Voorgesteld 14 februari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Palestijnse bevolking al decennialang onder een apartheidsregime leeft volgens de grootste mensenrechtenorganisaties;
constaterende dat de Nederlandse regering voorstander is van een zelfstandige Palestijnse staat en tegen de verdere annexatie van de Palestijnse gebieden;
overwegende dat de Palestijnen recht hebben op een realistisch tijdspad voor gelijke rechten;
overwegende dat de erkenning van een Palestijnse staat een krachtige signaalwerking zou hebben voor het Palestijnse recht op zelfbeschikking;
verzoekt de regering om de Palestijnse Staat te erkennen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baarle
Piri
Dobbe
Dassen