Voorgesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 1 juli 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in Nederland ruim 1,7 miljoen mensen slachtoffer zijn van seksueel geweld;
overwegende dat het aantal meldingen bij zowel het landelijke expertisecentrum seksueel geweld als de regionale CSG's fors is toegenomen, mede omdat slachtoffers het centrum beter weten te vinden;
overwegende dat CSG's in het netwerk afhankelijk zijn van regionale financiering, met als gevolg dat het CSG in 2026 een tekort van 5,6 miljoen euro verwacht;
overwegende dat hierdoor de continuïteit en kwaliteit van de zorg voor slachtoffers en hun systeem van het CSG ernstig onder druk wordt gezet;
van mening dat landelijke wettelijke verankering en duurzame landelijke financiering van het CSG noodzakelijk is om slachtoffers van seksueel geweld beter te kunnen helpen conform EU-wet- en regelgeving;
verzoekt de regering bij de augustusbesluitvorming eenmalig 5,6 miljoen voor het CSG beschikbaar te stellen voor 2026, en deze uitgaven te dekken met resterende middelen op artikel 12 op de begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gereserveerd voor het constitutioneel hof en verzelfstandiging van de Raad van State,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Werf