Gepubliceerd: 25 april 2025
Indiener(s): Sophie Hermans (minister ) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36725-M-3.html
ID: 36725-M-3

Nr. 3 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 25 april 2025

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

De begrotingsstaat van het Klimaatfonds (M) voor het jaar 2025 komt te luiden:

Wijziging van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds (M) voor het jaar 2025 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting1

Mutaties 1e suppletoire begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Beleidsartikelen

735.998

732.823

0

– 584.894

– 519.195

0

1

Kernenergie

0

0

0

750

750

0

2

CO2- vrije gascentrales

0

0

0

0

0

0

3

Energie-infrastructuur

40.000

40.000

0

– 11.024

– 11.024

0

4

Vroege fase opschaling

365.332

362.157

0

– 411.979

– 346.280

0

5

Verduurzaming Industrie en innovatie mkb

330.666

330.666

0

– 330.666

– 330.666

0

6

Verduurzaming Gebouwde omgeving

25.000

25.000

0

– 25.000

– 25.000

0

7

Onverdeeld

0

0

0

0

0

0

 

Subtotaal

 

757.823

0

 

– 543.995

0

 

Na-/Voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1)

 

0

0

 

0

0

 

Subtotaal

 

757.823

0

 

– 543.995

0

 

Na-/Voordelig eindsaldo (cumulatief) huidig jaar (t)

 

0

0

 

0

0

 

Totaal

 

757.823

0

 

– 543.995

0

X Noot
1

Incl. ISB's, NvW en amendementen

Toelichting

Algemeen

Met deze nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2025 wordt de begrotingsstaat van het Klimaatfonds (M) gewijzigd.

In de Kamerbrief «Pakket voor een weerbaar energiesysteem en een toekomstbestendige industrie» (d.d. 25 april 2025) en het ontwerpMeerjarenprogramma Klimaatfonds 2026 dat als bijlage bij deze Kamerbrief is verzonden worden enkele maatregelen aangekondigd, waarvoor middelen uit het Klimaatfonds worden ingezet. Middels deze nota van wijziging worden middelen vanuit het Klimaatfonds overgeheveld naar verschillende ministeries ter uitvoering van deze maatregelen.

In deze nota van wijziging wordt een budgetmutatie voorgesteld met betrekking tot het overhevelen van Klimaatfondsmiddelen naar andere vakdepartementen, inclusief terugboekingen en generale afroming ivm verwerking aan de inkomstenkant.

Onderdeel A

Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

De meerjarige doorwerking verplichtingen en uitgaven met betrekking tot de gewijzigde beleidsartikelen 1,3,4,5,6 en 7 komen er als volgt uit te zien:

Tabel 3 Meerjarige doorwerking uitgaven en verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

2030

1

Kernenergie

           
 

Stand vóór nota van wijziging

5.550

54.224

186.308

692.395

1.132.621

1.292.395

 

Overhevelingen KGG

– 4.800

– 34.600

– 2.200

– 1.400

– 200

– 200

 

Overhevelingen IenW

 

– 8.254

– 10.507

– 10.973

– 11.968

– 13.110

 

Stand na nota van wijziging

750

11.370

173.601

680.022

1.120.453

1.279.085

               

3

Energie-infrastructuur

           
 

Stand vóór nota van wijziging

36.853

383.983

938.148

406.514

387.870

84.473

 

Overhevelingen KGG

– 7.877

– 26.341

– 28.981

– 33.047

– 34.970

143.027

 

Overhevelingen IenW

 

– 4.000

– 4.000

– 8.000

– 9.000

– 10.000

 

Stand na nota van wijziging

28.976

353.642

905.167

365.467

343.900

217.500

               

4

Vroege fase opschaling

           
 

Stand vóór nota van wijziging

650

42.211

924.100

973.985

608.330

350.117

 

Overhevelingen KGG

– 150

7

– 17.566

– 17.996

– 3.669

3.100

 

Overhevelingen IenW

15.877

28.720

15.104

– 6.645

– 3.645

749

 

Overheveling VRO

   

– 6.305

– 5.712

   
 

Overheveling LVVN

– 500

– 9.500

– 4.000

– 4.000

   
 

Generale Afroming

   

– 100.000

– 71.000

   
 

Stand na nota van wijziging

15.877

61.438

811.333

868.632

601.016

353.966

               

5

Verduurzaming industrie en innovatie mkb

           
 

Stand vóór nota van wijziging

170.575

598.784

719.934

355.884

359.449

125.008

 

Overhevelingen KGG

– 170.275

– 79.925

– 218.050

859

– 29.175

– 30.425

 

Overhevelingen IenW

– 300

– 532

– 532

– 532

– 498

– 399

 

Stand na nota van wijziging

0

518.327

501.352

356.211

329.776

94.184

               

6

Verduurzaming gebouwde omgeving

           
 

Stand vóór nota van wijziging

200

106.016

473.000

475.500

332.100

230.500

 

Overhevelingen KGG

   

– 349.000

– 337.500

– 275.100

– 200.500

 

Overheveling VRO

– 200

– 30.000

– 55.000

– 138.000

– 57.000

– 30.000

 

Stand na nota van wijziging

0

76.016

69.000

0

0

0

               

7

Onverdeeld

           
 

Stand vóór nota van wijziging

0

0

51.000

99.000

0

0

 

Generale afroming

   

– 51.000

– 99.000

   
 

Stand na nota van wijziging

0

0

0

0

0

0

               

Totaal

Klimaatfonds

           
 

Stand vóór nota van wijziging

213.828

1.185.218

3.292.490

3.003.278

2.820.370

2.165.493

 

Mutaties Klimaatpakket 2025

– 168.225

– 164.425

– 832.037

– 732.946

– 425.225

– 137.758

 

Stand na nota van wijziging

213.828

1.185.218

3.292.490

3.003.278

2.820.370

2.165.493

Toelichting verplichtingen en uitgaven

Artikel 1 Kernenergie

Overhevelingen KGG

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Nieuwbouw kerncentrales

Voor de nieuwbouw van vier kerncentrales zijn middelen opgevraagd voor financieel/juridisch onderzoek/advisering, de m.e.r. en grondonderzoeken. Daarnaast zijn middelen opgevraagd voor eventuele zekerstelling van grond, het selectieproces en het Rijk-Regiopakket. Hiervoor zijn de bedragen echter nog onbekend en vertrouwelijk.

Verlenging financiering Nuclear Academy 2026–2030

Voor deze maatregel worden middelen gevraagd voor het verlengen van de financiering van de Nuclear Acadamy voor de jaren 2026 t/m 2030. Via de Nuclear Acadamy wordt de kennisinfrastructuur voor kernenergie opgebouwd en vergroot. Dat is nodig om de ambities van het kabinet rondom kernenergie te verwezenlijken.

Projectorganisatie NEO NL

Voor de bouw van de gewenste vier kernreactoren is, naast inzet vanuit het Ministerie van Klimaat en Groene Groei, ook een uitbreiding van de projectorganisatie NEO NL benodigd. Deze projectorganisatie is benodigd om de rol van opdrachtgever (Ministerie van Klimaat en Groene Groei) en opdrachtnemer (de projectorganisatie NEO NL) te scheiden. De rol van opdrachtnemer dient los te staan van de politieke besluitvorming zodat de opdrachtnemer slagvaardig besluiten kan nemen en zich inhoudelijk kan richten op de voorbereiding van de aanbesteding van de nieuwe kerncentrales. Via deze maatregel worden middelen gevraagd ter financiering van de benodigde uitbreiding van NEO NL.

Overhevelingen IenW

IenW en Nucleaire veiligheid en stralingsbescherming en RIVM

Dit voorstel bestaat uit vijf verschillende onderdelen. IenW vraagt middelen aan voor beleidsfte’s, voor stelselonderzoek en -actualisatie en voor het onderzoeksprogramma voor eindberging van radioactief afval. De ANVS en RIVM vragen middelen voor intensivering van de dienst benodigd voor de bouw en exploitatie van vier kernreactoren.

Artikel 3 Energie-infrastructuur

Overhevelingen KGG

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Expertpool energie-infrastructuur: vliegende brigade voor een snellere ruimtelijke inpassing

Een van de hoofdkeuzes uit het Nationaal Plan Energiesysteem is om maximaal in te zetten op aanbod van duurzame energie en energie-infrastructuur. Eén van de problemen hierbij is dat decentrale overheden onvoldoende capaciteit en kennis hebben om de nodige ruimtelijke ordeningsprocedures snel en zorgvuldig te doorlopen. Daarom is er op dit moment ondersteuning voor decentrale overheden voor ruimtelijke ordeningsprocedures voor energie-infrastructuur die van nationaal belang is. Dit gaat om kennis en capaciteit van de Expertpool MIEK-PEH, die sinds 2023 operationeel is. Het voorstel betreft een continuering en intensivering van een bestaande maatregel.

Projectaanpak netcongestie

Om netcongestie aan te pakken zet het kabinet in op sneller bouwen, naast beter benutten en slimmer inzicht. Op basis hiervan zet het Ministerie van KGG in op een generieke aanpak én een projectaanpak. Het kabinet wil voor in totaal 25 projecten met landelijke dekking meer regie én aanvullende gebiedscompensatie om tot een aanvullende versnelling (bovenop de generieke aanpak) te komen.

Wind op zee inpassingskosten huidige routekaart en Doordewind II (t/m 2030)

Er is aanvullende dekking nodig voor de inpassingskosten voor wind op zee en windpark Doordewind II. Deze kosten zorgen voor ruimtelijke inpassing en doorgang van de ontwikkelingen voor wind op zee.

Uitvoeringskosten provincies

Provincies en gemeenten dragen actief bij aan een zekere, betaalbare energievoorziening. De berekening van de op de begroting van het Ministerie van KGG beschikbare uitvoeringsmiddelen voor gemeenten en provincies is gebaseerd op het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur van 25 januari 2021. De taken voor gemeenten en provincies op het gebied van klimaat en energie zijn afgelopen jaren fors toegenomen. In een evaluatie in 2024 berekende de ROB een toename aan benodigde capaciteit van 45%. En met name bij provincies zijn relatief veel nieuwe taken ontstaan op het gebied van het aanpakken van netcongestie, opstellen van energievisies, afstemmen vraag en aanbod van energie, integraal programmeren en opstellen provinciale Meerjaren Investeringsprogramma’s Energie en Klimaat. Deze middelen dragen bij aan de uitvoering door provincies.

Normeren en stimuleren van slimme energie- intensieve apparaten

Met deze regeling worden de technische ontwikkeling door de markt gestimuleerd en wordt van bewustzijn over flexibel elektriciteitsverbruik bij huishoudens vergroot.

Pakket noodmaatregelen netcongestie

Deze maatregelen zorgten voor versnelling die knelpunten wegnemen in de realisatie van laag-, midden- en hoogspanningsprojecten.

Terugboeking Nationale subsidieregeling Warmtenetten

Er komt € 180 mln. terug vanuit de Nationale subsidieregeling warmtenetten er was sprake van onderuitputting op deze maatregel.

Overhevelingen IenW

Elektrisch aangedreven Friese Waddenveren

De maatregel betreft een investeringssubsidie voor de realisatie van elektrische netaansluitingen en elektrische laadinfrastructuur in de havens van de veerboten tussen de Friese Waddeneilanden en het vaste land. Met deze aansluitingen kunnen de veerboten tussen de Friese Waddeneilanden en het vasteland door de reders geëlektrificeerd worden, hetgeen leidt tot zero emissies.

Artikel 4 Vroege fase opschaling

Overhevelingen KGG

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Stimuleringsprogramma innovatie en vroege opschaling koolstofverwijdering

De maatregel betreft het opzetten van een stimuleringsprogramma voor innovatieve koolstofverwijderingstechnieken, zoals mariene CO2-opslag, biochar, biomaterialen, bioCCS, DACCS en mineralisatie.

Onderzoeksprogramma waterstof op zee

Verzoek om een klein gedeelte van de middelen gereserveerd voor «Demonstratieproject offshore elektrolyse (ca. 500 MW) via tender windpark-op-zee (beoogde locatie: windenergiegebied «Ten Noorden van de Waddeneilanden» kavel I)» in te zetten voor een nog te starten «Onderzoeksprogramma voor waterstof op zee». Onderzoek was altijd onderdeel van het fiche, maar gevraagd wordt om eerder te kunnen beschikken over dit gedeelte van de gereserveerde middelen.

Meetstandaard waterstof

De realisatie van een primaire meetstandaard voor waterstof zodat waterstof die wordt ingevoed in het transportnet en onttrokken wordt aan het transportnet eenduidig kan worden gemeten. Dit is een randvoorwaarde voor het functioneren van de waterstofmarkt, de ontwikkeling van een duurzame waterstofketen en ook voor het uitkeren van productiesubsidies. Zonder deze meetstandaard is er onzekerheid over het meten van waterstofvolumes en kunnen de andere investeringen in waterstof uit het Klimaatfonds hierdoor vertraging oplopen.

Verbetering toezicht F-gassen

In 2024 zijn de Europese regels voor het gebruik van fluorhoudende gassen (F-gassen) aangescherpt. Dit type gassen wordt gebruikt in onder andere warmtepompen en koelinstallaties en hebben een sterk broeikaseffect. Er worden in dit voorstel middelen gevraagd om extra toezicht en handhaving te kunnen doen op het gebruik van deze gassen omdat volgens het voorstel de afname van gebruik staat of valt met toezicht en handhaving. De middelen worden niet alleen gebruikt voor personele kosten maar ook voor bijvoorbeeld nieuwe meetapparatuur en het opzetten van een databank van logboeken.

Normering en stimulering biobased bouwen

Deze maatregel is gericht op het stimuleren van het gebruik van biobased materialen in de bouwsector en grond-, weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering. Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen van vraag en aanbod.

Terugboeking fiche batterijverplichting zonneparken t.b.v. iDSR

Er heeft een terugboeking plaatsgevonden voor batterijverplichting zonneparken. Dit bedraagt € 62,5 mln en is ontstaan door onderuitputitng.

Overhevelingen IenW

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Opschaling nieuwe aandrijftechnologieen luchtvaart

De maatregel richt zich op het verstrekken van subsidies om opschaling van innovatieve aandrijftechnologieën in de luchtvaart te ondersteunen, zoals batterij-elektrisch, waterstof-elektrisch en waterstofverbrandingsmotoren. De maatregel sluit aan op het advies van PBL om een plan te maken voor beleid omtrent ontwikkeling en commercialisatie van waterstofvliegtuigen, bijvoorbeeld door middel van stimulerende maatregelen. Zowel voor de toepassing van de nieuwe aandrijftechnieken als de daarbij behorende infrastructuur op luchthavens. Deze technologieën hebben het potentieel om een aanzienlijke klimaateffect (zowel CO2 alsook een niet-CO2 klimaateffect) te realiseren, vooral op korte en middellange afstanden. De maatregel beoogt opschalingsbarrières weg te nemen en de marktpenetratie van duurzame vliegtuigtechnologie te versnellen.

Uitvoeringskosten aanvullende maatregelen verduurzaming binnenvaart ETS 2

Naar aanleiding van de politieke besluitvorming bij Voorjaarsnota 2024 is 0,7 mln overgeheveld voor personeelskosten naar I& W voor de verduurzaming van de binnenvaart naar aanleiding van de opt-in ETS2 voor de binnenvaart.

Terugboeking plastichubs

Naar aanleiding van de politieke besluitvorming wordt € 70,2 mln. naar het fonds overgeheveld en toegevoegd aan de bestaande reservering voor de maatregel Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics.

Overhevelingen VRO

Normering en stimulering biobased bouwen

Deze maatregel is gericht op het stimuleren van het gebruik van biobased materialen in de bouwsector en grond-, weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering. Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen van vraag en aanbod.

Overhevelingen LVVN

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Subsidieregeling schone en emissieloze landbouwvoertuigen

Voor de verduurzaming van de landbouw, bijvoorbeeld van landbouwvoertuigen, naar aanleiding van de opt-in ETS2 voor de landbouw. Het betreft een subsidieregeling voor de verduurzaming van landbouwwerktuigen. Hierbij kunnen ondernemers een subsidie aanvraag doen voor aanschaf of ombouw tot een duurzaam, toekomstbestendig landbouwwerktuig. De opties waar deze regeling zich op richt zijn elektrificatie en gasmotoren geschikt voor biogas of waterstof.

Normering en stimulering biobased bouwen

Deze maatregel is gericht op het stimuleren van het gebruik van biobased materialen in de bouwsector en grond-, weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering. Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen van vraag en aanbod.

Generale afroming

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

MRB

De gewichtscorrectie in de motorrijtuigenbelasting (MRB) zal voor de periode 2026 t/m 2028 worden verhoogd van 25% naar 30% zodat fossiele en elektrische personenauto’s komende jaren gelijk worden belast. Voor de financiële derving die als gevolg van deze maatregel ontstaat is dekking nodig.

Normering zakelijke lease per 2027

De leasemarkt wordt vanaf 2027 via loonbelasting gestimuleerd voor gebruik van elektrisch vervoer voor zakelijk verkeer. Voor de financiële derving die als gevolg van de normering leasemarkt ontstaat is dekking nodig.

Artikel 5 Verduurzaming industrie en innovatie mkb

Overhevelingen KGG

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

NIKI

De NIKI-regeling is een subsidieregeling die zich richt op de opschaling van innovatieve klimaattechnologieën in de industrie die niet binnen de SDE++-systematiek vallen, bijvoorbeeld doordat de techniek nog niet op commerciële schaal bewezen is of omdat ze te uniek zijn. Het gaat onder andere om grootschalige elektrificatie en circulaire productietechnieken.

IKC ETS 2025 t/m 2027

De Indirecte Kosten Compensatie voor ETS-rechten is bedoeld voor producenten in de stroom-intensieve industrie die actief zijn op internationale markten waardoor zij elektriciteitsprijstoename als gevolg van het ETS niet of slechts ten dele aan hun klanten door kunnen berekenen. Om te voorkomen dat deze producenten Europa verlaten staat de Europese Commissie compensatie toe. Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat bedrijven die gebruikmaken van de IKC 50% van de ontvangen subsidie investeren in CO2-reducerende maatregelen.

Social Climate Fund: fixteams voor bedrijven

Het voorstel betreft maatregelen die erop gericht zijn om met behulp van fixteams micro-ondernemingen te helpen met directe en simpele ingrepen om energie te besparen. Hierbij wordt een aanvraag gedaan bij het Social Climate Fund, waardoor Europees geld geworven kan worden voor deze maatregel. Het Social Climate Fund vereist een eigen inleg van 25%, die uit het Klimaatfonds gevraagd wordt.

Ondersteuning cluster 6

In dit voorstel worden maatregelen voorgesteld om regionale sectoren en bedrijven die onder het zogeheten zesde industriële cluster vallen te ondersteunen bij het reduceren van hun CO2-uitstoot. Nadat vorig jaar al middelen zijn toegekend voor procesgelden, wordt hier toekenning van de gereserveerde middelen gevraagd voor uitvoering van twee sporen. In het eerste spoor is een regioaanpak waarbij met behulp van gebiedsregisseurs bedrijven inzicht gegeven wordt in welke stappen gezet moeten worden om te verduurzamen en energie te besparen. Daarnaast worden de bedrijven geholpen om knelpunten op te lossen. In het tweede spoor wordt getracht een netwerk op te zetten om kennis over innovatieve technieken te verspreiden.

Terugboeking VEKI

Er vindt een terugboeking plaats vanuit de middelen van VEKI om de generale dekkingsopgave van de Voorjaarsbesluitvorming te kunnen dekken.

Overhevelingen IenW

Uitvoeringskosten maatwerkaanpak AVI's

In totaal staan er in Nederland twaalf afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) voor het verbranden van huishoudelijk en bedrijfsafval, waarvan vier onder de twintig grootste CO2-uitstoters vallen. Deze maatregel betreft de claim voor uitvoeringskosten bij I&W ten behoeve van de maatwerkaanpak voor AVI’s.

Artikel 6 Verduurzaming gebouwde omgeving

Overhevelingen KGG

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Nationaal Isolatieprogramma

Dit betreft een aanvraag voor budget voor voortzetting van de subsidie voor het isoleren van woningen binnen de Investeringssubsidie Duurzame energie en Energiebesparing (ISDE).

Stimulering van hybride warmtepompen in bestaande bouw

In het Meerjarenprogramma 2024 zijn middelen toegekend en zijn middelen gereserveerd voor de jaren 2027 t/m 2030. Deze middelen zijn bedoeld voor het intensiveren van de ISDE-regeling en middelen voor flankerend beleid (gericht op het ondersteunen van aanpalende thema’s die indirect bijdragen aan het stimuleren van hybride warmtepompen, bijvoorbeeld communicatie, ondersteuning sector, monitoring en innovatie) om de doelstelling van 1 mln. hybride warmtepompen in de bestaande bouw in 2030 te behalen.

Overhevelingen VRO

Onder deze regel vallen verschillende maatregelen, namelijk:

Financiële instrumenten voor de investering ten behoeve van de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed

Veel beheerders van maatschappelijk vastgoed hebben te maken met een financieringshobbel. Om deze weg te nemen wordt aanzienlijke subsidie verstrekt via de subsidieregeling DuMaVa. In aanvulling daarop wordt middels deze maatregel een waarborgfonds ingesteld. Via dit waarborgfonds kunnen beheerders van maatschappelijk vastgoed tegen aantrekkelijke rentes middelen lenen bij financiers.

Continueren Nationaal Warmtefonds

Het Warmtefonds biedt leningen aan tegen lagere rentes dan private financiers. Aan personen met een laag inkomen worden leningen met 0% rente aangeboden. Op deze manier wordt de investeringsdrempel weggenomen bij met name lagere inkomens om te investeren in verduurzaming.

Artikel 7 Onverdeeld

Generale afroming

Ook zijn de verwachte opbrengsten van de CO2-heffing AVI’s ter hoogte van € 150 mln. (in het MJP 2025 geboekt op «perceel onverdeeld») afgeboekt vanwege de technische dekking van de budgettaire opgave als gevolg van het niet doorgaan van de polymerenheffing.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans