Kamerstuk 36410-IV-34

Stand van zaken diverse dossiers Koninkrijksrelaties

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024

Gepubliceerd: 18 december 2023
Indiener(s): Alexandra van Huffelen (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36410-IV-34.html
ID: 36410-IV-34

Nr. 34 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2023

Voorafgaand aan het kerstreces informeer ik uw Kamer in deze brief over de stand van de zaken van een zevental dossiers op het terrein van Koninkrijksrelaties. Hierbij ga ik onder meer in op een aantal toezeggingen aan de Kamer waarvan de termijn eind 2023 verstrijkt en een aantal door uw Kamer aangenomen moties.

Versterking rechtshandhavingsketen en opvolging beleidsdoorlichting

In de kabinetsreactie op de beleidsdoorlichting van artikel 1 van de begroting Koninkrijksrelaties (Versterken Rechtsstaat) heb ik aangekondigd samen met de Minister van Defensie en de Minister van Justitie en Veiligheid te werken aan een herijking van de Nederlandse inzet op het gebied van de rechtshandhaving.1 Ik heb toegezegd uw Kamer eind dit jaar hierover nader te informeren (TZ202306–302). De herijking is in volle gang, maar de benodigde afstemming tussen de departementen en tussen de landen vergt meer tijd. Onderdeel van deze herijking is ook het bepalen van de Nederlandse inzet ten aanzien van de capaciteitsproblemen in de rechtshandhavingsketen van de Caribische landen. Over dit thema hebben de landen onlangs een digitale conferentie georganiseerd. Het doel was om oplossingsrichtingen te inventariseren die in januari aan het Justitieel Vierpartijen Overleg worden voorgelegd. U wordt hierover geïnformeerd in de periodieke rapportage over de rechtshandhaving die de Minister van Justitie en Veiligheid na ieder JVO stuurt. Ik verwacht uw Kamer voor de zomer over de herijking te informeren.

Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland

Zoals eerder gemeld aan uw Kamer is er de afgelopen periode hard gewerkt aan het opstellen van bestuurlijke afspraken, gebaseerd op de prioritaire thema’s zoals aangedragen door de openbare lichamen. Conform mijn toezegging aan uw Kamer informeer ik u over de afgesloten bestuursakkoorden (TZ202306–303). In november jl. heb ik tijdens mijn bezoek aan Caribisch Nederland de Saba Package Agreement 2023 – 2027 en het Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2024 – 2027 samen met de bestuurders van Saba en Sint Eustatius ondertekend. De uitvoering van de afspraken binnen deze thema’s moeten gaan leiden tot tastbare vooruitgang voor de inwoners. Tijdens deze reis heb ik ook een bezoek gebracht aan Bonaire en heb ik het nieuw aangetreden Bestuurscollege uitvoerig gesproken. Er is afgesproken dat we, aangezien er een nieuw Bestuurscollege is aangetreden dat eerst zelf de tijd moet hebben om prioriteiten vast te stellen, in januari 2024 bestuurlijke afspraken gaan afsluiten. Ik zal uw Kamer informeren zodra de afspraken met het openbaar lichaam Bonaire zijn afgesloten.

Voor de bestuurlijke afspraken met Saba, de Saba Package Agreement 2023 – 2027, heeft het openbaar lichaam Saba vier prioritaire thema’s aangewezen, namelijk: (1) bestaanszekerheid en welzijn, (2) economische en ruimtelijke ontwikkeling, (3) klimaat, natuur en milieu, en (4) goed bestuur. Binnen deze thema’s zijn afspraken gemaakt die bijdragen aan vooruitgang voor de inwoners en voor het eiland, zoals het voortzetten van de ferry tussen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten, het gezamenlijk wegnemen van barrières die de economische ontwikkeling van het eiland in de weg staan, de verdere digitalisering van de overheidsorganisatie, het opstellen van een Saba-klimaatplan, het opstellen van een ruimtelijke ontwikkelingsplan Saba2 en het bouwen van betaalbare huur- en koopwoningen.

In het meerjarige afsprakenakkoord Sint Eustatius 2024 – 2027 staan de door het openbaar lichaam Sint Eustatius gestelde prioriteiten centraal. Dit zijn de (1) economische ontwikkeling van het eiland, (2) circulariteit met focus op (digitale) infrastructuur, (3) welzijn, en (4) goed bestuur. Dit houdt onder meer in dat er meer sociale huurwoningen worden gebouwd, het cultureel erfgoed nog intensiever wordt beschermd, de versterking van de digitale vaardigheden van de inwoners wordt gestimuleerd, verschillende mogelijkheden voor het uitbreiden van de economie worden onderzocht en er verder wordt gewerkt aan de versterking van de infrastructuur.

Om uitvoering aan deze afspraken en de prioriteiten te geven wordt er in de bestuurlijke afspraken ook ingezet op het versterken van de organisaties en het ambtelijk apparaat van de openbare lichamen. Het Ministerie van BZK heeft hiervoor voor alle drie de eilanden middelen beschikbaar gesteld. De besteding hiervan is meegenomen in de bestuurlijke afspraken. Per eiland wordt er onder andere een plan opgesteld waarin maatwerk wordt toegepast op wat er nodig is om het ambtenarenapparaat robuuster te maken en de capaciteit te vergroten (zie ook toezegging TZ202306–303). Verder wordt de voortgang van de uitvoering besproken tijdens mijn periodieke bestuurlijke overleggen met de bestuurscolleges van de eilanden. Eind 2024 wordt de voortgang van de afspraken opgemaakt en met uw Kamer gedeeld. Dan wordt er tevens waar mogelijk een nieuwe uitvoeringsagenda opgesteld om de inzet voor 2025 te bepalen.

Voortgang oplossing onvolkomenheid SSO-CN

Tijdens het wetgevingsoverleg over het Jaarverslag en de Slotwet 2022 Koninkrijksrelaties en het BES-fonds heb ik toegezegd (TZ2023306–301) u voor het einde van dit jaar te informeren over de stappen die zijn gezet voor het oplossen van de onvolkomenheid in het IT-beheer van de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN). Hiermee voldoe ik aan deze toezegging.

SSO-CN heeft de verbeterpunten zoals gepland opgepakt en in 2023 invulling gegeven aan de voorgenomen maatregelen uit het verbetertraject om de onvolkomenheid IT-beheer SSO-CN op te lossen. Voor wat betreft de voorgenomen maatregelen op het gebied van de General IT Control (GITC) zijn alle processen beschreven en aantoonbaar aanwezig. Hiermee kan ik stellen dat SSO-CN haar grip op het IT-beheer sterk heeft verbeterd. Ten aanzien van het IT-beheer zijn de geplande mijlpalen voor de beheerdocumentatie gehaald. De Auditdienst Rijk (ADR) heeft in de periode 13 tot 24 november jl. een audit uitgevoerd. De formele rapportage hiervan volgt nog. Ondertussen is SSO-CN aan de slag met de adviezen die tijdens de audit al zijn gegeven, zoals SSO-CN als onderdeel van de reguliere cyclus continu monitort waar het IT-beheer verder moet worden versterkt. Na de formele rapportage worden eventuele aandachtspunten uit de audit aangepakt. De Algemene Rekenkamer (AR) voerde van 11 tot 14 december jl. een onderzoek uit. In het Verantwoordingsonderzoek 2023 zal de AR uitspraak doen of de maatregelen voldoende resultaat hebben opgeleverd om de onvolkomenheid weg te nemen.

Ferryverbinding met de veerdienst Makana Ferry

Op 19 september jl. hebben de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba mijn ministerie en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) geïnformeerd over de evaluatie. De openbare lichamen kondigen aan de veerboot te willen blijven ondersteunen, omdat uit de evaluatie blijkt dat de veerdienst goed wordt gebruikt en gewaardeerd. Uit de evaluatie komt een aantal verbeterpunten naar voren. De eilanden hebben een plan van aanpak opgesteld om deze aan te pakken. De evaluatie en het plan van aanpak zend ik hierbij ook aan uw Kamer toe.

Uit de evaluatie blijkt dat de veerdienst minder subsidie nodig heeft dan twee jaar geleden toen deze moest worden opgestart. Er is nog wel extra geld nodig onder andere door de nodige aanpassingen in planning en bij de havens. Ook zijn de brandstofkosten toegenomen. Daarom zal de verbinding de komende twee jaar nog niet kostenneutraal zijn zonder subsidie of zonder de ticketprijzen te laten stijgen. De openbare lichamen Saba en Sint Eustatius hebben om een bijdrage van het Rijk gevraagd. Ik zie het vitale belang van deze verbinding en de noodzaak de ticketprijzen niet te laten stijgen. Daarom heb ik binnen de begroting van BZK € 1 mln. beschikbaar gesteld voor 2024 en 2025, voor de ondersteuning van de veerboot tussen Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. Daarnaast heb ik in de bestuursakkoorden met beide openbare lichamen afgesproken in 2024 toe te werken naar een bredere visie op de fysieke connectiviteit tussen deze eilanden. Tot slot ben ik ook in gesprek met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Financiën, de Koninklijke Marechaussee en de Belastingdienst en Douane Caribisch Nederland over de in de evaluatie genoemde uitdagingen rond grensbewaking en douane.

Motie Wuite c.s. inzake leenmogelijkheden openbare lichamen voor woningbouw

Met betrekking tot de motie van het lid Wuite (D66) c.s.3 kan ik u mededelen dat het nader onderzoek naar de leenmogelijkheden voor de openbare lichamen (en overheids-N.V.»s) waar de motie om vraagt, wordt meegenomen in de herziening van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Een eventueel hieruit voortvloeiende wetswijziging kan via een nota van wijziging aan dit wetsvoorstel worden toegevoegd. Hiermee is uitvoering gegeven aan de motie.

Twaalfde voortgangsrapportage Sint Eustatius

De Eerste en Tweede Kamer ontvangen sinds 2018 elk half jaar een voortgangsrapportage over de afbouw van de bestuurlijke ingreep op Sint Eustatius. De vorige voortgangsrapportage heeft u op 23 juni jl. ontvangen.4 Hierbij informeer ik u dat de volgende voortgangsrapportage, in verband met het voorbereiden van het koninklijk besluit voor de overgang naar fase 3.0 en 3.1 in januari 2024 met de Kamers zal worden gedeeld.

Motie Wuite inzake overzicht van alle regelgeving van toepassing op Caribisch Nederland

Op grond van de aangenomen motie van het lid Wuite (D66)5 is het kabinet verzocht voor het einde van het jaar een overzicht te maken van welke Nederlandse regelgeving van toepassing is op de drie openbare lichamen en welke aparte regels inmiddels voor hen gelden. Daarbij wordt tevens verzocht de burgers actief, bijvoorbeeld via websites, hierover te informeren. Op dit moment ben ik drukdoende met het opstellen van dat overzicht en het uitwerken van de mogelijkheden om de burgers hierover te informeren. Het is echter heel bewerkelijk om een zo volledig mogelijke lijst op te stellen, waardoor de termijn van «voor eind van het jaar» niet wordt gehaald. De lijst van wetgeving en een uitwerking van de wijze waarop de burgers hierover worden geïnformeerd, zal begin 2024 aan uw Kamer worden gezonden.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen