Ontvangen 12 oktober 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel XVI wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 vervallen artikel 9, eerste lid, laatste zin, en tevens het tweede lid, laatste zin, alsmede in het derde lid «, dan wel, ingeval van een bestelauto of bijzondere personenauto die wordt aangedreven door een motor met een compressieontsteking die zijn kracht kan ontlenen aan diesel 37,7 percent van de netto catalogusprijs, vermeerderd met € 273».
II
Artikel XIX wordt als volgt gewijzigd:
Na onderdeel A worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:
Aa
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede en derde lid, vervallen, onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot tweede tot en met vierde lid.
2. In het tweede lid (nieuw) vervalt «en tweede».
3. In het derde lid (nieuw) wordt «vierde lid» vervangen door «tweede lid».
4. In het vierde lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door «derde lid».
Ab
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «eerste tot en met derde lid» vervangen door «eerste lid».
2. In het tweede lid wordt »23, vierde lid» vervangen door «23, tweede lid».
Ac
In de artikelen 24a, eerste lid, en 24b, eerste lid, wordt «artikel 23, eerste tot en met derde lid» telkens vervangen door «artikel 23, eerste lid».
III
Artikel XX, onderdelen A, C en D vervallen.
IV
Artikel XXV, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst en in de tekst wordt «artikel 27,» vervangen door «het».
2. Voor onderdeel 2 (nieuw) wordt een opschrift en een onderdeel ingevoegd, luidende:
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «528,46» vervangen door «875,60».
Dit amendement heeft als doel om het fiscale voordeel voor dieselauto's gelijk te trekken aan dat van benzineauto's.
Het fiscale voordeel is de belangrijkste prikkel om diesel te gebruiken. De accijns voor diesel ligt per liter 27% lager dan voor benzine. Met brandstoftoeslagen in de autobelastingen (BPM en MRB) is vervolgens beoogd het fiscale verschil tussen diesel- en benzineauto’s te verminderen. Deze vaste kosten hebben echter geen invloed op de marginale kosten van het gebruik van een auto. Het gevolg is dat alleen autorijders die veel rijden kiezen voor diesel. Je ziet dit terug in het gemiddelde jaarkilometrage, die is volgens CBS bijna voor dieselauto’s bijna 2x hoger dan voor benzineauto's1.
Daarnaast concludeert het OECD dat de lagere belastingtarieven voor dieselbrandstof vanuit milieuoogpunt niet te rechtvaardigen zijn aangezien de diesel 18% meer CO2-emissies uitstoot dan een liter benzine2.
Dit amendement heeft als voorstel om de accijns per liter diesel (halfzware olie) gelijk te trekken aan benzine (ongelode lichte olie), en de BPM en MRB toeslag voor dieselauto's eraf te halen.
Het budgettaire belang dat met dit voorstel gemoeid is € 1.281 miljoen voor 2023, inclusief het vervallen van de brandstoftoeslagen in de autobelastingen (BPM en MRB) voor dieselauto’s.
Ook haalt dit amendement het tijdstip waarop het verlaagde tarief vervalt voor de motorrijtuigenbelasting voor personenauto’s waarbij in het kentekenregister de brandstofsoort CNG, LNG of de brandstofsoort LPG met de typeaanduiding af-fabriek-, G3- of R115-installatie is opgenomen met twee jaar naar voren.
Van Raan