Gepubliceerd: 18 december 2023
Indiener(s): Wieke Paulusma (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36470-IV-3.html
ID: 36470-IV-3

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 18 december 2023

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 11 december 2023 voorgelegd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 15 december 2023 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie, Paulusma

De griffier van de commissie, Meijers

1

Vraag: Waarop heeft de nieuwe verplichting op beleidsartikel 4, Bevorderen sociaaleconomische structuur á € 12,3 miljoen betrekking?

Antwoord:

De mutatie van € 12,3 mln. ziet toe op voldoende verplichtingenruimte voor het aangaan van de beschikking in 2023 voor de stabilisering van de klif Sint Eustatius. Met de voorjaarsnota 2023 zijn de middelen voor de klif met de kas- en verplichtingenritme van € 6,4 mln. (2023) en € 12,6 mln. (2024) aan de KR begroting toegevoegd. Om de verplichting in 2023 in zijn geheel aan te gaan moest de verplichtingenruimte met € 12,3 mln. aangevuld worden.

2

Vraag: Welke uitgaven worden te zijner tijd gedaan op het moment dat de verplichting tot uitbetaling komt?

Antwoord:

Bijhet aangaan van een beschikking wordt het gehele bedrag van de beschikking verplicht. Het totale bedrag circa € 19 mln. van de beschikking voor de stabilisering van de klif Sint Eustatius is in 2023 aangegaan. Hiervan wordt in 2023 een uitgave gedaan van € 6,4 mln. In 2024 zal het restant circa € 12,6 mln. worden betaald.

3

Vraag: Hoe zal de verplichting worden verwerkt in de reeds door de Tweede Kamer geautoriseerde begroting 2024?

Antwoord:

Per 1e suppletoire begroting 2024 wordt het verplichtingenbudget naar beneden bijgesteld. Deze toevoeging van de verplichtingenruimte op artikel 4 heeft betrekking op 2023. Hierdoor kan de verplichting in 2023 in zijn geheel aan gegaan worden.

4

Vraag: Hoe wordt het evenwicht bewaard tussen het daadwerkelijk besteden van de toegevoegde middelen aan het BES-fonds voor natuur en milieu voor het beoogde doel, en anderzijds het recht van de openbare lichamen de middelen vanuit de vrije uitkering naar eigen inzicht te besteden?

Antwoord:

Voor de uitvoering van het natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030 zijn interbestuurlijke stuurgroepen (Rijk en openbaar lichaam) ingesteld. In deze stuurgroepen zijn afspraken gemaakt over welke projecten tot uitvoering worden gebracht en wordt de voortgang daarvan gemonitord. Het openbaar lichaam heeft de ruimte om de middelen voor de uitvoering van het natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030 naar eigen inzicht in te zetten. Op 22 augustus 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de eerste fase van het natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland (Kamerstuk 33 576 nr.355).

5

Vraag: Wat is terzake van de besteding van deze middelen precies afgesproken in de bestuursakkoorden met de drie openbare lichamen, en op welke manier wordt rekenschap gegeven van de oordelen van de Algemene Rekenkamer over specifieke (en bijzondere) uitkeringen?

Antwoord:

Over de besteding van deze middelen worden afspraken gemaakt binnen de stuurgroepen die zijn opgericht voor de uitvoering van het natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland, en zijn om deze reden dan ook geen deel van de bestuursakkoorden die in november jl. met Saba en Sint Eustatius zijn afgesloten.

In reactie op het onderzoek van de Algemene Rekenkamer heeft het kabinet een toetsingscommissie bijzondere uitkeringen ingesteld, die bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende departementen, waaronder de Ministeries van BZK en Financiën. Interdepartementaal is afgesproken dat een nieuwe bijzondere uitkering verplicht moet worden voorgelegd aan deze toetsingscommissie. De toetsingscommissie geeft een advies gebaseerd op de volgende zes toetsingscriteria: (1) doel van bijzondere uitkering, (2) motivatie voor het een bijzondere uitkering (en geen vrije uitkering), (3) structurele kosten verbonden aan een bijzondere uitkering, (4) de wijze van verantwoording (hoofdregel: verantwoording via aparte bijlage bij de jaarrekening van het openbare lichaam), (5) de juridische grondslag van de bijzondere uitkering en (6) de uitvoerbaarheid.

6

Vraag: Klopt het dat de aan het BES-fonds toegevoegde middelen voor armoedebestrijding, energietoeslag en maatwerkbudget rechtstreeks vanuit de algemene middelen worden gefinancierd?

Antwoord:

Nee, deze middelen zijn afkomstig vanuit de begroting van SZW. Het Ministerie van SZW heeft in 2023 € 6.069.892 (USD 6.191.290) naar de vrije uitkering voor Bonaire overgemaakt. Daarvan is € 550.000 (USD 561.000) ter beschikking voor lokale armoedebestrijding, € 5.419.892 (USD 5.528.290) voor de energietoelage voor huishoudens met een laag inkomen in 2023 en € 100.000 (USD 102.000) voor een maatwerkbudget.

7

Vraag: Kunt u inzicht verschaffen hoe het Bonaire maatwerkplan eruit ziet en kunt u uitsplitsen welk deel van de post «vrije uitkering BES onder armoedebestrijding» naar armoedebestrijding gaat, welk deel naar de eenmalige energietoeslag gaat en welk deel beschikbaar is voor het Bonaire maatwerkplan?

Antwoord:

Het Ministerie van SZW heeft in 2023 € 6.069.892 (USD 6.191.290) naar de vrije uitkering voor Bonaire overgemaakt. Daarvan is € 550.000 (USD 561.000) ter beschikking voor lokale armoedebestrijding, € 5.419.892 (USD 5.528.290) voor de energietoelage voor huishoudens met een laag inkomen in 2023 en € 100.000 (USD 102.000) voor een maatwerkbudget. Het is aan het openbaar lichaam Bonaire om concrete invulling te geven aan dat maatwerkbudget.