Ontvangen 12 maart 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan de met artikel I, onderdeel I, voorgestelde paragraaf 3 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
De werking van een schorsing als bedoeld in artikel 12l, een intrekking als bedoeld in artikel 12m en een besluit tot afwijzing van een aanvraag tot toelating van een rechtspersoon of onderneming die ten tijde van bekendmaking van dat besluit overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze wet arbeidskrachten ter beschikking stelt, wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.
Dit amendement voorziet in schorsende werking indien een uitlener bezwaar en beroep instelt tegen de schorsing of intrekking van een (voorlopige) toelating of tegen de afwijzing van een opvolgende aanvraag tot toelating. Hiermee wordt voorkomen dat besluiten die door de uitlener nog kunnen worden aangevochten tot onomkeerbare financiële schade leiden. Hiermee sluit het voorstel aan bij het principiële uitgangspunt van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat aanvragers niet meteen dienen te worden gestraft als zij een fout maken.1 Ook worden met dit amendement onbedoelde foute beoordelingen van ambtenaren van de Toelatende Instantie ondervangen.
Aartsen