Ontvangen 16 mei 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zeven jaar» vervangen door «tien jaar».
2. In het derde lid wordt «zeven jaar» vervangen door «tien jaar».
II
In artikel 2.10, derde lid, wordt «zeven jaar» vervangen door «tien jaar».
III
Artikel 12.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «vijf jaar» vervangen door «zeven jaar», wordt «zeven jaar» vervangen door «tien jaar» en wordt «7 jaar» vervangen door «tien jaar».
2. In het tweede lid wordt «zeven jaar» vervangen door «tien jaar».
Met dit amendement willen de indieners de ingroeiperiode verlengen tot 10 jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel. In deze periode kunnen private warmtebedrijven nog worden aangewezen voor een warmtekavel.
Het verlengen van de ingroeiperiode zorgt er enerzijds voor dat er meer tijd is voor de opbouw van de vereiste publieke realisatie kracht. Er zal tijd nodig zijn om de benodigde publieke financiële middelen beschikbaar te krijgen en om de publieke organisatiekracht op te bouwen. Anderzijds hebben private warmtebedrijven op deze manier langer de mogelijkheid om aangewezen te worden voor nieuwe warmtekavels. De indieners zijn van mening dat het verlengen van de ingroeiperiode helpt om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling van de collectieve warmtevoorziening de komende jaren zoveel als mogelijk door zal gaan.
Tevens zijn de momenten van de evaluatie aangepast aan de nieuwe termijnen.
Erkens Bontenbal