Kamerstuk 36410-XIII-89

Begrotingswijzigingen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2023 van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024

Gepubliceerd: 18 december 2023
Indiener(s): Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36410-XIII-89.html
ID: 36410-XIII-89

Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2023

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris Mijnbouw, over de nu voorziene begrotingswijzigingen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2023 van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 36 470 XIII, nrs. 1 en 2). Het betreft verhogingen voor de verplichtingen en uitgaven en verlagingen van de ontvangsten die nu in beeld zijn. Op basis van de definitieve realisatiecijfers kunnen de exacte begrotingswijzigingen, die worden verwerkt in de Slotwet 2023, mogelijk afwijken.

De in deze Veegbrief opgenomen verhogingen worden budgettair gedekt binnen de EZK-begroting (onderuitputting) of betreffen het in 2023 in plaats van in 2024 inzetten van beschikbare verplichtingenruimte en leiden per saldo op totaalniveau niet tot een overschrijding.

In onderstaand overzicht treft u de op dit moment voorziene beleidsmatige overschrijdingen op de verplichtingen en uitgaven en de beleidsmatige ontvangstenmutaties aan op de EZK-begroting sinds de tweede suppletoire begroting 2023. Daarnaast bevat het overzicht een aantal niet-beleidsmatige wijzigingen in een afzonderlijke categorie «informatievoorziening over andere relevante wijzigingen».

(bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

1

Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland

570

31

 

2

Startup-beleid

11.071

3.333

 

2

IPCEI Micro elektronica

 

4.886

 

2

TO2 (excl. TNO)

2.047

1.106

 

2

Bijdrage aan TNO

34.259

6.383

 

2

NGF-project RegMed XB

 

6.892

 

2

Tegemoetkoming vaste lasten

10.000

   

2

Tegemoetkoming vaste lasten starters

1.000

   

4

DEI+

7.226

   

4

TNO-Energietransitie

3.084

   

4

Storting begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

783.171

783.171

 

5

Ontvangsten heffing schade

   

– 576.000

5

Ontvangsten facturen NCG versterken

   

– 90.000

5

Ontvangsten Dividend EBN

   

– 223.200

Informatievoorziening over andere relevante wijzigingen

4

Energiehulp Oekraïne

– 10.541

– 12.441

 

4

SDE++

– 8.945.661

   

5

Interdepartementale overboekingen (BTW-compensatiefonds)

– 7.174

– 7.174

 

5

Incidentele uitkering gemeenten aardbevingsgebied

– 14.000

– 14.000

 

5

Incidentele uitkering gemeenten aardbevingsgebied

14.000

14.000

 

5

Immateriële schade

10.000

10.000

 

Toelichting

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland

Het verplichtingenbudget wordt met € 570.000 overschreden, doordat in 2023 in vergelijking met 2022 meer aansluitingen zijn: van 11.321 aansluitingen naar 12.115. Dat is in aantal een ophoging van 7%. Verder is een zesde provider in 2023 gestart.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Startup-beleid

Voor de verlening van Techleap is in 2023 in totaal € 17,3 miljoen beschikt voor de periode 2023–2026. Techleap ontvangt deze € 17,3 miljoen verspreid over verschillende jaren nadat hun jaarplan is goedgekeurd. De verplichtingen en uitbetaling in 2023 vallen hoger uit dan in eerste instantie geraamd. Dit resulteert in respectievelijk een overschrijding op het verplichtingenbudget van € 11,1 miljoen en een overschrijding op het kasbudget van € 3,3 miljoen Dit betekent dat in latere jaren er minder wordt verplicht en betaald aan Techleap zodat het totaal op € 17,3 miljoen blijft.

IPCEI Micro elektronica

Voor het IPCEI-project Microelektronica is er € 4,9 miljoen meer uitgegeven dan begroot. De raming van deze middelen was niet nauwkeurig door de onzekerheid over het notificatietraject bij de Europese Commissie. De projecten zijn uiteindelijk eerder goedgekeurd dan werd verwacht in de laatste raming. Hierdoor kon de uitfinanciering van de individuele projecten onder het IPCEI-project eerder starten.

TO2 (excl. TNO)

Het verplichtingenbudget voor de Rijksbijdragen aan de TO2 instellingen waarvoor EZK verantwoordelijk is (MARIN, Deltares, en NLR) is in totaal met € 2,0 miljoen overschreden. Dit als gevolg van hoger dan verwachtte beschikkingen aan de TO2 instellingen voor 2024, welke in het huidige jaar worden verplicht. Voor MARIN betreft het een overschrijding van € 1,6 miljoen en voor Deltares een overschrijding van € 0,4 miljoen. Deze overschrijdingen worden deels veroorzaakt door het beschikken van middelen uit de Faciliteiten toegepast onderzoek en worden gecompenseerd uit dit budget. Hiernaast wordt er € 1,1 miljoen overschreden op het huidige kasbudget als gevolg van het afboeken van onderuitputting op het instrument voor NLR bij de tweede suppletoire begroting.

Bijdrage aan TNO

Het verplichtingenbudget voor de Rijksbijdrage aan TNO wordt naar verwachting overschreden met € 34,3 miljoen. Dit voornamelijk als gevolg van een hoger dan verwachtte beschikking aan TNO voor 2024, welke in het huidige jaar wordt verplicht volgens de wet TNO. Verschillende (interdepartementale) aanvullende onderzoeksopdrachten voor de subsidie over 2024 hebben hieraan bijgedragen. Deze budgetten (kas en verplichtingen) worden door de andere departementen (BZK, J&V, SZW, I&W, LNV, en VWS) overgeboekt bij de Voorjaarsnota in 2024.

Het kasbudget wordt met € 6,4 miljoen opgehoogd ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting. Hier liggen drie interdepartementale overboekingen die bij de Slotwet plaatsvinden aan ten grondslag. Hieronder valt een interdepartementale overboeking vanuit VWS voor het tweede voorschot aan TNO voor het programma Coalitie leefstijl in de zorg van € 5,6 miljoen. Hiernaast zijn er twee interdepartementale overboekingen vanuit BZK voor (1) bijdrage van € 0,2 miljoen aan door TNO uit te voeren onderzoek voor de Raad van de Leefomgeving, en (2) bijdrage van € 0,5 miljoen aan TNO voor uitvoering van de wettelijke taak rondom de Basisregistratie Ondergrond.

NGF-project RegMed XB

Voor het NGF-project is meer voorschot verstrekt dan was begroot bij Najaarsnota (€ 6,9 miljoen). Aangezien de totale subsidie gemaximeerd is, leidt een groter voorschot in 2023 tot lagere uitgaven in komende jaren.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

Tegen het einde van het jaar zijn een aantal grote ondernemingen in de bezwaar- en beroepsfase afgehandeld. Hierdoor is het budget voor 2023 sneller afgenomen dan gedacht. Op basis van inzicht bij de Najaarsnota is er geld van de TVL afgeboekt vanwege mogelijke onderuitputting, maar nu blijkt dat het budget wel benodigd is (€ 10,0 miljoen aan verplichtingenbudget).

Tegemoetkoming vaste lasten starters (TVL starters)

De overschrijding van het budget voor de TVL starters met € 1,0 miljoen verplichtingenbudget vloeit voort uit de bezwaar- en beroepszaken. Net als bij de reguliere TVL, zijn ook bij de starters meer in ondernemingen in de bezwaar- en beroepsfase afgehandeld.

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+)

RVO verwacht voor de DEI+ voor € 7,3 miljoen aan extra verplichtingen toe te kennen. Dit in verband met het samenvallen van de verplichtingen die voortvloeien uit de DEI+-openstelling van 2023 met de verplichtingen op basis van de DEI+-openstelling van 2022 die pas in 2023 zijn verplicht.

Bijdrage TNO

De bijdrage 2024 aan TNO-Energietransitie, die al in 2023 wordt verstrekt, valt met name door extra onderzoeksactiviteiten op het gebied van kernenergie naar verwachting € 3,1 miljoen hoger uit dan eerder geraamd.

Storting begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

De storting van niet-gebruikte middelen binnen het SDE-domein valt € 783,2 miljoen hoger uit dan eerder geraamd, vooral omdat de uit de SDE-middelen gefinancierde nadeelcompensatie voor de productiebeperking van kolencentrales niet in 2023 is benut maar doorschuift naar 2024. Daarnaast is er sprake van onderuitputting op de ISDE-middelen.

Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Ontvangsten heffing schade

De heffing voor de in 2022 door het IMG gemaakte kosten van de schadeafhandeling wordt later dan gepland verstuurd, waardoor er in 2023 € 576 miljoen minder wordt ontvangen dan geraamd. De ontvangsten vanuit NAM zullen naar verwachting pas in 2024 ontvangen worden.

Ontvangsten facturen NCG versterken

Naar verwachting wordt er in 2023 € 90 miljoen minder ontvangen van de NAM voor de versterkingsoperatie dan geraamd in de tweede suppletoire begroting 2023. De ontvangsten vanuit NAM in het kader van de versterkingsoperatie schuiven naar verwachting door naar 2024.

Ontvangsten Dividend EBN

De verwachte ontvangsten aan EBN dividend in 2023 worden met € 223,2 miljoen omlaag bijgesteld naar € 2.158,4 miljoen. Dit komt enerzijds door een lagere verwachte winst in 2023 en een bijgesteld balanstotaal waardoor er € 86 miljoen minder wordt ontvangen. Daarnaast wordt dividendbelasting ingehouden die pas in 2024 door EZK van de Belastingdienst terugontvangen kan worden. Hierdoor wordt € 137,2 miljoen in 2024 ontvangen in plaats van in 2023.

Informatievoorziening over andere relevante wijzigingen

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Energiehulp Oekraïne

De in-kind leveringen aan Oekraïne van goederen die bijdragen aan het herstel van de energie-infrastructuur in Oekraïne zijn afhankelijk van meerdere externe factoren, waardoor het proces van daadwerkelijke levering lang kan duren voordat een traject afgerond is. Hierdoor is het niet gelukt om de voor 2023 beschikbare budgetten te verplichten en uit te betalen.

SDE++

Bij de SDE++ is sprake van een aanzienlijke onderuitputting van het verplichtingenbudget, omdat de verplichtingen die betrekking hebben op de openstelling 2023 voor het grootste deel naar verwachting pas in 2024 aangegaan zullen worden. Ten eerste is de openstelling vertraagd (van juni naar september). Ten tweede neemt het proces van het beoordelen van de aanvragen ook meer tijd in dan verwacht, waardoor er nog beperkt verplichtingen aangegaan zijn voor de openstellingsronde van 2023. Daarnaast zijn er voor de openstelling 2022 minder verplichtingen in 2023 aangegaan dan geraamd. Dit alles leidt tot een onderuitputting van het voor 2023 beschikbare verplichtingenbudget van ruim € 8,9 miljard.

Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Interdepartementale overboekingen

Dit betreffen afdrachten aan het BTW-compensatiefonds uit de voorjaars- en najaarsronde. Deze afdrachten zijn niet eerder verwerkt. In de voorjaarsronde gaat het om: SPUK Blok D bestuurlijke afspraken 2020 (inpassingskosten), met een bedrag van € 3,7 miljoen en SPUK Nationaal Programma Groningen € 1,4 miljoen. Voor de najaarsronde geldt; SPUK Blok D (inpassingskosten) € 516.000 en voor SPUK Nationaal Programma Groningen € 1,5 miljoen.

Incidentele uitkering gemeenten aardbevingsgebied

Binnen artikel 5 wordt er € 14 miljoen overgeboekt van Clustering en gebiedsfonds (Bestuurlijke afspraken, blok B) naar Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken) omdat de gemeenten in het aardbevingsgebied een incidentele uitkering ontvangen in het kader van een soepel verloop van de versterkingsoperatie. Hiermee kunnen hobbels in de uitvoering van de versterkingsoperatie voor de bewoner effectief worden weggenomen.

Immateriële schade

Naar verwachting zal het IMG in 2023 per saldo € 10 miljoen meer uitgeven aan de regeling voor immateriële schade. Er blijkt meer vraag dan verwacht voor de onlangs aangekondigde regeling die de uitkering bij jongeren gelijktrekt ten opzichte van volwassenen. Tevens worden de beschikkingen eerder uitgekeerd dan verwacht. Door deze beide ontwikkelingen worden er meer uitgaven in 2023 gedaan (ca. € 17 miljoen). Dit leidt niet tot een overschrijding op artikel 5, maar wordt gemeld omdat het een politiek en beleidsmatig relevante ontwikkeling betreft.

Hiertegenover staat dat er bij de 10.000 complexe gevallen voor de verruiming van de regeling voor immateriële schade (zie aankondiging in april: https://www.schadedoormijnbouw.nl/nieuws/2023/07/verruiming-regeling-immateriele-schade) – pas in 2024 uitgaven gedaan worden, dit brengt de uitgaven voor 2023 omlaag met ca. € 7 miljoen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens