Kamerstuk 36410-VI-44

Motie van het lid Lahlah c.s. over uitspreken dat een minister van Rechtsbescherming met eigen zeggenschap over structurele begrotingsmiddelen onderdeel moet uitmaken van een volgend kabinet

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024


25,3 %
74,7 %

PVV

JA21

CDA

GroenLinks-PvdA

SP

VVD

BBB

FVD

DENK

CU

PvdD

NSC

Volt

D66

SGP


Nr. 44 MOTIE VAN HET LID LAHLAH C.S.

Voorgesteld 8 februari 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de democratische rechtsstaat de ruggengraat vormt van een maatschappij waarin iedereen zich vrij, veilig en gelijkwaardig voelt, wetende dat hun grondrechten beschermd zijn;

constaterende dat onder meer uit de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen is gebleken dat de democratische rechtsstaat niet vanzelfsprekend is;

constaterende dat volgens de Staatscommissie rechtsstaat de rechtsstaat op de begroting bescherming verdient met waarborging van structurele investeringen;

spreekt uit dat een Minister van Rechtsbescherming met eigen zeggenschap over structurele begrotingsmiddelen onderdeel uit moet maken van een volgend kabinet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Lahlah

Teunissen

Koekkoek

Van Nispen

El Abassi