Ontvangen 11 maart 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel I, wordt aan het voorgestelde artikel 12i, derde lid, onderdeel b, een zin toegevoegd, luidende: De vergoeding bedraagt ten hoogste € 2.006.
Dit amendement moet voorkomen dat de kosten van het stelsel de pan uitrijzen ten koste van ondernemers. Dit amendement voorziet in het maximeren van de kosten die een uitlener is verschuldigd ter dekking van de toelatingsprocedure, waaronder kosten die worden doorberekend in verband met activiteiten die worden verricht gedurende de looptijd van de toelating. Gedurende de parlementaire behandeling van de wet is het geschatte gemiddelde aan kosten wat een uitlener moet betalen om toegelaten te kunnen worden verhoogd van een schatting van gemiddeld € 490 per uitlener naar schattingen die uiteenlopen van gemiddeld € 2.006,– tot € 2.858,– per uitlener. Met de maximering wordt aansluiting gezocht bij scenario 1 van de gemiddelde kosten per uitlener uit de «Mogelijke scenario’s kosten voor uitleners», waarin wordt uitgegaan van een gemiddelde kostenpost voor uitleners van € 2.006,–. De maximering in dit amendement zorgt ervoor dat bonafide uitleners door het nieuwe stelsel niet met steeds hogere kosten worden opgezadeld om toegelaten te worden om arbeidskrachten ter beschikking te stellen. Daarnaast zorgt deze maximering ervoor dat uitleners vooraf weten welk bedrag zij maximaal kwijt zijn aan het doorlopen van de toelatingsprocedure, wat helpt bij hun financiële planning.
Aartsen