Ontvangen 24 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het derde lid wordt na «non-discriminatoir» ingevoegd «, met dien verstande dat bij de vaste tarieven onderscheid kan worden gemaakt op grond van de mate waarin een kleinverbruiker bijdraagt aan de kosten van de collectieve warmtevoorziening».
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het zesde lid, onderdeel c, door een puntkomma, wordt na onderdeel c een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
d. het onderscheid in de vaste tarieven, bedoeld in het derde lid.
II
Artikel 7.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het derde lid wordt na «non-discriminatoir» ingevoegd «, met dien verstande dat bij de vaste tarieven onderscheid kan worden gemaakt op grond van de mate waarin een kleinverbruiker bijdraagt aan de kosten van het klein collectief warmtesysteem».
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het achtste lid, onderdeel c, door een puntkomma, wordt na onderdeel c een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
d. het onderscheid in de vaste tarieven, bedoeld in het derde lid.
Huishoudens met een kleine beurs kunnen op hun energierekening besparen door minder warmte te verbruiken. Het vastrecht blijft echter gelijk. Als voor alle kleinverbruikers van warmte het vastrecht hetzelfde is, dan kan dat leiden tot oneerlijke tarieven. Een woning met bijvoorbeeld een klein oppervlakte of een hoge mate van isolatie, kent een lage piekbelasting en draagt dus weinig bij aan de kosten van het warmtesysteem. Een grotere woning of een woning met slechte isolatie, kent waarschijnlijk een hogere piekbelasting en draagt dus meer bij aan de kosten van het warmtesysteem. Bij een gelijk vastrecht ontstaat dus mogelijk kruissubsidiering tussen kleinverbruikers van warmte.
Differentiatie van het vastrecht op basis van de mate waarin een kleinverbruiker bijdraagt aan de kosten van het warmtesysteem kan ervoor zorgen dat huishoudens een eerlijke prijs betalen. De toevoeging aan artikel 7.1, derde lid, verduidelijkt dat differentiatie van het vastrecht niet strijd is met de bepaling dat tarieven non-discriminatoir moeten zijn. Artikel 7.15, derde lid, regelt hetzelfde voor kleine collectieve systemen. Bij de invulling valt te denken aan differentiatie op basis van vloeroppervlak van de woning of piekverbruik in een aantal recente jaren. Differentiatie ligt met name voor de hand vanaf fase 2, als tarieven op kosten zijn gebaseerd. De manier waarop wordt gedifferentieerd kan worden uitgewerkt in het Bcw. Daarbij kan bijvoorbeeld worden bekeken welke vorm van differentiatie uitvoerbaar en transparant is.
Postma