerd en de eerste gesprekken hebben plaatsgevonden met de bestaande 17 grootschalige woningbouwlocaties. Deze ronde geeft inzicht in de potentiële plannen die mogelijk in aanmerking komen voor een Rijksbijdrage uit de € 2,5 miljard voor infrastructurele maatregelen ten behoeve van woningbouw. Zowel de plannen voor grootschalige woningbouw als daarbuiten, zullen in de periode september tot en met oktober worden beoordeeld langs de vastgestelde criteria en het afweegkader. Het ministerie IenW streeft er naar om besluitvorming over de verdeling van de volledige € 2,5 miljard plaats te laten vinden in het BO-MIRT van november 2025.

2 Vraag:

In welke jaren komt de extra € 2,5 miljard van het kabinet-Schoof voor het ontsluiten van (nieuwe) woningbouwlocaties tot besteding, en hoe verhoudt deze fasering zich tot de eerdere planning?

Antwoord:

Het kabinet vindt het belangrijk om blijvend te werken aan een realistische begroting. In het kader van realistisch ramen is voor de verwachte besteding van de € 2,5 miljard onder andere gekeken naar de ervaringen met het al bestaande programma Woningbouw en Mobiliteit en de eerder verdeelde € 7,5 miljard. Uit die ervaringen is onder meer gebleken dat gemiddeld gezien, afhankelijk van de fase waarin projecten zich bevinden, minimaal twee jaar aan voorbereidende werkzaamheden nodig is voordat de daadwerkelijke bouw van woningen en infrastructurele maatregelen van start gaat. Daarmee ligt het zwaartepunt van de behoefte aan kasbudget van gemeenten later in de tijd. De oorspronkelijke planning is hierop bij 1e suppletoire begroting aangepast. Zie onderstaand overzicht:

De insteek is dat de beschikbare middelen bij de BO’s MIRT aan concrete projecten worden gekoppeld. Op basis van de definitieve verdeling en gemaakte afspraken met de regio tijdens het BO MIRT dit jaar, wordt in voorjaar 2026 bezien of het ritme nog realistisch is of aanpassingen behoeft.

3 Vraag:

Hoeveel euro heeft het Rijk in 2024 bijgedragen aan de exploitatie van het openbaar vervoer (OV)? Kan dit uitgesplitst worden per OV-soort?

Antwoord:

Het Rijk draagt structureel bij aan de exploitatie van het OV via de Hoofdrailnetconcessie. Voor de uitvoering van de Hoofdrailnetconcessie heeft IenW in 2024 voor het laatst een concessievergoeding van NS ontvangen (€ 80 miljoen). Vanaf 2025 ontvangt NS jaarlijks een subsidie van € 5,5 miljoen voor de uitvoering van de Hoofdrailnetconcessie.

De exploitatiebijdragen voor de regionale OV-concessies worden door de ov-autoriteiten zelf verstrekt vanuit hun eigen middelen (op basis van de BDU-middelen voor de vervoerregio’s en via de provinciale middelen uit het provinciefonds als het om de provincies gaat). De BDU komt uit de IenW-begroting (artikel 25, € 1,1 miljard in 2024), maar wordt naast exploitatie ook ingezet voor aanleg en instandhouding.

De exploitatiebijdragen van concessies worden jaarlijks achteraf gepubliceerd door het CROW in «De Staat van het OV» (zie www.staatvanhetov.nl). Onderdeel van deze bijdrage is ook een bijdrage die IenW aan een aantal decentrale overheden verstrekt als gevolg van de decentralisatie van een aantal spoorlijnen. Dat gaat om een bedrag van circa € 20 miljoen in 2024.

4 Vraag:

Kunt u aangeven hoeveel procent van het rijksbudget wordt besteed aan OV en hoeveel procent van het budget aan weginfra en auto?

Antwoord:

Op de begroting van IenW worden de beleidsuitgaven aan wegen en verkeersveiligheid op artikel 14 verantwoord. De uitgaven voor openbaar vervoer en spoor worden verantwoord op artikel 16. De uitgaven aan de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer voor de vervoerregio’s MRDH (Rotterdam-Den Haag) en VRA (Amsterdam) worden verantwoord op artikel 25.

Naast de uitgaven op artikel 14, 16 en 25 van de beleidsbegroting HXII vinden er ook uitgaven plaats vanuit het Mobiliteitsfonds voor de aanleg en instandhouding van weg- en OV-infrastructuur, welke inzichtelijk gemaakt zijn in de extracomptabele tabellen bij de beleidsbegroting. In de bijgevoegde tabel worden de uitgaven voor 2024 inzichtelijk gemaakt.

5 Vraag:

Wat kost een gemiddeld dienstregelinguur op het spoor?

Antwoord:

IenW heeft als concessieverlener enkel zicht op het Hoofdrailnet. Het begrip dienstregelinguren komt uit de buswereld en wordt in de Hoofdrailnetconcessie niet gehanteerd. Het is om deze reden (voor wat betreft de Hoofdrailnetconcessie) niet bekend wat een gemiddeld dienstregelinguur op het spoor kost.

6 Vraag:

Wat kost een gemiddeld dienstregelinguur in het regionale OV (bus, tram, metro)?

Antwoord:

DOVA en OV-NL hebben de factsheet Gevolgen afname exploitatiemiddelen opgesteld die eerder met de Kamer is gedeeld (Kamerstuk 23 645, nr. 837). Hierin wordt vermeld dat een dienstregelinguur (DRU) gemiddeld € 137,50 kost. Dit bedrag valt binnen de bandbreedte die volgt uit de publicatie Kostenkengetallen regionaal openbaar vervoer 2015 van het CROW-KpVV (zie Kostenkengetallen regionaal openbaar vervoer 2015, juli 2015, CROW-KvPP). Deze bandbreedte is, rekening houdend met een stijging in kosten ten opzichte van 2015, € 120 tot € 150 per DRU.

7 Vraag:

Kan in een schematisch overzicht worden weergegeven wanneer de huidige OV-concessies (landelijk en regionaal) aflopen?

Antwoord:

Achterhoek-Rivierenland 12.12.2010 – 13.12.2025

Stadsvervoer Amsterdam 01.01.2014 – 12.12.2026

Arnhem Nijmegen 09.12.2012 – 27.06.2026

Vechtdallijnen 09.12.2012 – 09.12.2028

Regio Utrecht 08.12.2013 – 13.12.2025

Friese Waddenveren Oost 09.04.2014 – 08.01.2029

Friese Waddenveren West 18.04.2014 – 08.01.2029

Oost-Brabant 14.12.2014 – 12.12.2026

Zeeland 14.12.2014 – 12.12.2026

Hoeksche Waard – Goeree-Overflakkee 13.12.2015 – 13.12.2025

Limburg 11.12.2016 – 13.12.2031

Provincie Utrecht 11.12.2016 – 13.12.2025

Rail Haaglanden 11.12.2016 – 13.12.2031

Rail Rotterdam 11.12.2016 – 14.12.2030

Treindienst Gouda-Alphen aan den Rijn 11.12.2016 – 14.12.2031

Zuidoost-Brabant 11.12.2016 – 14.07.2029

Haarlem-IJmond 03.09.2017 – 15.07.2028

Amstelland-Meerlanden 10.12.2017 – 11.12.2032

Busvervoer Almere 10.12.2017 – 11.12.2027

Zwolle – Kampen en Zwolle – Enschede 10.12.2017 – 11.12.2032

Noord-Holland Noord 22.07.2018 – 15.07.2028

Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem 09.12.2018 – 10.12.2033

Parkshuttle Rivium 09.12.2018 – 10.12.2033

Voorne-Putten en Rozenburg 09.12.2018 – 09.12.2028

IJ- en Noordzeekanaalveren 01.01.2019 – 07.07.2025

Haaglanden Streek 25.08.2019 – 14.12.2030

Bus Rotterdam 15.12.2019 – 09.12.2034

Groningen-Drenthe 15.12.2019 – 08.12.2029

Haaglanden Stad 15.12.2019 – 09.12.2034

Regionaal spoorvervoer Fryslân en Groningen 13.12.2020 – 08.12.2035

Gooi en Vechtstreek 11.07.2021 – 14.12.2030

Personenvervoer over water in Rotterdam en Schiedam 01.01.2022 – 31.12.2036

Personenvervoer over water Rotterdam – Drechtsteden 01.01.2022 – 31.12.2029

IJssel-Vecht 11.12.2022 – 08.12.2035

Veluwe-Zuid 11.12.2022 – 27.06.2026

Treindienst Amersfoort – Ede-Wageningen 10.12.2023 – 13.12.2036

Twente 10.12.2023 – 09.12.2028

Zaanstreek-Waterland 10.12.2023 – 10.12.2033

Fast Ferry Vlissingen-Breskens 01.01.2024 – 31.12.2027

Fryslân 15.12.2024 – 09.12.2034

Zuid-Holland Noord 15.12.2024 – 12.12.2037

Hoofdrailnet 01.01.2025 – 24.12.2033

West-Brabant 06.07.2025 – 14.07.2035

In opdracht van de concessieverlenende overheden publiceert het CROW jaarlijks een poster met een overzicht van de regionale concessies en contracten op haar website. De laatste versie is te vinden op www.CROW.nl/kennisproducten/concessieposter-2025.

8 Vraag:

Kan in een schema Europees vergelijkend (dus Nederland en andere Europese landen) worden weergegeven hoeveel procent van de OV-kosten door de overheid worden gefinancierd?

Antwoord:

Deze gegevens zijn niet bekend.