Ontvangen 12 maart 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel O een onderdeel ingevoegd, luidende:
Oa
Aan artikel 16, eerste lid, wordt toegevoegd «, artikel 8 en artikel 8a».
II
In artikel I, onderdeel P, wordt «artikel 7a, eerste of tweede lid» vervangen door «artikel 7a, eerste of tweede lid, artikel 8 en artikel 8a» en wordt voor «artikel 12c» ingevoegd «artikel 8, artikel 8a, ».
Dit amendement regelt de bevoegdheid van de arbeidsinspectie om te handhaven en te beboeten op de naleving van artikel 8 en artikel 8a van de Waadi. Deze artikelen regelen de gelijke behandeling van arbeidskrachten die ter beschikking zijn gesteld, met als doel dat arbeidskrachten onder dezelfde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden werken. Gelijke behandeling zorgt ervoor dat uitzendkrachten het loon krijgen waar ze recht op hebben. Bovendien gaat handhaving van dit artikel oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegen. Met dit amendement wil indiener een stap verder zetten in de naleving van artikel 8 en 8a, door de handhaving door de Nederlandse arbeidsinspectie (NLA) mogelijk te maken.
Op dit moment doet de NLA wel onderzoek ten behoeve van belanghebbenden naar de naleving van gelijke beloning/behandeling van arbeidskrachten en rapporteert de NLA hierover. De NLA heeft echter niet de bevoegdheid om zelf te handhaven en beboeten wanneer zij overtredingen van deze wetsartikelen constateert.
Te vaak zien we dat uitzendkrachten en andere krachten die op basis van terbeschikkingstelling van arbeid ergens werken, onderbetaald worden, zelfs onder het minimumloon. Veel vaker krijgen deze arbeidskrachten niet de gelijke beloning en behandeling die ze zouden moeten krijgen. Juist omdat zij in een kwetsbare positie verkeren en vaak niet bekend zijn met hun rechten, eisen zij het recht op gelijke beloning te weinig op. Dit amendement moet ervoor zorgen dat artikel 8 en 8a beter nageleefd worden. Ook kunnen meer malafide werkgevers worden aangepakt omdat de NLA zelfstandig over kan gaan op handhaving van dit artikel.
Dit amendement is herzien zodat de inwerkingtreding van dit onderdeel van de wet vanwege de urgentie van dit vraagstuk eerder kan plaatsvinden dan andere onderdelen van de wet. Om de NLA voldoende voorbereidingstijd te geven stelt indiener een inwerkingtreding per 1 januari 2026 voor.
Patijn