Voorgesteld 10 juni 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er sprake is van vrouwen die uitgehuwelijkt of achtergelaten zijn in het buitenland en daar onvrijwillig verbleven, vaak onder gruwelijke omstandigheden;
constaterende dat er sprake is van vrouwen die de Nederlandse nationaliteit hadden maar deze zijn kwijtgeraakt, maar ook van vrouwen, dochters van bijvoorbeeld gastarbeiders, die langdurig in Nederland verbleven maar nooit de Nederlandse nationaliteit hebben gehad, die door uithuwelijking dan wel achterlating eveneens onder gruwelijke omstandigheden zijn vastgehouden en onvrijwillig in het buitenland waren;
overwegende dat deze vrouwen, als ze inmiddels gescheiden of weggelopen zijn of dat willen gaan doen, niet op bescherming van Nederland kunnen rekenen, terwijl er een blijvende zorgplicht op Nederland rust omdat zij in hun jeugd uit het zicht zijn geraakt en er internationale verdragen zijn die gedwongen huwelijken en seksueel geweld bestrijden;
constaterende dat Femmes for Freedom al geruime tijd pleit voor een «dochterregeling» en deze ook heeft uitgewerkt;
verzoekt de regering in overleg met deskundigen in beeld te brengen hoe een dergelijk voorstel ter bescherming van achtergelaten en uitgehuwelijkte vrouwen eruit kan zien en de Kamer daarover te informeren.
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Boomsma