Ontvangen 25 september 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na het opschrift een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
Artikel 2.6 vervalt.
II
Artikel VII, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» ingevoegd.
2. In onderdeel 1 (nieuw) wordt «artikel 31a,» vervangen door «het».
3. Voor onderdeel 1 (nieuw) wordt een aanhef ingevoegd, luidende:
Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:
4. Er worden negen onderdelen toegevoegd, luidende:
2. Het tweede lid, onderdeel e, vervalt, onder verlettering van de onderdelen f tot en met k tot e tot en met l.
3. In het zevende lid wordt «en k» vervangen door «en j».
4. Het achtste en negende lid vervallen, onder vernummering van het tiende tot en met het achttiende lid tot het achtste tot en met het zestiende lid.
5. In het achtste lid (nieuw) wordt «onderdeel g» vervangen door «onderdeel f».
6. In het negende lid (nieuw) wordt «onderdeel g» vervangen door «onderdeel f».
7. In het tiende lid (nieuw) wordt «onderdeel k» telkens vervangen door «onderdeel j».
8. In het elfde lid (nieuw) wordt «onderdeel k» vervangen door «onderdeel j».
9. Het vijftiende lid (nieuw) vervalt.
10. Het zestiende lid (nieuw) vervalt.
III
Na artikel XV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:
A
In tabel I, onderdeel b, vervalt in post 9 «, openbaar vervoer».
B
In tabel II, onderdeel a, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van post 10 door een puntkomma, een post ingevoegd, luidende:
11. het vervoer van personen per openbaar vervoer als bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000.
Dit amendement regelt dat de BTW voor personenvervoer per openbaar vervoer op nihil wordt gezet. De dekking hiervoor wordt gevonden in het afschaffen van de gerichte vrijstelling voor extraterritoriale kosten en de 30%-regeling.
Alkaya